De en het zijn bepaalde lidwoorden: ze duiden iets bepaalds of individueels aan in een situatie of context die bekend is. Martha heeft een tekening gemaakt. De tekening hangt nu op onze keukendeur. Kasper heeft een paard geboetseerd.
Bepaalde lidwoorden: de en het
Lidwoorden staan nooit alleen, ze horen altijd bij een zelfstandig naamwoord en geven het geslacht van het zelfstandig naamwoord aan. In het Frans (le en la) en het Duits (die, der, das) zie je dat heel duidelijk. Maar ook het Nederlands kent geslachten: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig.
Wanneer je twijfelt, zoek je gewoon het zelfstandig naamwoord op in het woordenboek. Kijk of er een 'm', een 'v' of een 'o' achter staat. Als een woord mannelijk (m) of vrouwelijk (v) is, betekent dat dat je 'de' moet gebruiken. Is een woord onzijdig (o), dan gebruik je het lidwoord 'het'!
'Onbepaald' is het tegenovergestelde van 'bepaald'. Als iets bepaald is, weet je precies over wie of wat het gaat. Bij een onbepaald voornaamwoord weet je dat dus niet; het blijft een beetje vaag. En dat is precies wat deze woorden zijn: vaag.
Volgens de regels word het woord 'de' gebruikt als het om een mannelijk of vrouwelijk zelfstandig naamwoord gaat.'Het' wordt gebruikt bij onzijdige zelfstandige naamwoorden.
Ezelsbrug: Voorkomen van lidwoordfouten
Twijfel je nog welke woorden “de” krijgen en welke “het”? Dan kun je denken aan “de man”, “de vrouw” en “het onzijdige woord”. Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen namelijk “de” en onzijdige woorden combineer je met “het”.
(grammatica) een zelfstandig naamwoord dat verwijst naar een specifieke zaak. In de zin "De jongen heeft een fiets." is jongen een bepaald zelfstandig naamwoord en verwijst naar een specifieke jongen. Het woord jongen wordt dan voorafgegaan door een bepaald lidwoord.
Een lidwoord staat vóór een zelfstandig naamwoord en drukt daarvan de bepaaldheid uit. Er zijn drie lidwoorden: de, het en een. Een is het onbepaald lidwoord: het duidt iets aan wat nog niet nader bekend is op het ogenblik dat er het eerst over wordt gesproken. Martha heeft een tekening gemaakt.
Determinate betekent dat ze na een bepaald punt stoppen met groeien, waardoor de planten over het algemeen korter worden. Indeterminate is het tegenovergestelde en ze groeien vaak als een wijnstok, soms tot wel 6ft en langer.
Bepaalde rangtelwoorden worden gevormd door -de of -ste aan een bepaald hoofdtelwoord toe te voegen: achtste, tiende, twintigste. Bij één hoort het rangtelwoord eerste, bij drie hoort derde.
Factuur is een vrouwelijk de-woord.
Een bijvoeglijk naamwoord bij factuur krijgt altijd een buigings-e: de onbetaalde factuur, een onbetaalde factuur, onbetaalde factuur. Stuur de factuur maar naar mijn huisbaas. Ik viel achterover toen ik het bedrag op die factuur zag!
Is het de of het huis
In de Nederlandse taal gebruiken wij het huis.
Lidwoorden worden gebruikt voor zelfstandige naamwoorden of zelfstandige naamwoord-equivalenten en zijn een soort bijvoeglijk naamwoord. Het bepaald lidwoord (de) wordt gebruikt voor een zelfstandig naamwoord om aan te geven dat de identiteit van het zelfstandig naamwoord bekend is bij de lezer . Het onbepaalde lidwoord (een, een) wordt gebruikt voor een zelfstandig naamwoord dat algemeen is of wanneer de identiteit ervan niet bekend is.
De lidwoorden van de Nederlandse taal bestaan simpel gezegd uit drie woordjes: de, het en een. Een lidwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord of voor woorden die zelfstandig gebruikt worden zoals een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord. De en het zijn de bepaalde lidwoorden, een is het onbepaalde lidwoord.
Boek, huis en woord zijn voorbeelden van het-woorden (ook wel: onzijdige woorden). Of een woord een het-woord (onzijdig woord) of een de-woord (een mannelijk of vrouwelijk woord) is, is iets wat je als kind vanzelf oppikt als je Nederlands leert.
Waar voornaamwoorden vaak naar iets concreets verwijzen, zoals personen, dieren of dingen, gaat dit voor het onbepaald voornaamwoord niet op. Deze woordsoort verwijst juist naar personen of zaken die niet bepaald zijn. 'Alles', 'iedereen', 'allemaal' en 'iets' zijn voorbeelden van onbepaalde voornaamwoorden.
Rode druiventomaten zijn kleine rode tomaten die in trossen van ongeveer 20 groeien op onbepaalde, gezonde planten . Ze zijn extreem makkelijk te kweken en gedijen in warme, vochtige klimaten.
Wat zijn onbepaalde hoofdtelwoorden? Wanneer er geen exact aantal bekend is, is er sprake van een onbepaald hoofdtelwoord. Je kind weet dus niet precies om hoeveel het gaat. 'enkele', 'enige', 'meer' en 'weinig' zijn voorbeelden van onbepaalde hoofdtelwoorden.
Er zijn drie lidwoorden: de, het en een. Een lidwoord (of: artikel) staat vóór een zelfstandig naamwoord en drukt daarvan de bepaaldheid uit: de en het zijn bepaalde lidwoorden (of: lidwoorden van bepaaldheid); een is het onbepaald lidwoord (of: lidwoord van onbepaaldheid).
We gebruiken het onbepaalde lidwoord, a/an , bij enkelvoudige zelfstandige naamwoorden als de luisteraar/lezer niet precies weet naar welke we verwijzen: De politie is op zoek naar een 14-jarig meisje. We gebruiken het ook om aan te geven dat de persoon of het ding tot een groep behoort: Ze is een leerling van de London Road School.
Een bepaald lidwoord verwijst naar iets dat als bekend wordt verondersteld; iets dat al eerder genoemd is. Het Nederlands kent twee bepaalde lidwoorden: de en het. Een is een onbepaald lidwoord.
In veel Nederlandse zinnen komen de woorden 'de', 'het' en/of 'een' voor. Deze woorden staan ook wel bekend als lidwoorden. Ondanks dat deze woordsoort maar uit drie woorden bestaat, wordt er veel aandacht aan besteed op de basisschool.
Gebruik the om specifieke of bepaalde zelfstandige naamwoorden te identificeren: zelfstandige naamwoorden die dingen, plaatsen, ideeën of personen representeren die specifiek geïdentificeerd kunnen worden . • Gebruik the met zowel enkelvoudige als meervoudige bepaalde zelfstandige naamwoorden. Bijvoorbeeld: the house, the houses, the business, the businesses.
(grammatica) een zelfstandig naamwoord dat niet naar een specifieke zaak verwijst. In de zin "De jongen heeft een fiets." is fiets een onbepaald zelfstandig naamwoord en verwijst niet naar een specifieke fiets. Het woord fiets wordt dan voorafgegaan door een onbepaald lidwoord.