Kenmerken van dementie vergeetachtigheid; taalproblemen, bijvoorbeeld niet op woorden kunnen komen of de betekenis van woorden vergeten; gedragsverandering, bijvoorbeeld ongeduldiger worden, of woedeaanvallen; problemen met dagelijkse handelingen, zoals boodschappen doen of het bedienen van een computer.
Mensen met dementie kunnen hun ziekte vaak goed verbloemen. Dit heet 'façade gedrag' en dit is één van de kenmerkende symptomen van dementie.
1. De eerste fase van dementie. In de eerste fase van dementie zie je de eerste kleine veranderingen in gedrag en persoonlijkheid. Dat kun je merken aan geheugenproblemen, meerdere kleine beroertes of tia's, problemen met spraak- en taal, of egoïstisch en gevoelloos gedrag.
Als de huisarts het vermoeden heeft dat er sprake is van dementie, kan hij of zij een MMSE test afnemen. Deze dementie test geeft geen diagnose, maar geeft een algemeen beeld van iemands geheugen en zijn of haar vaardigheden. Deze dementie test geeft de huisarts een indicatie of het nodig is om nader onderzoek te doen.
Zo gebruiken ze vaak dezelfde woorden, beginnen ze grammaticale fouten te maken en begrijpen ze lange en complexe zinnen minder goed. Gaandeweg krijgen ze ook moeite met abstract denken. Ze kunnen moeilijk de waarde van geld inschatten en kunnen zich moeilijker oriënteren in tijd en ruimte.
Afhankelijk van het hersengebied dat is aangedaan, kunnen ook motorische veranderingen optreden zoals slecht lopen, verlamming of gevoelsverlies. Dit komt bijvoorbeeld vaak voor bij vasculaire dementie, maar in latere stadia ook bij andere hersenaandoeningen met dementie.
In de vroege stadia van dementie kan een persoon zich bewust zijn van verwarring, maar ze kunnen hun symptomen toeschrijven aan angst of stress . Ze kunnen zich ook bewust zijn van geheugenproblemen of desoriëntatie. Naarmate de aandoening vordert, kan het individu zijn verwarring mogelijk niet goed communiceren.
Diabetes en hart- en vaatziekten zijn risicofactoren voor dementie. Daarnaast lijken vezels ook nog bij te dragen aan het verminderen van ontstekingen in het lichaam. Ook ontstekingen spelen vaak een rol bij dementie.
Frequent en lang slapen overdag komt veel voor bij de ziekte van Alzheimer. Dat komt doordat stoornissen in de hersenen het slaap-waakritme ontregelen. Amerikaanse onderzoekers gingen na of middagdutjes een aanwijzing kunnen zijn om later de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen (1).
LATE lijkt qua uiterlijke symptomen heel erg op alzheimer, maar in de hersenen zie je een heel ander beeld en het gaat eigenlijk om een andere ziekte. LATE ontwikkelt zich in een ander gebied van de hersenen dan alzheimer en heeft ook een veel trager verloop.
Meer dan vergeten te eten
Dit onderzoek laat zien dat gewichtsverlies een direct verband heeft met het ziekteproces, zoals gemeten met de Alzheimer biomarkers. Dat betekent dat gewichtsverlies bij patiënten met dementie door Alzheimer niet alleen komt doordat zij vergeten te eten.
Achterdocht is een van de eerste gedragsveranderingen bij dementie. Uw naaste raakt in de war omdat hij/zij situaties niet goed meer kan inschatten. Uw naaste raakt spullen kwijt en herkent anderen niet meer. Doordat grip op de wereld verminderd, kan achterdocht ontstaan.
Veranderingen in het gedrag zie je bij alle vormen van dementie. Mensen kunnen achterdochtig of angstig worden. Maar ook lusteloosheid, somberheid en dwaalgedrag komen vaak voor. Sommige mensen worden liever, anderen zijn juist vaker boos of kunnen zelfs agressief gedrag laten zien.
Wanneer iemand de diagnose dementie krijgt , begrijpt of accepteert hij/zij de diagnose mogelijk niet . Ook kan het zijn dat ze zich niet of nauwelijks bewust zijn van hun symptomen en de problemen die ze hebben, zelfs als deze voor de mensen om hen heen duidelijk zijn.
Wanneer het vermoeden bestaat dat iemand dementie heeft, wordt bij de huisarts het gedrag, geheugen, taalvermogen en concentratie getest. Bij twijfel kan de huisarts deze persoon doorsturen naar een specialist bij een geheugenpoli of de afdeling neurologie van een ziekenhuis.
Alzheimer is een progressieve ziekte.Progressief betekent in dit geval dat de ziekte steeds verder toeneemt en steeds meer hersencellen beschadigt. Dat wordt niet meer beter. Iemand met de ziekte van Alzheimer of een andere vorm van dementie kan daardoor steeds minder goed onthouden en begrijpen.
Bij verbale agressie kan het gaan om schreeuwen, vloeken, maar ook om het maken van denigrerende opmerkingen. Dit komt voornamelijk door frustratie die speelt bij dementie. Hier is vooral sprake van wanneer ouderen zich nog in het beginstadium bevinden, en zich bewust zijn van het feit dat de ziekte ze verandert.
Uiteindelijk overlijden veel mensen aan een ernstige beroerte of hartinfarct. De gemiddelde levensverwachting bij frontotemporale dementie (FTD) is zes tot acht jaar. Door hersenbeschadiging krijgen mensen last van fysieke aandoeningen zoals slikproblemen.
Bij interactieroepen is er iets onaangenaams in de omgeving aanwezig, waardoor de dementerende roept. Sommige dementerenden praten dan weer hardop in zichzelf om weer een soort van contact met zichzelf te krijgen.
'Mild Cognitive Impairment' (MCI) betekent 'milde cognitieve stoornis'. Iemand met MCI heeft problemen met het geheugen of met een andere hersenfunctie. Maar hij of zij kan nog goed functioneren in het dagelijks leven. MCI kan in sommige gevallen een voorloper van dementie zijn, maar dit hoeft niet.