In Nederland gebruiken we onder andere acetylsalicylzuur (Aspirine®) en carbasalaatcalcium (Ascal®) als plaatjesremmers. Carbasalaatcalcium is een vorm van acetylsalicylzuur die beter in water oplost en daarom minder bijwerkingen geeft.
Voorbeelden zijn Apixaban (Eliquis®), Dabigatran (Pradaxa®), Edoxaban (Lixiana®) en Rivaroxaban (Xarelto®). Het grote voordeel is dat deze producten minder onderhevig zijn aan de schommelingen in het bloed, waardoor je het minder moet controleren.
Trombocytenaggregatieremmers, ook wel plaatjesremmers. Dit worden in de volksmond ook wel de 'lichte' bloedverdunners genoemd. Deze tabletten zorgen ervoor dat de bloedplaatjes, die een rol hebben in de stolling van het bloed, minder snel samenkleven.
De nieuwe anticoagulantia hebben veel succes
Sinds enkele jaren werd een nieuwe familie van anticoagulantia op de markt gebracht: de « nieuwe orale anticoagulantia» of NOACs. Er zijn er vier: Eliquis® (apixaban), Pradaxa® (dabigatran), Xarelto® (rivaroxaban) en Lixiana® (edoxaban).
Een alternatief voor de 'traditionele' bloedverdunners zijn de zogeheten nieuwe orale anticoagulantia (NOAC). De voordelen van deze medicijnen is dat u een vaste dosis per dag neemt en u niet op controle hoeft bij de trombosedienst.
Wat mag je niet doen met bloedverdunners? Je mag bloedverdunners niet combineren met bepaalde pijnstillers en drugs die een bloedverdunnende werking hebben, zoals alcohol. Ook kun je het beste voedsel en supplementen met vitamine K vermijden tijdens het gebruik van bloedverdunners.
Bloedverdunners en vruchtensap
"Studies tonen aan dat je ook geen cranberry-, grapefruit- en granaatappelsap mag drinken, als je bloedverdunners gebruikt", adviseert Dr. Jay Bishop, specialist in vasculaire geneeskunde.
De nieuwe orale anticoagulantia
Dit zijn rivaroxaban en apixaban , die directe remmers zijn van geactiveerde factor X (Xa), en dabigatran, dat een directe remmer is van trombine (IIa). Trombine en FXa zijn beide belangrijke enzymen in de stollingscascade.
Als je bloedverdunners en alcohol gebruikt en jezelf bijvoorbeeld stoot, is de kans op interne of uitwendige bloedingen daarom groter. Dit kan leiden tot verschillende problemen. Het advies is daarom om niet te veel en niet te vaak alcohol te drinken, wanneer je ook bloedverdunners slikt.
U mag acetylsalicylzuur in principe niet gebruiken bij: maag- en/of dunne darmbloeding(en) in de voorgeschiedenis, maagzweer, maaginfectie, overgevoeligheid voor aspirine, chronische darmziekten zoals Crohn en Colitis Ulcerosa, astma aanval na gebruik aspirine of bij lage bloedplaatjes.
Het is belangrijk dat u alle tabletten tegelijk op een vast tijdstip inneemt (bij voorkeur rond 18.00 uur 's avonds). Hierdoor kunnen wijzigingen in de antistollingsmedicatie nog dezelfde dag worden nageleefd. Het kan namelijk voorkomen dat op de dag van uw controle direct uw dosering moet worden aangepast.
Tot de meest voorkomende bloedverdunners behoren apixaban (Eliquis), dabigatran (Pradaxa), edoxaban (Savaysa, Lixiana), enoxaparine (Lovenox), heparine, rivaroxaban (Xarelto), warfarine (Jantoven), aspirine, clopidogrel (Plavix), dipyridamol (Persantine), prasugrel (Effient) en ticagrelor (Brilinta).
Opmerking: Mensen die bloedverdunners gebruiken moeten voorzichtig zijn met gember vanwege het potentieel om de bloedstolling te beïnvloeden.
Bloedverdunners zijn acenocoumarol, acetylsalicylzuur en clopidogrel. Wees voorzichtig met het drinken van alcohol en met het gebruik van ontstekingsremmende pijnstillers. Heeft u veel last van maagpijn, meld het dan bij uw arts. Acenocoumarol kan bloeduitstortingen veroorzaken.
Omdat amiodaron, diltiazem en verapamil concurrenten zijn van P-glycoproteïne en remmers van cytochroom P450 3A4, kan het gelijktijdig voorschrijven ervan met een DOAC leiden tot een verhoogd risico op geneesmiddelinteracties, wat kan leiden tot trombo-embolische of bloedingscomplicaties.
Antistollingsmiddelen worden in de volksmond ook wel bloedverdunners genoemd. Eigenlijk klopt die naam niet. Antistollingsmiddelen verdunnen het bloed niet. Antistollingsmiddelen zorgen ervoor dat er geen ongewenste bloedstolsels ontstaan.
Als men gevarieerd eet, is er geen probleem. De seizoensgebonden variaties worden door de trombosediensten opgepikt en de dosis aangepast. De beperkte dagelijkse schommelingen vormen niet echt een probleem. Men moet dan ook geen bepaalde voedingsmiddelen vermijden.
Positief is dat patiënten veel voedingsmiddelen kunnen consumeren die als veilig worden beschouwd als ze anticoagulantia nemen. Dit zijn de voedingsmiddelen die als veilig worden beschouwd om te consumeren : vlees, vis en eieren. Melk, kaas en yoghurt.
Medicijnen worden opgenomen en afgebroken in het lichaam. Stoffen in grapefruit en sinaasappel vertragen de opname van het medicijn of houden deze tijdelijk tegen.
Omdat u een bloedverdunner gebruikt, moet u proberen uzelf niet te verwonden en geen bloedingen te veroorzaken. U moet voorzichtig zijn wanneer u messen, scharen, scheermessen of andere scherpe voorwerpen gebruikt die bloedingen kunnen veroorzaken . U moet ook activiteiten en sporten vermijden die letsel kunnen veroorzaken. Zwemmen en wandelen zijn veilige activiteiten.
Koude handen en voeten zijn typische bijwerkingen van één groep bloeddrukverlagende middelen: de bètablokkers, met namen eindigend op -lol, zoals atenolol, metoprolol, bisoprolol. Ze laten het hart trager kloppen maar verminderen ook de doorbloeding van de spieren in handen en voeten, die daardoor koud worden.
Vitamine K en bloedverdunners. Als u bloedverdunners gebruikt, is het belangrijk om voorzichtig te zijn met vitamine K.