In groep 4 verbeteren kinderen hun technische leesvaardigheid (verklanken van woorden en zinnen). Halverwege groep 4 heeft een leerling gemiddeld AVI-niveau M4 en aan het einde van groep 4 AVI-niveau E4.
In groep 4 wordt de ontwikkeling van dit leesproces voortgezet en leert je kind steeds vlotter lezen. Woorden worden moeilijker, zinnen worden langer en de woordenschat wordt uitgebreid. Het leesproces verloopt niet voor elk kind gelijk. Zo leest het ene kind wat sneller dan het andere.
Om te weten welk leesniveau het kind heeft, moet dit natuurlijk getest worden. Hiervoor gebruiken basisscholen AVI-toetskaarten of de resultaten van de toetsen Technisch lezen. Op deze manier weet je snel hoe ver het kind is met technisch lezen. En zo leest hij altijd in een geschikt leesboek.
Eind groep 3 begint jouw kind al echt te lezen. Om dit goed te ondersteunen zijn kinderboeken met leesniveau AVI E3 een prima ondersteuning. De verhalen spreken jouw kind echt aan en het taalgebruik is precies op het juiste leesniveau afgestemd.
à AVI-E6 (eind groep 6 of 4de leerjaar) is het gemiddelde leesniveau aan het eind van het vierde leerjaar.
E4: gemiddeld niveau eind tweede leerjaar.
Dan weet je dat het niveau is dat de meeste kinderen bereiken aan het eind van groep 5. De AVI niveaus lopen door tot aan het eind van groep 7. Daarna volgt nog niveau AVI plus, en dan is je kind 'AVI uit', en kan het in principe alles lezen.
Kinderboeken met leesniveau AVI E7 van de Pinkeltje serie.
Dit zijn de AVI-niveaus voor lezen in groep 5: AVI E4, het niveau eind groep 4: begin schooljaar tot kerst. AVI M5, het niveau midden groep 5: kerst- tot zomervakantie. AVI E5, het niveau eind groep 5: rond de zomervakantie.
Traag spellend of radend lezen van woorden. Het lezen van teksten verloopt minder vloeiend. Demotivatie of vermijdingsgedrag bij het lezen. Weinig leesplezier.
De tafels zijn erg belangrijk in het rekenen. In groep 4 wordt er een start gemaakt en in groep 5 en groep 6 zijn kinderen hier voortdurend mee bezig. Aan het einde van groep 5 wordt je kind geacht alle tafels tot en met 10 te kennen. Dit betekent dat je kind elke tafel binnen maximaal 20 seconden kan opzeggen.
In groep 4 moeten de tafels van 1, 2, 3, 4, 5 en 10 vlot door elkaar worden gemaakt. De andere tafels worden wel aangeboden, maar hoeven pas in groep 5 te worden gememoriseerd. Rekenen tot 100: Om te rekenen tot en met honderd zijn er veel basisvaardigheden die geautomatiseerd moeten zijn.
Een AVI-M3 kaart toetst bijvoorbeeld het leesniveau dat een kind midden groep 3 moet hebben. De M staat dus voor 'midden' en de 3 voor het leerjaar; in dit geval groep 3. De AVI-E6 kaart toetst het niveau dat een kind eind groep 6 behoort te hebben. De E staat dus voor 'eind' en de 6 voor 'groep 6'.
Wat betekenen die letters? De A-boeken (te herkennen aan de letter A op het etiket) zijn geschikt voor kinderen van 6 tot 9 jaar, B-boeken zijn geschikt voor kinderen van 9 tot 12 jaar en C-boeken zijn geschikt voor kinderen vanaf 12 jaar.
Dat is het niveau van kinderen die snel en zonder fouten een lastige tekst kunnen lezen. Daartussen liggen M3, E3, M4, E4, M5, E5, M6, E6, M7 en E7. 'M' staat voor 'midden' en 'E' staat voor 'eind'. De cijfers erachter staan voor de groep van regulier onderwijs waarop dat niveau gemiddeld gehaald wordt door kinderen.
Een leesniveau is een stadium in de literaire wikkeling van jongeren. Net zoals het basisonderwijs werkt met AVI-niveaus (voor technisch lezen) en CLIB (begrijpend lezen) kun je ook niveaus onderscheiden voor de mate waarin een leerling een literaire tekst kan lezen, begrijpen en interpreteren.
De twaalf AVI-niveaus zijn: AVI-Start - M3 - E3 - M4 - E4 - M5 - E5 - M6- E6- M7 - E7 - AVI Plus. Het M3 niveau is het niveau wat halverwege groep 3 bereikt moet zijn.
Toch werkt het beter om elke dag 15 minuten te lezen, dan twee keer per week een uur. De aandachtsspanne is (zeker bij jonge kinderen) nog vrij kort. En met elke dag oefenen blijft het leesproces goed op gang.
Technisch lezen is het koppelen van letters aan klanken. In de eerste plaats gaat het om het leren en herkennen van letters. Dan komt het lezen van woorden en tenslotte van zinnen. Kinderen leren eerst woorden van een lettergreep, daarna van meerdere lettergrepen.
Het AVI-niveau zegt iets over de technische leesvaardigheid van het kind: hoe goed kan het kind lezen wat er staat? Het zegt niets over het begrijpen van een tekst. Mocht het leesniveau van het kind niet overeenkomen met het leesniveau van de klas, dan is er niet direct reden tot paniek.
Zo moet een kind in groep 3 eenvoudig logisch kunnen redeneren, veel informatie kunnen verwerken en opslaan in het geheugen en aandacht kunnen vasthouden. Ook moet het de Nederlandse taal voldoende beheersen om instructies te kunnen volgen en gedragsregels aan te leren.