Kinderen en volwassenen zijn niet alleen gelijkaardig maar ook gelijkwaardig. De pedagogische relatie tussen jou en je leerlingen berust op gelijkwaardigheid. Aard en gedrag van een kind worden mede bepaald door zijn algehele lichamelijke en geestelijke gesteldheid. ook de sfeer in de klas verbeteren.
De nadruk ligt vooral op het handelen. Onder pedagogie wordt de praktijk van het opvoeden verstaan. Het gaat daarbij om de manier waarop volwassenen (ouders, opvoeders, onderwijzers) jeugdigen grootbrengen met een bepaald doel.
Aan de orde zullen komen; de waarborging van de emotionele veiligheid van de kinderen, de mogelijkheden tot sociale ontwikkeling, de mogelijkheden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties en de normen en waarden die wij de kinderen willen meegeven.
Het gaat om het bieden van emotionele ondersteuning; om het respecteren van de autonomie van kinderen; om het stellen van grenzen; om praten en uitleg geven; om het stimuleren van de ontwikkeling en het begeleiden van interacties tussen kinderen.
Een pedagoog kan advies geven over eventuele therapeutische behandelingen en opvoedkundige kwesties. Het is belangrijk dat een pedagoog goed luistert naar kinderen en ouders en probeert hen zoveel mogelijk te stimuleren.
Didactiek is onderdeel van de pedagogiek en behandelt de regels en de kunst van het onderwijzen. Het geeft handvatten voor het motiveren van leerlingen en het goed opbouwen van lessen. Om dit goed te kunnen doen zijn natuurlijk bepaalde vaardigheden nodig.
De leerkracht moet aandacht hebben voor de kinderen en zich in hun situatie in kunnen leven. De leerkracht moet authentiek zijn en gezag hebben. De leerkracht moet vertrouwen in zijn leerlingen hebben. Hij ondersteunt het zelfvertrouwen van de kinderen, door hen het gevoel te geven dat ze het kunnen.
In totaal zijn er zes interactievaardigheden benoemd: sensitieve responsiviteit, respect voor autonomie, praten & uitleggen, structuur & continuïteit, ontwikkelingsstimulering en het begeleiden van interacties.
De wet- en regelgeving bevat de vier pedagogische basisdoelen van Riksen-Walraven: ➢ Het bieden van emotionele veiligheid. ➢ Het bevorderen van de persoonlijke competentie. ➢ Het bevorderen van de sociale competentie. ➢ Het bevorderen van de morele competentie, de overdracht van normen en waarden.
Pedagogiek is opvoedkunde. Andere gangbare betekenissen zijn onderwijsleer en opvoeding. De pedagogiek probeert op een systematische manier kennis te verwerven over de ontwikkeling van een kind tot zijn volwassenheid. Pedagogiek is een wetenschap, de uitvoerder daarvan is een pedagoog.
Pedagogiek is de grootste van de twee omdat pedagogiek het waarom en hoe van het onderwijs behandelt, maar ook spreekt en denkt over het curriculum, de waarden, de visies op onderwijs, enz. Pedagogiek kan daarom soms filosofischer zijn. Didactiek richt zich op het hoe.
Een goed pedagogisch klimaat kenmerkt zich door vaste regels en structuur en geeft daardoor voorspelbaarheid en rust. Vaste afspraken, regels en routines, duidelijke verwachtingen, heldere structuren en kaders zorgen voor voorspelbaar leerkrachtgedrag. Leerlingen weten waar ze op kunnen rekenen.
U moet in uw pedagogisch beleidsplan zetten hoe u verantwoorde kinderopvang geeft. Dit moet in ieder pedagogisch beleidsplan staan. U omschrijft duidelijk hoe uw pedagogisch medewerkers en gastouders: met kinderen omgaan met respect en gevoel zodat zij zich veilig en geborgen voelen.
Kijk goed naar alle ruimtes van het kinderdagverblijf. Laat jij je kind hier graag achter? Kijk onder andere naar oppervlakte, slaapmogelijkheden, speelgoed, de mogelijkheden om buiten te spelen en veiligheid. Het is ook altijd goed om even te kijken of je alles netjes, schoon en hygiënisch vindt.
Het is een krachtig middel om jongeren actiever te betrekken en zelfstandiger te maken. Zodat kinderen optimale kansen krijgen zich te ontwikkelen en hun talenten aan te laten spreken in een zorgzame, veilige en uitdagende omgeving. Waarbij kinderen veelzijdig competent worden.
Respect voor autonomie van kinderen houdt in: • dat je het kind baas laat zijn over het eigen lichaam; • dat je de ruimte zó inricht dat het kind zelfstandig activiteiten kan ondernemen; • dat je het kind zoveel mogelijk de ruimte geeft om dingen zelf te ontdekken; • dat je respect toont voor de (culturele) achtergrond ...
Sensitief: gevoelig zijn voor signalen van de kinderen, deze herkennen en goed weten te interpreteren (kijken en luisteren) Responsief: adequaat reageren op de signalen: een reactie geven waaruit blijkt dat je de intenties van het kind goed hebt begrepen.
Probeer nieuwsgierig te zijn, probeer kinderen te begrijpen en van ze te leren. Het is ook belangrijk om te zorgen dat een kind zich gezien, gehoord en begrepen voelt. Maak (oog)contact en probeer met je communicatie aan te sluiten bij de beleving en de communicatie van het kind.
Luisteren, vertrouwen bieden, optreden als het echt nodig is, uitnodigende omstandigheden creëren, het goede voorbeeld zijn, uitdagen en ondersteunen zijn belangrijke pedagogische voorwaarden voor het ontstaan van goede relaties. Kinderen willen laten zien wat zij kunnen en zichzelf als effectief ervaren.
Om die pedagogische relatie met leerlingen te verbeteren, kunnen docenten gebruik maken van begeleide video-analyse en synchroon coachen met een oortje. Bij de opleiding van docenten gebeurt dat al steeds vaker. Docenten kunnen de opnames van hun gedrag in de klas zelf analyseren en bespreken met anderen.
Voorbeelden van didactische vaardigheden: Inspireren en enthousiasmeren. Omgaan met vragen en reacties. Omgaan met weerstand.
De vakoverstijgende of algemene onderwijsbehoeften van een leerling zijn vooral pedagogisch van aard en hebben in algemene zin betrekking op de sociaal-emotionele ontwikkeling en op het leren van een leerling. Centraal staat de vraag: Hoe kan deze leerling zich het beste ontwikkelen en het beste leren?
284 e.v.) spreekt over de pedagogische relatie als een driehoeksrelatie wanneer hij het opvoeden definieert: kind-opvoeder-wereld. De relatie kind-opvoeder ontstaat doordat zij samen naar de wereld kijken, samen bezig gaan. Relatie betekent voor Van Oeffelt (1986, p.