Nederlandse koloniën waren onder meer Nederlands-Indië (het huidige Indonesië), Nederlands- Nieuw-Guinea, de Nederlandse Antillen, Suriname en andere gebieden in het toenmalige Nederlands-Guiana. Nederland had ook enige tijd koloniale bezittingen in Afrika en de Amerika's.
Ook Nederland had koloniën: Nederlands-Indië (nu Indonesië), Suriname, de Nederlandse Antillen en Nederlands-Nieuw-Guinea. Daarnaast heeft Nederland nog koloniale bezittingen gehad in New York, Brazilië, Dejima, Sri Lanka langs de kust van Guinee en in Zuid-Afrika.
Nederlandse Antillen en Aruba (Nederlands West-Indië):
Aruba (1636-1805/1815-)Curaçao (1634-1805/1815-)Bonaire (1633-1805/1815-)
Nederlands-Indië was tot 1949 een Nederlandse kolonie, Suriname was van 1645 tot 1976 onder Nederlands bewind. De Nederlandse Antillen (de Caraïbische eilanden Saba, St. Maarten, St. Eustatius, Bonaire en Curaçao) en het eiland Aruba maken nog steeds deel uit van het Koninkrijk Nederland.
De belangrijkste kolonie van Nederland was ##Nederlands-Indië of Indonesië. Tussen 1945 en '65 kwamen ongeveer 300.000 Nederlanders, Indo's[8] en Molukkers[9] naar Nederland. Het merendeel van hen vertrok rond de machtsoverdracht[10] aan Indonesië in 1949.
De Nederlandse Kaapkolonie (officieel: Tussenstation Kaap de Goede Hoop) was een verversing- of tussenstation van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) rond Kaapstad in het huidige Zuid-Afrika. Het gebied was in Nederlandse handen van 6 april 1652 tot 7 augustus 1795.
Suriname werd in 1650 door Engelsen bezet en ontwikkeld als plantagekolonie met geïmporteerde slavenarbeid uit Afrika. In 1667 werd het door Nederlanders veroverd en is het, met korte onderbrekingen, tot 1975 een kolonie gebleven.
Daarmee was het Koninkrijk der Nederlanden een feit. Het Koninkrijk der Nederlanden bezat koloniën in andere werelddelen. Dit waren Nederlands-Indië, Suriname, de kolonie Curaçao en Onderhorigheden, en kleine gebieden in West-Afrika. Na de Tweede Wereldoorlog raakte het dekolonisatieproces in een stroomversnelling.
Of het Nederlands nu komt uit Turkije, Duitsland, Engeland, Frankrijk, of uit Verweggistan. Het komt er uiteindelijk op neer dat de Nederlandse taal is ontstaan door invloeden van al deze landen en door de eeuwen heen heeft het zich ontwikkeld tot het Hedendaagse Nederlands.
Tussen 1588 en 1795 heette Nederland de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Ook de Verenigde Provinciën of de Zeven Verenigde Gewesten waren gangbare benamingen voor Nederland in deze tijd. Tussen 1795 en 1801 werd Nederland de Bataafse Republiek genoemd.
Het land heet nog steeds Suriname en de officiële landstaal is er nog altijd Nederlands. Aruba splitste zich op 1 januari 1986 af van de Nederlandse Antillen en werd een apart land binnen het Koninkrijk der Nederlanden (status aparte). Op 10 oktober 2010 hielden de Nederlandse Antillen als land op te bestaan.
De Nederlanders krijgen zeggenschap over het hele gebied, dat samen met andere Nederlandse omliggende gebieden bekend komt te staan als Nederlands-Guyana , bestaande uit de koloniën Berbice, Essequibo, Demerara (Cayenne kortstondig) en Suriname.
New York 1674 – Op 10 november dragen de Nederlanders het toenmalige Nieuw-Nederland over aan de Engelsen, die het New York noemen. Nederland krijgt in ruil hiervoor Suriname in bezit van de Engelsen.
Kolonie was voorpaginanieuws
Weinig Nederlanders weten dat Brazilië van 1630 tot 1654 een Nederlandse kolonie was. In de Gouden Eeuw waren de perikelen in Brazilië echter jarenlang voorpaginanieuws van de vele kranten en pamfletten die toen verschenen.
Suriname, officieel de Republiek Suriname, is een republiek aan de noordkust van Zuid-Amerika met als hoofdstad Paramaribo. Het land was van 1667 tot 1954 een kolonie van Nederland en daarna een land binnen het Koninkrijksverband. Op 25 november 1975 werd Suriname onafhankelijk.
Vóór 1667 is Suriname, de 'Wilde Kust' tussen de Spaanse en Portugese gebieden, een Engelse kolonie. Bij gebrek aan belangstelling voor een Zeeuws plan om de Engelsen tijdens de Tweede Engelse Oorlog in hun kolonie te treffen, besluiten de Zeeuwen zelf een vloot uit te rusten om de kolonie te veroveren.
Nederlanders (Nederlander, het Nederlandse volk) zijn de inwoners van Nederland. Zij zijn een Europees volk gaan vormen tussen 1579 en 1795, toen de Nederlandse staat ontstond. Het begrip Nederlanders kent meerdere definities. Sommige hiervan staan los van elkaar, andere zijn verwant of deels overlappend.
Hoewel het Nederlands grotendeels op het Germaans is terug te voeren zijn er nog wat Keltische woorden in aan te treffen, bijvoorbeeld ambt, ambacht, kar en gijzel-. Ook de namen van metalen zoals ijzer en lood zijn waarschijnlijk op de Kelten – die als smeden beroemd waren – terug te voeren.
Ja, het Nederlands en het Duits komen voort uit een gemeenschappelijke voorvader, het West-Germaans. Het West-Germaans komt op zijn beurt weer voort uit het Oergermaans. Andere West-Germaanse talen zijn het Engels en het Fries.
Thailand, Iran, Nepal, Bhutan, Liberia, Afghanistan, Saudi-Arabië en China hebben allemaal iets gemeen. Het zijn namelijk acht landen die in 'the scramble for colonies' hun onafhankelijkheid van buitenlandse mogendheden wisten te bewaren.
Het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit zes eilanden. Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn, net als Nederland, zelfstandige landen. Bonaire, Sint Eustatius en Saba, zijn bijzondere gemeenten van Nederland. Samen heten deze drie bijzondere gemeenten: Caribisch Nederland.
' De republiek Suriname, vroeger ook wel Nederlands Guyana genoemd, ligt op de noordoostkust van Zuid-Amerika en wordt door Brazilië begrensd in het zuiden en in het oosten door Frans-Guyana, in het noorden door de Atlantische Oceaan en door Guyana (het voormalige Brits-Guyana) in het westen.
In 1666 werden de Engelse, door de staten van Zeeland, uit het voormalige Brits Guyana verdreven en kwam er een einde aan de eerste Britse kolonisatie van Suriname. Tijdens de vredesonderhandelingen, tussen de staten van Zeeland en de Engelse, werd in 1667 in het verdrag van Breda de al bestaande situatie bevestigd.
Vooral door plantage-eigenaren, ambtenaren en hun familieleden. In de 20ste eeuw kwamen veel Surinamers naar Nederland om te studeren, maar vanaf de jaren twintig ook om te werken, bijvoorbeeld als muzikant of later verpleegster. De grootste groep echter vestigde zich rond de onafhankelijkheid in 1975.