Een internationaal team van onderzoekers heeft een meercellig dier ontdekt dat geen zuurstof ademt. Het gaat om een parasiet die behoort tot de stam van de Myxozoa en die Henneguya salminicola heet. De parasiet heeft geen mitochondriaal DNA en zijn mitochondriën zijn niet meer functioneel.
Naast de naakte molrat is de epaulethaai een van de weinige dieren die bij normale temperaturen weet te overleven zonder zuurstof.
Bijen, mieren en sprinkhanen hebben zuurstof nodig om te overleven, maar insecten hebben geen longen. Ze halen adem via piepkleine gaatjes in hun skelet. Bijen, mieren en sprinkhanen hebben zuurstof nodig om te overleven, maar insecten hebben geen longen. Ze halen adem via piepkleine gaatjes in hun skelet.
Waarschijnlijk de meest ongewone vorm van ademen in het hele dierenrijk is bij sommige soorten schildpad te vinden. Ze ademen met hun achterwerk - preciezer gezegd door hun cloaca.
Muizen, ratten en varkens blijken via hun achterwerk zuurstof te kunnen krijgen. Foto ter illustratie. Mensen en veel dieren krijgen zuurstof binnen via hun longen of kieuwen, maar sommige vis- en spinsoorten hebben in noodgevallen een achtervang om te overleven, namelijk hun anus.
Insecten hebben geen longen. Ze ademen via piepkleine gaatjes in hun skelet, dat aan de buitenkant zit.
Een vis heeft geen longen om dat te doen, maar kieuwen. Water stroomt in de bek van de vis, langs de kieuwen. Daar wordt de zuurstof uit het water gefilterd en komt het in het bloed van de vis. Door de kieuwopeningen stroomt het zuurstofarme water weer uit de vis.
De dieren beschikken over een speciale tong waarmee ze onderwater kunnen ademen. De bijzonder kleine tong van de muskusschildpad bevat speciale cellen die zuurstof kunnen ontrekken aan water. Het dier gebruikt zijn tong dan ook voornamelijk om te ademen en niet om voedsel te verorberen.
Alles wat leeft heeft zuurstof nodig. Maar hoe halen we de zuurstof uit de lucht? Reptielen, vogels en zoogdieren, dus ook mensen, gebruiken daarvoor longen. Als je inademt komt de lucht door je neus of je mond in de luchtpijp.
Gewoon longen
Ze zullen deze longen dus net als wij steeds moeten voorzien van verse lucht door adem te halen. Als duiker zie je ze daarom af en toe naar boven zwemmen, een hapje lucht nemen, en weer afdalen. Sommige schildpadden hebben voor dat ademhalen een extra lange nek. Ze hoeven dan niet helemaal boven te komen.
Wanneer katten met een verstopte neus door hun mond gaan ademen, is de kans aanwezig dat de ontsteking afdaalt naar de luchtpijp en de longen. Vooral bij jonge katten verloopt de ziekte ernstiger – zeker als het calicivirus de veroorzaker is – en kan het zelfs fataal zijn. Bovendien kan niesziekte chronisch worden.
Ademhalen is een natuurlijk proces en uiteraard van levensbelang. Een hond in rust ademt normaal gesproken door zijn neus. Hierbij bewegen de borstkas en buik naar buiten toe. Pas als een hond zich gaat inspannen of het benauwd heeft gaat het ook ademhalen via zijn bek.
Laten we die misvatting meteen uit de wereld helpen, want de huid kan helemaal niet ademen. De huid vormt juist een barrière met de buitenwereld om ons te beschermen tegen invloeden van buitenaf en infecties.
Eerst door de mond of de neus dan door de longen en dan kan er 20 kilo aan lucht in de longen kwijt en dan gaat het er weet via de neus of de mond weer uit. 2. Ademt de tijger net als mensen? De tijger haalt in principe het zelfde adem als de mens want de volgorde van de ademhaling is precies hetzelfde.
Gaswisseling is dat het zuurstof uit de lucht in de longblaasjes naar het bloed in de longhaarvaatjes gaat. Zuurstof uit de lucht in de longblaasjes gaat naar het bloed in de longhaarvaatjes. De koolstofdioxide in het bloed in de haarvaatjes gaat naar de lucht in de longblaasjes. Deze lucht adem je dan weer uit.
Spinnen behoren tot de geleedpotigen en hebben dus geen longen zoals zoogdieren. Veel spinnen hebben zogenaamde boeklongen die de naam danken aan de vele bladachtige plaatjes die zuurstof opnemen. Veel soorten hebben ook vertakte buisjes die het lichaam van zuurstof voorzien, een zogenaamd tracheeënstelsel.
De harten van reptielen, amfibieën en vissen zijn heel anders gebouwd. Ongewervelde dieren, zoals insecten, wormen, week- en holtedieren, hebben een heel eenvoudig of helemaal geen hart.
Mieren ademen door hun huid en hebben dus vrijwel geen ventilatie nodig. Er zit een ventilatie rooster in het deksel, maar ook door de aansluit openingen komt zuurstof binnen. Als je een extra opening selecteert dan heb je in totaal 2 openingen.
Octopussen en inktvissen
Iedere octopus en inktvis heeft in totaal drie harten. Er is één hoofdhart dat zuurstofrijk bloed door het hele lichaam pompt. De andere twee harten pompen zuurstof van de kieuwen naar het hoofdhart. Deze dieren hebben die extra harten nodig door de samenstelling van hun bloed.
Het dier dat het langste onder water kan blijven is de zogeheten onechte karetschildpad: ruim 5 uur.
Alle waterschildpadden slapen op de bodem van het water behalve de bosbeekschildpad, die wilt nog wel eens net als een landschildpad in een hol in de grond overwinteren. Dus in principe heeft u niet veel omkijken naar een waterschildpad in rust.
De groene zeeschildpad slaapt onder water in holen en spleten. Hij kan daarbij zo'n 2,5 uur zijn adem inhouden. Daarna moet hij weer bovenkomen om te ademen. Soms gaan ze 's nachts aan land om daar te slapen.
Ze halen adem met longen, dus niet met kieuwen en ze zijn warmbloedig. Wat raar is, is dat zoogdieren meestal behaard zijn en dolfijnen zijn dat niet. Ze hebben alleen voor hun geboorte en vlak erna wel haren op hun snuit gehad. Andere zeezoogdieren zijn zeehonden, zeeleeuwen, walrussen en walvissen.
Ademen Haaien ademen met hun kieuwen. Aan beide zijkanten van de kop zitten meestal 5 kieuwspleten. Wanneer zijn bek open gaat, zijn die kieuwspleten gesloten. Wanneer de haai zijn bek dicht doet, gaan de kieuwspleten open.
De rechterlong heeft drie kwabben en de linkerlong twee. Rondom de longen zitten twee vliezen: het longvlies en het borstvlies. Deze vliezen worden pleura genoemd.