De huid van een honingdas is zeer taai en die vormt daarom een natuurlijke bescherming tegen bijensteken en slangenbeten. Van de beet van een giftige slang wordt hij wel bewusteloos en slaapt dan enkele uren, maar daarna wordt hij weer wakker.
De buidelrat kan in de toekomst wel eens duizenden mensenlevens gaan redden. Het dier blijkt namelijk te beschikken over een stofje dat ervoor zorgt dat slangengif niet langer giftig is. Jaarlijks komt het meer dan 420.000 keer voor dat een giftige slang een mens bijt.
Ze hebben vele vijanden : andere slangen, vogels, krokodillen, zoogdieren en zelfs sommige vissen en amfibieën zijn een gevaar. De belangrijkste vijand is de mens.
Het lichaam maakt ook antistoffen tegen gifstoffen zoals slangengif. Maar het immuunsysteem werkt niet snel genoeg om het slangengif te ontgiftigen. Als iemand is gebeten door een slag krijgt de patiënt direct via een serum antistoffen tegen het betreffende slangengif ingespoten.
De meeste soorten gifslangen gaan niet dood als ze zichzelf zouden bijten. Ze zijn immuun voor hun eigen gif. In hun bloed zitten bepaalde stofjes (antilichamen) die er voor zorgen dat het gif geen kwaad kan.
Doorgaans eten ze kleinere dieren, bijvoorbeeld konijnen of vogels. Pythons van deze afmetingen kunnen in principe alles eten wat ze willen, maar mensen staan doorgaans niet op hun menu. Er zijn dan ook weinig gevallen bekend waarbij een mens door een python werd opgegeten.
De zwarte mamba staat bekend als 's werelds dodelijkste slang. Ze wonen in de savanne in het zuiden en oosten van Afrika, en ze zijn een van de snelste slangen ter wereld – ze kunnen snelheden van twintig kilometer per uur halen.
Passieve immuniteit is een tijdelijke vorm van bescherming tegen ziekteverwekkers, die ontstaat door het direct inspuiten van antistoffen ('kunstmatige passieve immunisatie'), moedermelk of uitwisseling via de navelstreng ('natuurlijke passieve immunisatie').
Sommige slangen hebben gif waarmee ze een olifant zouden kunnen doden. Het is zo sterk dat ze er muizen en vogels pijlsnel mee kunnen verlammen en verorberen, want voor kleine dieren is een heel klein beetje gif al genoeg.
Een beet van de koningscobra kan de grootste dieren doden, zelfs fatale beten bij een volwassen olifant zijn bekend. De beet van de cobra is voor een olifant alleen gevaarlijk als in de dunne delen van de huid wordt gebeten, zoals het slurfuiteinde of in de dunne randen van de teennagels.
Slangen hebben net als veel andere dieren een spijsverteringsstelsel met onder andere een maag, lever en darmen. Bij slangen komt de ontlasting uit de darm en de urine uit de nieren samen in een ruimte. Die ruimte wordt de cloaca genoemd. Slangen poepen en plassen tegelijk.
De slangenarend is een aansprekende soort van het Middellandse Zeegebied, in gebieden met veel slangen en andere reptielen, het hoofdvoedsel van deze roofvogel. Zweeft langdurig op zoek naar prooi en bidt vaak, heel hoog in de lucht.
Het risico dat een slang zijn tong zou doorprikken is daardoor zéér klein. Slangengif is in principe speeksel dat tevens bedoeld is om een prooi te verdoven of te verlammen.
Mithridatisme is een methode om jezelf te beschermen tegen bepaalde giftige stoffen door subtiele blootstelling aan niet-dodelijke hoeveelheden van de stof. Het doel van mithridatisme is om uiteindelijk immuun te worden tegen de betreffende gifstof waardoor blootstelling hieraan geen gevaar meer oplevert.
De meeste slangen doden hun prooi met hun tanden. Die vlijmscherpe tanden zijn naar achteren gericht.
Door vaccinaties komen sommige infectieziekten, zoals polio en difterie, nog maar amper voor. Bij een hoge vaccinatiegraad (95%) treedt 'groepsbescherming' op. De kans op een uitbraak van een van de infectieziekten waarvoor wordt gevaccineerd, is dan heel klein.
Nadat je besmet bent met een virus, gaat je lichaam aan de slag om antistoffen aan te maken. Ook na vaccinatie worden er antistoffen gemaakt. Antistoffen herkennen het virus en helpen om het te bestrijden. Het afweersysteem van het lichaam maakt deze antistoffen aan.
Het verworven immuunsysteem
Het immuunsysteem kan ziekteverwekkers onthouden nadat het er eenmalig mee in aanraking is geweest. Wanneer je lichaam nogmaals met dezelfde ziekteverwekker besmet raakt, weet je lichaam de infectie sneller te onderdrukken. Je bent vervolgens immuun voor de ziekteverwekker.
Een goede weerstand, de naam zegt het al, zorgt ervoor dat je lichaam goed weerstand biedt tegen virussen, bacteriën, schimmels en parasieten. Wanneer je een lage weerstand hebt, werkt je afweersysteem niet goed. Je bent niet goed opgewassen tegen ziekteverwekkers en wordt daarom snel ziek.
Aanhoudende vermoeidheid is een van de voornaamste symptomen van een verzwakt immuunsysteem. Hoewel dit ook te maken kan hebben met chronische stress of laaggradige ontsteking, gaat het bij een verminderde weerstand vaak gepaard met regelmatig terugkerende ziektebeelden of infecties.
Het afweersysteem speelt een opvallende dubbelrol bij COVID-19. Een effectieve afweerrespons zorgt dat het virus aangevallen en opgeruimd wordt, maar als dat niet goed lukt, lijkt een hyper-activatie van het afweersysteem te ontstaan dat juist tot ernstige problemen leidt.
„Dat is ook zoiets. Mensen beweren dat het niet kan, maar ik heb anaconda's veel grotere prooien zien eten dan mensen. Een wild zwijn bijvoorbeeld en een kaaiman. Als de anaconda eenmaal de menselijke ribbenkast in elkaar heeft gedrukt, zijn we niet meer zo groot.
Basilikos is het Grieks voor kleine koning. De Basilisk is de Koning der Slangen, en was van oorsprong niet zo groot als hij nu is.