Leestekens zijn tekens die een tekst makkelijker leesbaar maken. Voorbeelden zijn de punt, de komma, de dubbele punt, het vraagteken en het uitroepteken.
Het liggend streepje is een leesteken. Verschillende tekens kunnen hieronder worden verstaan, zoals de divisie (-, een kort liggend streepje), de underscore (_, een laag liggend streepje) en het kastlijntje (– of —, een iets langer liggend streepje).
Enkele aanhalingstekens '…'
Je gebruikt enkele aanhalingstekens: om een enkel woord te citeren (zin 1);om woorden te markeren die je niet in de letterlijke betekenis gebruikt (zin 2);om het woord zelf aan te geven, niet de betekenis ervan (zin 3).
Traditioneel wordt aangeraden om dubbele aanhalingstekens te gebruiken bij een letterlijk citaat, en enkele aanhalingstekens in alle andere gevallen. Tegenwoordig wordt er steeds meer de voorkeur aan gegeven om alleen enkele aanhalingstekens te gebruiken.
Een komma wordt tussen de aanhalingstekens geplaatst om een direct citaat te introduceren . Als de beschrijving van de spreker van het citaat na het citaat wordt geplaatst, wordt er altijd een komma tussen de aanhalingstekens geplaatst. Bijvoorbeeld: "Ik kom vandaag een paar minuten te laat op de les," zei hij.
Haakjes zijn leestekens die gewoonlijk in paren voorkomen en die elkaars gespiegelde zijn, een openingshaakje, haakje openen, en een sluitingshaakje, haakje sluiten.
De komma is een leesteken dat we gebruiken om een pauze in een zin aan te geven en de structuur van een zin te verduidelijken.
Het kan aangeven dat de zin wordt afgebroken of dat de lezer geacht wordt zelf een woord of gedachte in te vullen. Als het beletselteken aan het einde van een zin staat, komt er geen extra punt achter het beletselteken. Ze vroeg nog: 'Weet jij of we morgen …' Maar Hannes liep al de deur uit.
Als uitspraaktekens worden het accent aigu (´), het accent grave (`) en het accent circonflexe (^) gebruikt. Uitspraaktekens worden in Nederlandse woorden boven de klinker e gezet om de juiste uitspraak weer te geven.
Het wordt gebruikt om uiting te geven aan een gevoel van pijn, een roep om hulp, een kreet, een wens, een bevel, een waarschuwing, een gelukwens of een sterk gevoel van bijvoorbeeld afschuw, verbazing of verwondering. Het uitroepteken komt vooral bij korte zinnen voor. Au!
Een spatie is de ruimte die in geschreven tekst vrijgehouden wordt tussen twee woorden. Strikt genomen is de spatie geen leesteken, maar de lege ruimte tussen de woorden maakt een tekst wel leesbaarder. In een computerbestand wordt een spatie wel gerepresenteerd door een teken.
De em dash kan worden gebruikt als gedachtestreepje ter vervanging van een ander leesteken (zoals een komma of puntkomma) of om een bereik aan te geven van bijvoorbeeld: Tijd.
Een trema is een leesteken dat uit twee puntjes bestaat. Dit leesteken schrijft je kind alleen boven een klinker. Er komt alleen een trema boven een klinker te staan als er meerdere klinkers naast elkaar staan die samen één klank hebben, maar niet als één klank uitgesproken worden.
In dit boek wordt ingegaan op alle leestekens die in het Nederlands worden gebruikt: punten, komma's, uitroeptekens, vraagtekens, dubbele punten, puntkomma's, haakjes, streepjes, schuine strepen, aanhalingstekens en apostrofs.
Welke zin is beter: 'Fien is jarig, dus we vieren feest' of 'Fien is jarig, dus vieren we feest'? ! Beide zinnen zijn juist. Er is alleen een verschil in woordsoort: in de eerste zin is dus een voegwoord, in de tweede een bijwoord.
Een bijzin in een bijzin hoort tussen twee komma's. Een beknopte bijzin hoort ook tussen twee komma's. Als de zin erg lang is komt tussen een beknopte bijzin en een hoofdzin een komma. Dit is ook het geval als het werkwoord uit de bijzin naast de persoonsvorm van de hoofdzin komt te staan.
De punt is het leesteken dat we gebruiken om een zin af te sluiten.
Samenvatting van de lessen.
Enkele aanhalingstekens worden het meest gebruikt. Ze hebben verschillende functies: ze kunnen onder andere citaten weergeven, ironie aangeven en woorden in zelfnoemfunctie markeren. Dubbele aanhalingstekens worden vrijwel alleen gebruikt om citaten weer te geven.
Gebruik een dubbele punt als u een citaat inleidt met een volledige onafhankelijke bijzin (een bijzin die op zichzelf kan staan).
Veel mensen leren dat een komma voor een naam of titel moet worden geplaatst, maar dat is niet helemaal waar. Komma's moeten soms voor – en na – namen en titels worden geplaatst . Het hangt allemaal af van de context.