Bestek. Je begint met het bestek dat het verste van de borden af ligt. Vorken mogen links, messen en lepels rechts. De scherpe kant van de messen wijzen richting het bord.
Werk met het bestek van buiten naar binnen: het bestek dat je eerst nodig hebt ligt aan de buitenkant. De vorken liggen aan de linkerkant, messen en lepels aan de rechterkant. Zorg dat de snijzijde van het mes naar binnen wijst. Het bestek voor het nagerecht ligt altijd horizontaal boven het bord.
Ben je helemaal klaar met eten, dan leg je je bestek recht tegen elkaar, ietsje naar rechts op je bord. Leg je je horizontaal naast elkaar op je bord, dan betekend het dat je zeer tevreden bent over het diner. Wanneer je niet tevreden bent, dan leg je je bestek kruislings met je mes in je vork op je bord.
Bij een formele tafelsetting worden drie glazen rechtsboven de borden neergezet. Zet de glazen in een driehoek met het waterglas linksonder, het rode wijnglas boven en het witte wijnglas rechtsonder. Het servet mag links naast het bord of op een bord.
Voor het hoofdgerecht het grote bord, voor het voorgerecht het kleine bord en voor de soep of de pasta een diep bord of een kom. Dan het bestek. De vorken liggen altijd links. De grote vork voor het hoofdgerecht ligt aan de binnenkant.
Het glas dat het eerst wordt gebruikt staat het meest rechts. Het waterglas staat het meest links van het rijtje. De glazen worden over het algemeen wat diagonaal op tafel geplaatst.
De glazen staan rechtsboven de borden/bestek. Deze zijn opgesteld in een soort van driehoek. Het waterglas staat linksonder, het rode wijnglas daar iets boven(in het midden) en het witte wijnglas rechtsonder. De rode wijn schenk je altijd in het grotere glas.
Handen altijd boven de tafel
De eerste etiquetteregels dateren uit de tijd van Lodewijk XIV. Hij eiste van iedereen dat de handen boven de tafel werden gehouden, omdat hij anders geen controle over zijn gasten had. Je ellebogen mogen nooit op tafel rusten, de helft van de onderarm rust op de tafelrand.
De vorken liggen links van het bord en de messen rechts. De lepels liggen rechts van het mes. Houd je vork altijd in je linker- en het mes in je rechterhand.
Broodbord links naast het bestek
Als u een verse chiabatta of foccacia wilt serveren, plaats het broodbord dan links naast het bestek. Het bijpassende broodmes komt aan de rechterrand te liggen.
Met prachtige servetten, een tafelloper of placemats geef je de tafel een feestelijke look. Het servet leg je links, naast de vorken. Op het bord kan ook (13). Je kunt het servet ook nog op een bijzondere manier vouwen of decoreren met bloemen.
Over het algemeen raden we iedereen aan om minimaal vijf stuks bestek van ieder soort bestek per bewoner in huis te hebben. Wanneer je dus met vier mensen in jouw woning eet, dan zou je het over het algemeen moeten redden met twintig stuks van ieder soort bestek. Nu hangt dit wel volledig van jullie thuissituatie af.
Laten weten dat je klaar bent met eten
Plaats je mes en vork samen in het midden – op vier uur – van het bord. De scherpe kant van het mes wijst altijd naar binnen richting de vork.
Biedt u echter een schotel aan waarvan gasten iets kunnen nemen, dan doet u dit links. De meeste gasten zijn immers rechtshandig en als u rechts serveert dan is het voor de gasten vrij onhandig om iets van de schotel te nemen. Ook het afruimen gebeurt aan de rechterzijde van de gast.
Je begint altijd met het bestek dat aan de buitenkant ligt en je werkt naar binnen toe. Werk je make-up en/of je haar niet bij als je aan tafel zit. Doe geen zout, peper of sauzen op je eten voordat je het geproefd hebt. Voedsel wordt altijd links geserveerd en rechts afgeruimd.
Anders dan in Japan, is het in China juist niet de bedoeling om je hele bord leeg te eten. Je geeft daarmee namelijk aan dat je niet genoeg gehad hebt. Laat dus altijd wat eten staan. In Nederland is het echt not done om aan tafel te boeren.
Smakken aan tafel getuigt niet van de allerbeste tafelmanieren, maar uit recent onderzoek blijkt dat het wel eens goed voor de lijn kan zijn. Smakkende mensen eten immers onbewust minder door het zogenaamde 'kraakeffect'.
Of je nu in een restaurant eet of thuis een diner host, ook aan het neerleggen van je bestek ná het eten kleven allerlei regels. Ben je uitgegeten? Dan leg je je bestek schuin neer op je bord, met de punten van het bestek naar linksboven gericht.Je mes ligt boven je vork en met de scherpe kant naar je vork gericht.
De servet moet dubbelgevouwen in een driehoek, met de punt naar beneden, op je schoot gelegd worden. Daarmee creëer je een natuurlijk 'gootje' naar beneden. Als je nou echt tijdens het diner naar het toilet moet, leg je servet dan op je stoel. Daarmee geef je aan dat je nog terugkomt.
Doe een scheutje azijn in een bak met warm water en zet je glazen erin.Laat ze een poosje weken en maak ze vervolgens schoon met een vochtige doek. Let op: gebruik geen (afwas)borstel of schuurspons, want dit veroorzaakt krassen!
Het waterglas is het grootste glas en plaats je altijd links.Daarnaast schik je de wijnglazen van links naar rechts: eerst het rode wijn glas, gevolgd door het witte wijn glas. Stem de hoeveelheid glazen goed af op de hoeveelheid en het type dranken die je gaat serveren.
soeplepel en links van het bord de vork. (indien noodig twee messen en twee vorken naast elkaar).
Hier hoort het lepeltje naar links te wijzen en het vorkje naar rechts. Zo kunnen de tafelgasten namelijk het dessertbestek zelf naast het bord schuiven nadat het hoofdgerecht of een laatste tussengerecht heeft plaatsgemaakt voor het dessert.
Een dessertvork en een saladevork worden soms door elkaar gebruikt, hoewel echte dessertvorkjes iets kleiner en dunner zijn dan een saladevork. Het wordt voornamelijk gebruikt voor het eten van desserts zoals cake of taart.