De muntjes van 1, 2 en 5 cent zijn roodkleurig, gemaakt van staal met een laagje koper. De 10, 20 en 50 cent muntjes zijn gemaakt van koper, aluminium, zink en tin en zijn geelkleurig. En de 1 en 2 euro munten tot slot zijn een combinatie van laagjes nikkel, koper en messing.
Vijf eurocent is één honderste deel van €5,00 dus, €5,00 : 100 = €0,05.
De munten van 10, 20 en 50 eurocent zijn gemaakt van koper, aluminium, zink en tin. De munten van 1 en 2 euro zijn tweekleurig en bestaan uit nikkel, koper en messing. De binnenring van de 1 euromunt is zilverkleurig en de buitenste ring is goudkleurig.
Binnen zo'n serie is de kleur van de muntjes hetzelfde en is het muntje met meer waarde een stukje groter dan de vorige. Om dus te voorkomen dat de duurste munten te groot gaan worden, begint de nieuwe serie met een wat kleiner muntje dan de grootste van de vorige serie. Dus: 10 cent is kleiner dan 5 cent.
De 10, 20 en 50 eurocent munten zijn gemaakt van koper, aluminium, zink en tin. De 1 en 2 euromunten zijn tweekleurig en bestaan uit nikkel, koper en messing.
Een muntje van 1 cent uit Monaco, uit 2001 of 2002, is om en bij de 100 euro waard. Hetzelfde geldt voor een muntje van 2 cent uit het Vaticaan uit 2002 of 2003. Nog een zeldzaam rostje is dat van 1 cent dat Finland in 2001 uitgaf. Dat is 10 euro waard.
"Vanaf december 2019 zullen de rosse muntjes van 1 en 2 cent uit onze portemonnees verdwijnen", zegt de Rospot-actie van Kom Op Tegen Kanker. Dat heeft alles te maken met de verplichte afronding naar 5 eurocent voor cashbetalingen die ingaat op 1 december.
1 en 2 eurocent blijven wettig betaalmiddel
De munten van 1 en 2 eurocent blijven een wettig betaalmiddel. U kunt met deze munten afrekenen. Heeft een winkelier vooraf duidelijk gemaakt dat hij afrondt? Dan hoeft hij geen munten van 1 en 2 eurocent wisselgeld te geven.
Muntjes van 1 en 2 cent blijven een wettelijk betaalmiddel. Ze worden niet buiten omloop gesteld en verliezen hun waarde niet. Ze kunnen nog altijd gebruikt worden. U hoeft ze dus niet terug te brengen naar de bank.
Ook een twee euro muntstuk heeft het gewicht van 10 gram, dus 1 dag.
Koperdraad of koperen muntjes.
Door een koperdraadje te spannen of wat koperen muntjes (bijv. 5 cent) neer te leggen op de plek waar mieren naar binnen wandelen, bestrijd je mieren. Ze lopen namelijk niet over koper.
De prijs van een vijf cent 1948 van Wilhelmina is afhankelijk van de kwaliteit van de munt deze is te herkennen aan de hoeveelheid slijtage door gebruikerssporen uit die periode. De verzamelwaarde van de 5 cent 1948 Wilhelmina wordt bepaald op kwaliteit.
Een kilogram kleingeld bestaat dus voor 950 gram uit staal en 50 gram uit koper. Die zijn respectievelijk 0,19 en 0,2225 euro waard.
De wet verplicht niemand om wettige betaalmiddelen te accepteren. Winkeliers mogen contant geld (biljetten en munten) of betalen met een pinpas of creditcard weigeren. Wel geven winkeliers meestal aan welke betaalmiddelen ze niet accepteren. Bijvoorbeeld via raamstickers of kassastickers.
Dit doet u als volgt: Is het 3e cijfer achter de komma lager dan 5, dan rondt u het bedrag naar beneden af. Is het 3e cijfer achter de komma 5 of hoger, dan rondt u het bedrag naar boven af.
Dit doet u bij de Nederlandsche Bank (DNB) in Haarlem. Guldenmunten (als dubbeltjes en rijksdaalders) kunt u bij DNB niet meer omwisselen. Andere valuta kunt u alleen omwisselen in het land waar het geld vandaan komt.
Nu koning Albert op pensioen gaat, kan u stilaan letterlijk munt slaan uit hem. Vooral de reeks eurostukken uit 1999 (de eerste met de afbeelding van Albert II) worden waardevol, omdat ze een beperkte oplage van 40.000 exemplaren hadden. Een stuk van 2 euro uit die reeks is al 125 euro waard.