Om toegang te krijgen tot een opleiding moet je namelijk kunnen aantonen dat je Nederlands kunt lezen, luisteren, schrijven en spreken op B1-niveau (voor mbo-opleidingen) of op B2-niveau (voor hbo-opleidingen en de universiteit).
In het secundair volwassenenonderwijs kunt u cursussen volgen van de 2de en 3de graad BSO en TSO. Vroeger noemde men dit 'B2'. Het omvat ook het studiegebied 'Algemene Vorming' (het vroegere tweedekansonderwijs). Zo is het mogelijk om een volwaardig diploma secundair onderwijs te behalen.
Per beroepsniveau is een taalniveau vastgesteld: Voor MBO-beroepen (zoals verpleegkundigen): taalniveau B1. Voor HBO-beroepen (zoals fysiotherapeuten, physician assistants, verloskundigen en de geregistreerd-mondhygiënisten): taalniveau B2.
Het NT2 Staatsexamen I (B1) is bedoeld voor inburgeringsplichtigen met een middelhoog opleidingsniveau die bijvoorbeeld willen doorstromen naar een mbo-opleiding of werk.
Toelating tot de universiteit
De meeste instromers hebben een vwo diploma. Dan moet je ook het goede profiel hebben dat bij de opleiding hoort. Soms kun je ook met een hbo propedeuse aangevuld met vwo certificaten instromen. Ook essay on man pope kun je onder voorwaarden naar de universiteit.
Bij studenten op een universiteit is het gemiddelde IQ 115. Ook voor deze groep geldt dat er studenten zijn die lager scoren dan het gemiddelde. In de normaalverdeling is heel goed zichtbaar dat er qua IQ een grote overlap is tussen studenten op een universiteit en het middelbaar onderwijs.
Studenten hebben op de universiteit veel minder colleges (lesuren) dan op de middelbare school. Ze moeten veel zelfstandig doen, ook al krijgen ze lang niet altijd 'huiswerk' mee. Ze moeten op eigen initiatief colleges voorbereiden en daarna met de stof aan de slag gaan. Er is meestal geen aanwezigheidscontrole.
Met een havodiploma, een vwo-diploma of een mbo 4-diploma kunt u een opleiding gaan volgen aan een hogeschool. Voor toelating tot een universiteit heeft u een vwo-diploma of een propedeuse (eerste jaar) van een hbo-opleiding nodig.
Met een diploma van het Staatsexamen NT2 Programma II kunt u een baan op HBO-niveau of hoger zoeken of een opleiding op HBO- of universitair niveau volgen. Het niveau van Programma II is hetzelfde als taalniveau B2 van het ERK (zie www.erk.nl).
basisonderwijs: niveau 1F; vmbo, mbo-1, mbo-2 en mbo-3: niveau 2F; havo en mbo-4: niveau 3F; vwo: rekenen niveau 3F en taal niveau 4F.
Zit jij in het eerste jaar van een hbo-opleiding en wil je doorstromen naar de universiteit? Dat kan! Met een hbo-propedeusediploma (hbo-p) kun je instromen in het eerste jaar van een bacheloropleiding op de universiteit.
Voor het vak Nederlands in het Nederlandse onderwijs gelden de referentieniveaus taal (1F, 2F, 3F en 4F). Niveau 2F geldt als eindniveau voor de opleidingen op niveau mbo-2 en -3. Het niveau B1 van ERK/CEFR is sterk vergelijkbaar met niveau 2F. Niveau 3F geldt als eindniveau voor havo en mbo-4.
3F, wat moet je kunnen? Als je doorklikt zie je wat je voor Nederlands moet kunnen aan het eind van de havo, het mbo of klas 4 vwo.
2 (volledig C1-niveau). Kan vrijwel alles wat hij hoort of leest gemakkelijk begrijpen. Kan informatie die afkomstig is van verschillende gesproken en geschreven bronnen samenvatten, argumenteren reconstrueren en hiervan samenhangend verslag doen.
Taalniveau B1 staat voor eenvoudig Nederlands. De overgrote meerderheid van de bevolking begrijpt teksten op taalniveau B1. Ook mensen die geen (hoge) opleiding hebben gehad. Een tekst op B1-niveau bestaat uit makkelijke woorden die bijna iedereen gebruikt.
Taalniveau C2
Beheersing – kan zonder moeite alles begrijpen wat hij/zij hoort of leest en kan zichzelf spontaan, zeer vloeiend, precies en genuanceerd uitdrukken, ook in meer complexe situaties.
Het niveau waarop je het Nederlands moet beheersen om het Staatsexamen NT2 Programma II te halen, is het taalniveau B2.
Als je niveau B2 hebt bereikt, ervaar je vrijwel geen problemen met het communiceren in de nieuwe taal; jij begrijpt anderen en anderen begrijpen jou. Het kan zo zijn dat je bijvoorbeeld wat betreft lezen en begrijpen op een hoger niveau komt dan wat betreft spreken en schrijven.
Het Staatsexamen NT2-I is bedoeld voor mensen die op MBO niveau een studie willen volgen of (willen) werken. Het verschil tussen de beide examens zit hem vooral in het soort teksten en opdrachten; bij programma 2 zijn de teksten abstracter en is het woordgebruik moeilijker dan bij programma 1.
Universiteit is niet moeilijker of beter dan hogeschool.
Hét grote verschil zit 'm in de manier van lesgeven en evalueren. Zorg dus vooral voor een match met je eigen studieprofiel, dan studeer jij straks in no time magna cum laude af.
Samengevat zijn de opties als volgt: Het hele jaar overdoen: alle vakken opnieuw volgen en het examen opnieuw maken. Dit kan op een middelbare school, bij het vavo of op een privéschool. Deelcertificaten halen: het examen opnieuw maken voor de vakken die je onvoldoende hebt afgesloten.
Het grootste verschil tussen hbo en wo, behalve natuurlijk het niveauverschil, is de zelfstandigheid. Op het hbo word je nog veel meer gestuurd om bepaalde keuzes te maken en daarvoor worden verschillende middelen aangereikt. Op de universiteit moet je echt zelf op zoek naar het pad dat je wilt bewandelen.
“75 procent van de startende studenten haalt na vijf jaar ergens een bachelordiploma”, zegt Koen Santermans van de UHasselt. “Maar veel studenten kiezen eerst fout en moeten zich dan heroriënteren. Zij halen dan uiteindelijk hun diploma in een andere richting of aan een hogeschool.”
'Universiteit is het hoogst haalbare', en vier andere clichés over opleidingen.
Gemiddeld besteedt een student tussen de 37 en 43 uur aan zijn studie. Maar hij zit niet al deze uren in de klas. Een deel van de tijd besteed een student aan zelfstudie, een deel aan stage en een deel aan scriptie en projecten en een deel van de tijd krijgt de student les. Contacttijd heeft dat.