Macht is volgens socioloog Max Weber het vermogen van personen of groepen om andere personen, groepen of zaken de wil op te leggen, eventueel tegen de wensen of belangen van die anderen in. Het onderscheidt zich van gezag doordat gezag gelegitimeerd is.
Grondwettelijk is de koning het staatshoofd en maakt hij deel uit van de regering. Ook heeft hij een rol in de kabinetsformatie en het wetgevende proces.
Gezag regelt in de maatschappij de verhoudingen tussen mensen. Indien autoriteit afwezig is, heerst anarchie. Het verschil tussen gezag en macht is dat gezag gelegitimeerd is. Het heeft het recht om deze macht uit te oefenen door bijvoorbeeld het opleggen van sancties.
Machtsbronnen en machtsmiddelen
Beloningsmacht: iemand beïnvloeden door middel van één of meerdere beloningen. Afgedwongen macht: iemand beïnvloeden door te dreigen met straf. Legitieme macht: gezag. Expertisemacht: iemand beïnvloeden door kennis/deskundigheid.
Machtsbron. Ook wel legitieme macht genoemd. Deze macht rolt voort uit de rol of positie van iemand binnen de organisatie. Bij deze machtsbron ligt de nadruk op de formele bevoegdheden die iemand in een organisatie heeft.
Democratie (van het Grieks δῆμος/dèmos, "volk" en κρατειν/kratein, "heersen", dus letterlijk "volksheerschappij") is een bestuursvorm waarin de wil van het volk de bron is van legitieme machtsuitoefening.
De uitvoerende macht, die voert dingen uit. Dit is bijvoorbeeld de politie, maar ook het leger.
Corruptie, het aannemen van steekpenningen en geschenken van lobbyisten en gebruiken van belastingsgeld voor persoonlijke doeleinden: het zijn allemaal voorbeelden van machtsmisbruik dat ertoe leidt dat de burger zijn vertrouwen in politici verliest.
De bekendste macht is een kwadraat (tot de macht 2). Bijvoorbeeld 5 kwadraat is 5 x 5 = 25 (de macht is dan dus 2).
De Koning heeft, bij uitsluiting en zonder restrictie, de volle uitoefening der Regering en van alle de Magt, benoodigd om de uitvoering der Wetten van den Staat te verzekeren, en dezelve te doen eerbiedigen. De uitvoerende magt berust bij den Koning.
De uitvoerende macht wordt uitgeoefend door de koning en zijn regering van ministers en staatssecretarissen. De rechterlijke macht doet uitspraak over geschillen en wordt uitgeoefend door hoven en rechtbanken. Ze controleert ook de wettelijkheid van de daden van de uitvoerende macht.
De uitvoerende macht is in handen van de Europese Commissie, de rechterlijke macht in handen van het Europees Hof van Justitie. De Europese Commissie is het dagelijks bestuur van de Europese Unie Het bestaat uit 28 commissarissen, uit elke lidstaat een. Het heeft als enige het recht om wetten voor te stellen.
Bij een oligarchie (Oudgrieks: ὀλίγος (oligos) = 'weinig' en ἄρχειν (archein) = 'heersen') is de macht in handen van een kleine groep van mensen die behoren tot een bevoorrechte klasse of stand.
Populisme (van het Latijnse populus, "volk") is een manier van communiceren en van politiek bedrijven, waarin de centrale tegenstelling die tussen "het volk" en "de elite" is, en waarbij de populist de kant van "het volk" kiest.
In het algemeen is een autocratie het tegengestelde van een democratie. Hier worden de machthebbers -in theorie- gecontroleerd door de volksvertegenwoordiging.
De legitieme portie is een deel van de waarde van het vermogen waarop een legitimaris (kind) aanspraak op kan maken, ook al heeft de overledene (ouder) de legitimaris (kind) onterfd of er door middel van schenkingen voor gezorgd dat zijn nalatenschap leeg is.
Belonende macht
De persoon die de beloningen uitdeelt heeft daarmee dus duidelijke invloed (lees: macht) op het gedrag van anderen. Onder de term 'beloning' is veel meer te verstaan dan alleen geld. Het kan om alles gaan wat iemand aantrekkelijk of waardevol vindt.
Cultuur heeft veel te maken met macht. Een bepaalde groep in een samenleving kan meer macht hebben dan anderen groeperingen. Dit kan zowel economische, politieke of sociale macht zijn. Deze dominante groep kan ervoor kiezen om de eigen cultuur min of meer op te dringen aan de minderheidsgroeperingen.
De elitetheorie stelt dat in de staat de sleutelposities worden ingenomen door een machtselite en dat dit ook het geval is binnen een parlementaire democratie waar de macht ligt bij de leiding van de grote partijen. De theorie is aanvankelijk ontwikkeld door Pareto (1848-1923) en Mosca (1858-1941).