Runderlappen: uit de borst van de koe (het kán maar is wel vrij mager vlees, gebruik liever iets met meer vet of voeg extra vet toe) Braadlappen: uit de schouder en achterpoot van de koe (dit vlees is erg mals maar ook aan de magere kant, voeg dan dus wat meer vet toe)
Sucadelappen zijn runderlappen van de schouder van het rund.Ze zijn te herkennen aan het dunne peesje, wat erdoorheen loopt. Dit peesje zorgt voor de lekkere smaak en maakt het vlees zacht en sappig.
De riblap, of in het engels ook wel chuck roast genoemd. Runderlappen is een benaming die we in het Nederlands ook wel tegenkomen. De riblap wordt gesneden van de eerste ribben van een rund.
Riblappen, sukadelappen, runderlappen, braadlappen, klapstuk, het kan allemaal. De stooftijd kan wel wat verschillen, natuurlijk. Meer bindweefsel kost meer tijd maar is ook lekkerder en meer vet geeft ook meer smaak. De kwaliteit van je vlees zal ook terug te proeven zijn in je gerecht: bezuinig dus niet op je vlees!
Stooflappen. Maak een pan ouderwets lekker draadjesvlees met stooflappen. De slager snijdt de stooflappen uit de voorzijde van het rund en selecteert magere stooflappen en met wat meer vet. De bereiding is eenvoudig, maar stoven kost natuurlijk wel tijd.
Riblappen, runderlappen en sukadelappen zijn ideaal. Die hebben namelijk veel beweging gehad en hebben genoeg vet, die worden tijdens het stoven erg mals. Doordat riblappen een wat grovere, draadjesachtige structuur hebben zijn deze goed geschikt om in stukken te snijden.
Varkensstoofvlees is sneller gaar dan runderstoofvlees, ideaal dus als je wat minder tijd hebt. In het wildseizoen kun je het eventueel vervangen door everzwijnstoofvlees. Dat heeft wel een iets langere gaartijd. Voor de liefhebbers: er wordt ook paardenstoofvlees gemaakt.
Zachtjes pruttelen is oké, maar van koken wordt het vlees taai. Het deksel hoeft niet meteen op de pan, dan krijg je te veel vocht in je stoverij.
Runderstoofvlees, of suddervlees, moet langzaam garen. Runderstoofvlees bestaat uit spiervezels, die door het sudderen uit elkaar vallen en op die manier botermals worden. Runderstoofvlees komt veel voor in de keukens van Nederland en Vlaanderen. In België wordt het ook wel stoofkarbonade of stoverij genoemd.
Hacheevlees wordt ook wel stoofvlees of suddervlees genoemd. De naam hachee komt van het Franse woord 'hacher'. Dit betekent hakken. Al in de 17e eeuw aten mensen vaak stoofpotjes met vlees, vis en gevogelte.
Riblappen zijn het malser dan sucadelappen omdat ze meer vet bevatten. Dit geeft het een rijkere smaak, waardoor ze heerlijk zacht zijn om te eten. Sucadelappen zijn beter geschikt om bijvoorbeeld te stoven.
(Magere) runderlap – Dit stuk komt uit de borst van de koe en is magerder dan een riblap. Gesneden runderlap wordt vaak hacheevlees genoemd. Veel Nederlanders stoven met mager vlees, maar eigenlijk is het lekkerder om wat vetter vlees te gebruiken. Vet houdt het vlees mals en sappig en geeft veel smaak af.
Het is gesneden van de onderrib van de koe. Het vlees heeft een langere bereidingstijd nodig om gaar en zacht te worden. Door het vlees lang (wel 3 tot 6 uur) op lage temperatuur te laten sudderen, wordt het collageen in de spier omgevormd in gelatine en vallen de draadjes uit elkaar.
Namelijk door je runderlap te braden of te bakken zoals een steak, dan ben je zo klaar. Laat het vlees op kamertemperatuur komen en breng op smaak met zout, peper en eventueel andere kruiden. Verhit een pan op hoog vuur, voeg olie of boter toe en bak het vlees 3-4 minuten aan elke kant voor een medium-rare garing.
Als je het stoofvlees een nachtje in de koelkast laat staan na het stoven, wordt het nog zachter en smakelijker. Warm afgekoeld stoofvlees zachtjes op en blijf ruim onder de 90˚C, dan blijft het meeste vocht in het vlees.
Welke soorten rundvlees vallen bij de bereiding niet uit elkaar, zoals bij draadjesvlees gebeurt? In het algemeen geldt dat de mate van gaarheid van invloed is op 'het uit elkaar vallen' zoals bij het draadjesvlees. Een baklap of een entrecote wordt als het goed is niet door en door gegaard en valt dan ook niet uiteen.
Braadlap (of sucadelap): magere runderlap met wisselende bereidingstijd (tussen 2-4 uur) Braadlappen zijn de magere runderlap en worden meestal gesneden uit de dikke delen van de schouder. Zijn de lappen gesneden van de achterbout, dan hebben ze de kortere bereidingstijd van de baklappen.
Stoven en sudderen: het verschil
Je kunt alle ingrediënten stoven, maar niet alle gestoofde ingrediënten laten sudderen. De term sudderen wordt namelijk alleen gebruikt bij het stoven van vlees. Stoven is dus de overkoepelende naam voor de kooktechniek en sudderen de manier waarop het vlees stooft.
In de Nederlandse keuken worden riblappen vaak gebruikt in traditionele stoofgerechten, zoals hachee of draadjesvlees. Hoewel riblappen een goedkopere vleessoort zijn vergeleken met bijvoorbeeld biefstuk, kunnen ze, mits goed bereid, een zeer smaakvol en bevredigend gerecht opleveren.
Een scheutje azijn bij het stoofvlees maakt runderlapjes sneller zacht. Dit komt doordat het zuur tijdens het stoven het bindweefsel in het vlees afbreekt. Citroensap, sinaasappelsap, wijn, bier en mosterd hebben het zelfde effect.
Mogelijkheid 1: je moet je stoofvlees nog maken
Een klassieker die prima werkt: een laagje bloem over je vlees strooien. Laat je vlees een korstje krijgen, voeg de bloem toe en laat eventjes meebakken.
Hoe langer je stoofvlees laat garen, hoe malser het wordt. Je moet er echter rekening mee houden dat wanneer je het te lang laat opstaan, het vlees helemaal uiteen gaat vallen. Zo heb je geen stukken vlees meer maar wordt het stoofvlees meer een dikke saus met draadjesvlees in.
Bak de magere runderlappen aan op hoog vuur. Schenk water, runderbouillon of bier/wijn erbij en kruiden naar smaak. Laat 2-3+ uur zachtjes sudderen met het deksel op de pan.
-Voeg zuren aan je vlees toe, zoals (rode) wijn, azijn , bier, tomatenpuree of mosterd. De zuren die hierin zitten zorgen ervoor dat het bindweefsel in vlees wordt afgebroken waardoor het vlees mals wordt.
De smaakmakers in stoofvlees worden 'het bouquet' genoemd: een mengsel van groenten, kruiden en specerijen. Denk voor de groenten aan wortelen, ajuinen, knoflook en prei, en voor de kruiden aan salie, tijm, rozemarijn, laurier en kruidnagel.