De kenmerken van een chronische urineretentie ontwikkelen zich meestal langzaam en veroorzaken daardoor ook geen pijn: het plassen komt moeizaam op gang. terugkerende drang tot plassen. een opgezette buik.
Symptomen bij urineretentie
Buikpijn, • Pijnlijke zwelling in de onderbuik, • Niet of druppelsgewijs plassen, • Ongewild urineverlies, • Slappe urinestraal, • Vaak kleine beetjes plassen, • Snel een terugkerende aandrang om te plassen.
Medicijnen. Uw arts kan u medicijnen voorschrijven om de symptomen van uw urineretentie onder controle te krijgen. Sommige van deze medicijnen werken op de spieren die voor het plassen nodig zijn, andere op het wegnemen van de obstructie.
Blaasretentie kan chronisch of acuut zijn. Chronische retentie is doorgaans pijnloos. Het kan leiden tot recidiverende infecties, incontinentie, overactieve blaas en beschadiging van de m. detrusor.
Om urineretentie te voorkomen, is het is heel belangrijk dat urine niet te lang in de blaas blijft, omdat dit kan leiden tot overrekking van de blaas. Bovendien kan urine oud worden, waardoor dit kan leiden tot infectie.
Het gebruik van geneesmiddelen kan een nadelige invloed hebben op de continentie. Anticholinergica, zoals tricyclische antidepressiva, antipsychotica, urologische anticholinergica en alfablokkers kunnen aanleiding geven tot urineretentie met overloopincontinentie tot gevolg.
Tolterodine ontspant de spieren van de blaas. De blaas kan hierdoor meer urine bevatten. U hoeft minder vaak te plassen. Bij urine-incontinentie, als u vaak aandrang heeft en steeds maar weinig plast.
vaak moeten plassen* 's nachts moeten plassen* urineverlies (urine-incontinentie) pijn in de onderbuik.
Als u niet meer zelf plast: 4 tot 6x daags katheteriseren. Per keer mag het niet meer zijn dan 500 cc. Als dat wel zo is, dan moet u een keer extra katheteriseren.
De behandeling van acute urineretentie is katheterisatie; daarna volgt verdere diagnostiek. Acute urineretentie bij de vrouw komt niet vaak voor. In de literatuur wordt een jaarlijkse incidentie beschreven van 0,87 per 1000 mannen en van 0,07 per 1000 vrouwen in de bevolking.
Urineretentie is een ophoping van urine in de blaas, omdat men niet meer kan plassen of slechts kleine beetjes plast. Retentie betekent letterlijk: vasthouden. Als u opeens niet meer kunt plassen (acute urineretentie) kan er pijn ontstaan, omdat de blaaswand uitrekt.
Een goede toilethouding is dus belangrijk, goed zitten en rustig wat bekken kantelen aan het einde van het plassen kan helpen (of zelfs een keer even gaan staan en weer gaan zitten). De bekkenbodemspieren een keer aanspannen en weer loslaten helpt ook.
Retentie betekent letterlijk: vasthouden. Als je opeens niet meer kunt plassen noemen we dat acute urineretentie. Daarbij kan er pijn ontstaan omdat de blaaswand plots uitrekt. Het kan ook zijn dat je in de loop van de tijd steeds minder goed kunt leegplassen, dat noemen we chronische urineretentie.
Normaal gesproken plassen we per 24 uur ongeveer zes á zeven keer, waarvan soms één keer 's nachts. Als u vaker moet plassen – misschien wel ieder uur- dan spreken we van een overactieve blaas.
Het is niet erg om een keer wat langer te wachten om naar het toilet te gaan, maar het is beter om dit niet te vaak te doen. De plas ophouden kan op lange termijn namelijk leiden tot een overactieve blaas en kan bovendien zorgen voor nierproblemen.
Er wordt aangeraden om 1,5 tot 2 liter water per dag te drinken. Bij deze vochtinname gaat een volwassene gemiddeld 5 tot 8 keer per 24 uur naar het toilet. Plast u 8 keer of minder op een dag? Dan wordt dat gezien als een normale plasfrequentie.
De helft is weg na een week
Van een glas water dat je nu drinkt, zal de helft over iets meer dan een week je lichaam verlaten hebben. Van de helft die overblijft, zal na nog een week weer de helft verdwenen zijn. En zo verder. Een klein beetje van het glas dat je nu drinkt, zal dus nog heel lang in je lijf blijven.
Bij volwassenen varieert de blaasinhoud van 350 tot 500 milliliter. Als deze hoeveelheid urine in de blaas zit, krijgt u meestal het gevoel dat u moet plassen. U reageert op deze aandrang door de blaas te legen.
richt je persduk op de anus en niet op je hoofd. als de ontlasting dan nog niet komt kantel je je bekken 10 keer achterover en adem je rustig uit. Als de ontlasting niet komt terwijl je toch wel behoorlijke drang hebt dan kun je beter 10 minuten intensief gaan bewegen. Probeer het daarna nog eens.
De nieren zijn belangrijke organen. Ze kunnen meten of het lichaam voldoende, te veel, of te weinig vocht heeft. Is er te veel vocht in het lichaam, dan maken ze veel urine en als er een tekort is, dan maken ze maar weinig urine aan. Veel drinken betekent dus ook veel plassen.
Zeldzame ziekte bij jonge vrouwen, waarbij de sluitspier niet goed kan ontspannen met als gevolg moeilijk of zelfs niet kunnen plassen.
Uw uroloog kan bepalen dat u vaker moet katheteriseren. Als de hoeveelheid achtergebleven urine 's ochtends èn 's avonds minder is dan 100 ml., mag u stoppen met zelfkatheterisatie na overleg met de uroloog. De techniek van zelfkatheteriseren Het zelfkatheteriseren gebeurt in staande houding.
Al met al is er onvoldoende bewijs in de literatuur om een goed onderbouwd advies te geven over de duur van de katheterbehandeling bij mannen met bemoeilijkte mictie en acute urineretentie. De werkgroep handhaaft het eerdere advies om de katheter 48 tot 72 uur in situ te laten.