De middelen die voor een narcose worden gebruikt zijn slaapmiddelen, spierontspanners en pijnstillers. Ook wordt er vocht toegediend. Slaapmiddelen (anesthetica) worden meestal als eerst toegediend. Dit gebeurt meestal via een infuus.
Bij volwassenen wordt de narcose vaak 'ingeleid' door het geven van een intraveneuze dosis van een anestheticum zoals propofol of etomidaat, waarna voor het onderhouden van de narcose een inhalatie-anestheticum (dampvormig) kan worden gebruikt gecombineerd met analgetica.
Lachgas kent dus verschillende toepassingsgebieden in de medische wereld: in de anesthesie: om patiënten onder narcose te brengen voor een operatie. in verloskamers, op de spoedafdeling en in de ambulance: voor pijnstilling.
De meest voorkomende gevolgen van narcose zijn: slaperigheid, misselijkheid en/of braken, concentratieproblemen, slaapproblemen, hoofdpijn, minder eetlust, spier- en rugpijn en een droge keel of keelpijn (door de beademingsbuis). Deze bijwerkingen zijn van tijdelijke aard.
Het duurt een dag voordat de narcose is uitgewerkt. Uw lichaam zal echter nog enkele dagen tot weken nodig hebben om helemaal te herstellen van de operatie. Na het wakker worden uit de narcose kunt u misselijk zijn en moet u misschien overgeven.
Bij het bijkomen uit de anesthesie zien we soms onrust, labiele emoties en prikkelbaarheid. Dat is meestal goed op te vangen of te behandelen en is vaak van korte duur. Op de dag na de ingreep horen we nogal eens klachten van spierpijn, keelpijn, vermoeidheid, hoofdpijn of duizeligheid, naast natuurlijk napijn.
Narcose kan een zware aanslag op de hersenen zijn. Jonge kinderen kunnen er hersenschade door oplopen, en menige bejaarde die met een gebroken heup in het ziekenhuis belandt, is bij het ontwaken uit de narcose langdurig, soms voorgoed, de weg kwijt.
Beweging heeft veel voordelen en kan je herstel versnellen. Begin daarom de dag van je operatie goed, en zorg ervoor, als dat mogelijk is, dat je al voor de operatie wat beweging hebt gehad. Voor je herstel heb je voldoende spierkracht en een goede conditie nodig.
Ook angst voor de narcose komt veel voor. Tijdens de narcose wordt u nauwkeurig in de gaten gehouden door het anesthesieteam. Uw bloed(druk), hartritme, lichaamstemperatuur en de diepte van uw slaap worden voortdurend gecontroleerd. Het is dan ook erg zeldzaam dat er iets misgaat tijdens een narcose.
Samenvatting. Na een behandeling onder algehele anesthesie kunnen tijdelijke geheugenstoornissen optreden en pre-existente geheugenstoornissen verergeren. In de literatuur wordt een frequentie van postoperatieve cognitiestoornissen van tussen de 10 en 50% gesteld.
Een narcose: je lichaam werkt door, maar op een laag pitje. Je hersenactiviteit is laag, je kunt je niet bewegen, niet slikken en meestal niet zelf ademhalen. Je krijgt niets mee van wat er in de operatiekamer gebeurt.
Moe. Veel patiënten voelen zich nog dagen en soms zelfs maanden na een grote ingreep moe. Als uw lichaam een grote wond heeft zorgen uw hersenen er voor dat u het wat rustiger aan gaat doen. Zo herstelt u sneller.
Voor onze lichte narcose maken we gebruik van lachgas. Lachgas bestaat uit een stof genaamd distikstofmonoxide (N2O). Het lachgas is van medische kwaliteit en is gemengd met pure zuurstof. Het wordt in de medische wereld al ruim 200 jaar toegepast ter verdoving.
Propofol (2,6-di-isopropylfenol) is een kortwerkend i.v. anestheticum. Versterkt waarschijnlijk de remmende werking van GABA op de signaaloverdracht. Heeft ook een anti-emetisch effect. Propofol verlaagt de cerebrale doorbloeding, intracraniële druk en het cerebrale metabolisme.
De apparatuur die je in slaap houdt kan slecht functioneren. De anesthesist heeft tijd nodig om uit te zoeken wat er mis loopt. Tijdens het oplossen van een probleem met het anesthesietoestel zou je kunnen wakker worden.
Door sedatie heeft u tijdens het onderzoek minder last van spanning. Het middel Propofol werkt snel en is ook snel uitgewerkt. U voelt zich rustiger en ervaart minder ongemak van het onderzoek. U slaapt meestal tijdens het hele onderzoek of behandeling.
Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel.
Je geeft iemand anders de controle over je lichaam.” Maar de kans dat het mis gaat, is uiterst klein. Het risico op overlijden is bij 'normale' patiënten kleiner dan het risico dat je loopt als je aan het verkeer deelneemt.
U kunt zich kort na de operatie nog slaperig voelen en af en toe wegdommelen. Dat is heel normaal. Met het uitwerken van de narcose kan er pijn optreden in het operatiegebied. Door de anesthesie, maar ook als gevolg van de operatie kan er misselijkheid optreden.
In de eerste periode na de operatie kan het zijn dat u meer moeite heeft met het ophouden van de ontlasting omdat de sluitspier van uw anus langere tijd niet heeft gewerkt. Deze klachten kunnen zes weken tot drie maanden aanhouden en verdwijnen na verloop van tijd meestal spontaan.
Dat kan door de narcose komen. Die gooit het concentratievermogen soms danig overhoop. Kan tijdelijk zelfs vergeetachtig maken. Maar ook de emoties die met een operatie gepaard gaan, maken ons vermoeid en ongeconcentreerd.
De meeste mensen (6/10) sluiten hun ogen niet helemaal onder narcose. Omdat je oog dan droger wordt en omdat je tijdens een verdoving minder traanvocht maakt, plakt je cornea gemakkelijker aan je ooglid. Wanneer je je ogen helemaal opendoet als je wakker wordt kunnen er kleine scheurtjes ontstaan.
Zenuwbeschadiging. Een uiterst zeldzame complicatie van de anesthesie is een zenuwbeschadiging die voor bijvoorbeeld verlamming of gevoelsstoornissen kan zorgen. Deze zenuwbeschadiging kan het gevolg zijn van het voor langere tijd een moeilijke houding aannemen op de operatietafel.
Net voordat u onder narcose gaat, krijgt u een kapje met zuurstof voorgehouden. Dit ruikt een beetje naar plastic.