Bladluizen is de meest voorkomende plaag bij rozen, maar ook spint en volwassen rozenkever kunnen grote schade aanbrengen. Een rozenkever eet graag rozenblaadjes zoals zijn naam doet vermoeden waardoor vernield worden.
Nuttige insecten, luizeneters, slakkeneters en muizeneters leven samen en houden onze rozen gezond. Zweefvliegen, bijen, wespen, lieveheerstbeestjes en diverse vogels zijn voorbeelden van zeer nuttige bondgenoten in deze tuin. De larven van vele zweefvliegen jagen bijvoorbeeld actief op bladluizen.
Honingbijen en hommels zijn voor rozen de belangrijkste bestuivers. Dezelfde bloemen voorzien bijen weer van stuifmeel. Ze kunnen dus niet zonder elkaar. De geur die rozenbloemen verspreiden, is een extra wapen om insecten al vanaf grote afstand te lokken.
Rozenbottels voor vogels
In het najaar en de winter eten vogels, waaronder lijsters, merels en koperwieken, de rozenbottels. Daarnaast peuteren sommige vogelsoorten, zoals groenlingen en puttertjes, de zaden uit de bottels. Deze vogels pikken ook veel luizen en rupsen van de plant.
Rozen houden van zon en ruimte.
Plant ze op een plek waar minimaal 5 tot 6 uur zon staat (of kies een soort die het ook in de halfschaduw doet) en waar niet eerder rozen hebben gestaan (rozenaaltjes!). Zet ze nooit dicht tegen een muur aan, daar is het te droog.
Door aantasting met roest kunnen jonge scheuten afsterven en kan de roos alle bladeren verliezen, waarna hij doodgaat. Roest op rozen bestrijden: Geef rozen een voeding met veel kalium en verwijder aangetaste bladeren. Snoei de roos en verwijder alle aangetaste scheuten.
Wat zijn wilde scheuten bij rozen? Wilde scheuten zijn takken die uit de wilde onderstam groeien. De meeste rozen zijn geënt op een wilde onderstam, zoals dat ook bij bijvoorbeeld fruitbomen gebeurt. Daardoor kan het voorkomen dat er op deze onderstam zelf ook blad en bloemen beginnen te groeien.
Wanneer de eerste schadelijke insecten verschijnen, moet de plant worden behandeld met een insecticide. Daarbij moeten vooral de onderkanten van de bladeren worden bespoten. De volwassen dieren worden bijzonder goed bereikt wanneer de bestrijdingsmaatregel in de ochtenduren wordt uitgevoerd.
Planten met de grootste kans zijn: tulpen, rozen, Muscari, geraniums, Ilex, pronkbonen, frambozen, Camellia en Rhododendron. Als Britse tuineigenaren hertenschade willen voorkomen, kunnen ze volgens de RHS dus bepaalde planten beter vervangen door andere soorten die herten juist niet graag lusten.
Afwasmiddel is totaal niet giftig voor de plant noch voor de mens maar wel voor de bladluis. Vul een verstuiver met water en doe er een scheut afwasmiddel bij. Kies daarbij wel voor een natuurlijk afwasmiddel. Goed schudden.
Rozenkever bestrijden kan met behulp van natuurlijke vijanden. Maak hiervoor gebruik van nematoden – ofwel aaltjes. De nematoden dringen de larven van de rozenkever binnen, waarna de larven doodgaan. Ongeveer zes weken na de vlucht van de kevers komen de eerste eitjes uit.
Spiritus zeep
Bestrijd spint door de plant te bespuiten met een mengsel van water, groene zeep en spiritus. De verhouding tot het water is 2 procent groene zeep en 1 procent spiritus. Het is verstandig om dit vooral in de avonduren te doen, dan komen vaak de eitjes uit en vergiftig je gelijk de jongste beestjes.
Rozenroest is een schimmelziekte die meestal voorkomt bij minder goed verzorgde en verzwakte planten. De sporen van de Phragmidium mucronatum worden door de wind verspreid. In het voorjaar verschijnen er kleine oranje vlekjes op stengel en bladstelen.
De luizen komen met de tocht binnen en nestelen zich in de plant. Deze beestjes krijgen in een mum van tijd jongen die ook snel alweer nieuwe baby's kunnen krijgen. Daardoor kan je plant er voor je er erg in hebt helemaal onder zitten. Luizen komen vooral op de geur van een plant af.
Een oorwormpot is een fijn hotel voor de oorwormen. En je kunt hem zelf maken! Oorwormen eten graag bladluizen, mijten en de eieren van deze beestjes. Ze kunnen de planten in je tuin dus beschermen tegen dit ongedierte.
Planten en rozen zijn voor bladluizen namelijk een belangrijke voedingsbron. Om zoveel mogelijk voedingsstoffen binnen te krijgen, nestelen bladluizen zich vaak op groeipunten. Dit zijn bijvoorbeeld de toppen van één van de jonge stengels of op de plek waar een bloemknop begint te groeien.
De geur van menselijk haar schrikt herten af. Stop wat haar in een sok of panty. Hang die in je moestuin voor hetzelfde effect. Hang er vooral veel aan de randen van de groentebedden en langs de buitenste paden.
Dit houdt in dat het dier alleen planten eet. Denk hierbij aan bramen, twijgen, besjes, kruiden, bladeren en paddenstoelen. Omdat reeën veel planten eten, drinken ze niet veel. Het water uit de planten is meestal voldoende voor ze.
Reeën vullen hun voedsel seizoensgebonden aan: in de lente jonge blaadjes; in de herfst eikels, paddenstoelen en noten en in de winter twijgen en knoppen. Reeën eten enkel de meest voedzame delen van de plant.
Spint is verre familie van de spin. Onder een loep lijken ze ook op kleine spinnetjes, maar met het blote oog zie je vaak kleine zwarte, gele of witte stipjes op je kamerplant zitten. Ze maken kleine webjes tussen de nerven van je planten en ontrekken de plant van voedingsstoffen.
De wesp snijdt een kleine opening in de rozenbladeren en legt daar eitjes in. De larven van de rozenbladwesp lijken op kleine rupsen die maar al te graag je rozen opeten. De rozenbladwesp komt in het voorjaar voor, van ongeveer maart tot juni en afhankelijk van de temperatuur.
Voedsel. Alle Cicaden leven van plantensappen die ze opzuigen met hun zuig/steeksnuit. Sommige soorten hebben een specifieke waardplant, andere soorten leven op verwante plantensoorten.
Wilde scheuten die groeien uit de onderstam of wortels van bijvoorbeeld stamrozen, klimrozen en struikrozen moeten worden weggetrokken.
In maart is het tijd om rozen te snoeien. Ook al lopen de eerste takken al uit, toch blijft maart de beste tijd om te snoeien. Snoei niet als het overdag nog vriest.
Zonodig neemt u een of twee takken bij de basis weg. Om de struik op maat te houden knipt u een derde van de andere takken af. Dit geldt ook voor oude rozen met een remonterende bloei ('Sweetheart'). Wilde rozen zoals Rosa glauca en Rosa rugosa snoeit u alleen om de struik te verjongen.