Werkzame elementen zijn onderdelen van een interventie die ervoor zorgen dat de interventie de gewenste uitwerking heeft. Bij het aanpassen van een interventie zijn de werkzame elementen van cruciaal belang.
Werkzame principes zijn theoretische methoden en zijn gekoppeld aan doelen van de interventie. Werkzame principes zijn onderdelen van een interventie die ingrijpen op de veranderbare factoren van de doelgroep.
Een effectieve interventie combineert algemeen werkzame factoren en kernelementen, om zo de juiste resultaten te bereiken. Interventies zijn weldoordachte, systematische aanpakken voor preventie, ondersteuning en hulp bij specifieke risico's en problemen.
Er zijn vier kernelementen nodig voor een goed procesontwerp. dat zijn: openheid, bescherming van core values, voortgang, en inhoud. De vier kernelementen zijn gebaseerd op de volgende redenering.
Effectieve preventie kan bij kinderen en jongeren problemen voorkomen, beginnende problematiek in goede banen leiden en voorkomen dat problemen terugkomen. Bovendien kan het een kostenbesparing opleveren omdat minder kinderen en opvoeders intensievere zorg nodig hebben.
Primaire preventie: activiteiten die voorkomen dat gezonde mensen een bepaald gezondheidsprobleem, ziekte of ongeval krijgen. Secundaire preventie: vroege opsporing van ziekten of afwijkingen bij personen die ziek zijn, een verhoogd risico lopen of een bepaalde genetische aanleg hebben.
Preventie is het geheel van voorschriften en maatregelen die genomen of voorzien worden in alle stadia van de activiteit van de onderneming of de instelling, om de professionele risico's te verminderen. Preventie laat toe om de gezondheid te bewaren en het welzijn te verbeteren.
Voor onbegrepen gedrag worden verschillende termen gebruikt zoals probleemgedrag, moeilijk hanteerbaar gedrag of veranderend gedrag. Het kan gaan over klagen, repetitief gedrag, (nachtelijke) onrust, loopdwang, snel(ler) boos, argwanend, apathisch en agressief gedrag.
Hoewel de effectiviteit van psycho-educatie op verschillende uitkomstmaten nog onvoldoende is aangetoond, dient psycho-educatie een integraal en doorlopend onderdeel van de behandeling van kinderen en jongeren met ADHD.
Een paar voorbeelden: het ontwikkelen van zelfkennis is een interventie gericht op een individu. Een functioneringsspiegel voor een team is een interventie voor een groep. Herontwerp van een werkproces is een interventie voor een organisatie. Ketensamenwerking is een interventie voor samenwerkende organisaties.
Bij psycho-educatie geeft een behandelaar aan een cliënt informatie over een specifiek, psychisch probleem, zoals bijvoorbeeld angst, depressie of autisme. Er wordt advies gegeven over hoe een cliënt – maar ook diens partner, familieleden, vrienden of kennissen – het beste met het probleem van de cliënt om kunnen gaan.
ADD is een afgeleide vorm van ADHD, maar dan zonder de hyperactiviteit. Bij een kind met ADD gaat de wereld een beetje langs hem of haar heen. Je kind dagdroomt, let niet (goed) op, heeft moeite met opruimen en raakt regelmatig spullen kwijt.
Een gedragsprobleem kan komen door een gedragsstoornis, maar kan ook een combinatie zijn met een ander probleem, zoals ADHD, autisme of een hechtingsprobleem. Ook kan een gedragsprobleem vaak niet aan een diagnose worden gekoppeld. Een kind heeft boze buien, moeite met luisteren, zit niet lekker in zijn vel.
Indeling fases van dementie
Een andere veel gebruikte indeling is de omschrijving van de vier fases van ik-beleving bij dementie; de bedreigde ik of cognitieve fase; de verdwaalde ik of emotionele fase; de verborgen ik of psychomotore fase; de verzonken ik of zintuiglijke ervaring.
Onder probleemgedrag verstaan we alle gedrag van de cliënt dat deze cliënt of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar ervaart. Probleemgedrag heet ook wel onbegrepen gedrag of veranderend gedrag. Veel probleemgedrag is afhankelijk van de situatie, de persoonlijkheidskenmerken van de cliënt zelf en de mensen om hem heen.
De werkgever moet, in voorkomend geval, de werknemers de volgende sociale voorzieningen ter beschikking stellen: sanitaire voorzieningen, met inbegrip van kleedkamers, wastafels, douches en toiletten; een refter (behalve bij akkoord van het CPBW om er geen in te richten);
1. Primaire preventie heeft als doel om ziekte te voorkomen door het wegnemen van de oorzaak. De doelgroep is de gezonde bevolking. Denk hierbij aan vaccinaties van zuigelingen en campagnes rondom stoppen met roken.
Tertiaire preventieactiviteiten hebben betrekking op de zorg van reeds gevestigde ziekten, met de bedoeling om de functie tot op het hoogste niveau te herstellen, verminderen van de negatieve gevolgen van de ziekte en complicaties van de ziekte te voorkomen.
Het toedienen van acetylsalicylzuur na een CVA, of controle van de glykemie en voorlichting aan diabetespatiënten zijn voorbeelden van tertiaire preventie.
Maak een plan met doelen en interventies, ieders rol en verantwoordelijkheid, randvoorwaarden zoals tijd, financiële middelen, de rol van regisseur en delen van patiënt/cliëntinformatie. Denk hierbij ook aan een integrale wijkaanpak.