De staat legt burgers verplichtingen op, zoals het betalen van belasting, het naleven van wetten en het vervullen van plichten (deelname aan het arbeidsproces, leerplicht), maar die plichten gelden alleen uit hoofde van wetgeving en met waarborging van grondrechten.
De meeste plichten worden door middel van wetten opgelegd. Zo kennen we de leerplicht, de plicht om verkeersregels en andere voorschriften na te leven, de plicht om belasting te betalen en de plicht om voor de rechter als getuige op te treden.
Beginselen van de rechtsstaat
Het rechtszekerheidsbeginsel (zaak C-212 tot 217/80, punt 10) Het verbod van willekeur (zaak C-46/87 en 277/88, punt 19) Het beginsel van de scheiding der machten (zaak C-477/16, punt 36; zaak C-452/16, punt 35; en zaak C-279/09, punt 58).
Het recht als hoogste gezag
Als iemand de wet heeft overtreden, dan kan de rechter een straf en/of een verbod opleggen. Het tegenovergestelde van de rechtsstaat is de politiestaat of de totalitaire staat. Een politiestaat is een staat waarin de overheid doet wat zij wil.
De scheiding der machten wordt ook wel trias politica genoemd. Dat betekent dat de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht in een land bij verschillende instellingen moeten liggen. De trias politica is bedacht door de Franse filosoof Charles baron de Montesquieu (1689-1775).
§2: grondbeginselen van de rechtsstaat
Grondbeginselen van een rechtsstaat: Burgerrechten: overheid moet zich aan de wet houden; burgers hebben rechten. Grondrechten: staan in de grondwet. De overheid mag geen wetten maken tégen de grondwet in.
In het bestuursrecht is sprake van een algemene set geschreven en ongeschreven spelregels waaraan de overheid geacht wordt zich te houden. Deze spelregels worden de algemene beginselen van behoorlijk bestuur genoemd.
Wij moeten bij het nemen van besluiten alle belangrijke feiten zorgvuldig onderzoeken. Dit houdt in dat we de belangen van alle partijen afwegen en in elk geval de beschikbare informatie beoordelen.
Grondrechten. In hoofdstuk 1 van de Grondwet staan de grondrechten. Dit zijn rechten die burgers de vrijheid geven om zonder bemoeienis van de overheid te leven. Ook bevat de Grondwet de rechten om deel te nemen aan de samenleving en de politiek.
In Nederland heb je het recht om bij het bevoegd gezag een schriftelijk verzoek in te dienen. Bijvoorbeeld als je een klacht hebt over het optreden van de overheid. Ieder heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen.
De overheid moet de volksgezondheid in Nederland bevorderen en ze moet zorgen voor voldoende goede woningen. Verder schept de overheid voorwaarden voor ontplooiing en vrijetijdsbesteding. De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid.
De Grondwet is het belangrijkste staatsdocument en hoogste nationale wet van Nederland. Zij bevat de regels voor onze staatsinstellingen en de grondrechten van de burgers. Daarnaast bevat de Grondwet regels over bestuur, wetgeving en rechtspraak.
rechtswetenschap (rechtsfilosofie) - wettelijke of morele verplichting van burgers om bijv. medeburgers die in nood verkeren te helpen of om tijdens verkiezingen een stem uit te brengen.
Plichten die bij burgers berusten zijn volgens het VN-verdrag (BuPo) onder meer het verlenen van openbare diensten in tijden van nood, contractuele verplichtingen en de verplichting, ook voor staten, tot bevordering en naleving van de mensenrechten.
Een recht is een aanspraak op een bepaald iets. Het recht op gezondheidszorg bijvoorbeeld, betekent dat je in bepaalde situaties aanspraak kunt maken op gezondheidszorg. Met ieder recht correspondeert de plicht van iemand anders. Dat kan een plicht zijn om iets te doen, of een plicht om iets te laten.
Als belangrijkste algemene beginselen van behoorlijk bestuur kunnen worden genoemd: het zorgvuldigheidsbeginsel, het motiveringsbeginsel, het fair play beginsel, het rechtszekerheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel, het gelijkheidsbeginsel.
Het 'fair play'-beginsel heeft betrekking op de manier waarop bestuursorganen in brede zin moeten handelen. Dat varieert van het (op de juiste manier) in behandeling nemen van verzoeken, tot het voorkomen van een niet-redelijke verdeling van de bewijslast bij bezwaarprocedures.
Het vertrouwensbeginsel verlangt dat bestuursorganen gewekt vertrouwen niet mag beschamen. Ambtenaren kunnen door wat ze zeggen of doen verwachtingen wekken. Die verwachtingen moet de overheid daarna waar maken. Het vertrouwen moet wel gerechtvaardigd zijn.
De overheid moet een besluit zorgvuldig voorbereiden en nemen: correcte behandeling van de burger, zorgvuldig onderzoek naar de feiten en belangen, procedure goed volgen en deugdelijke besluitvorming (art. 3:2 Awb).
Wij moeten onze beslissingen goed motiveren. Bijvoorbeeld bij het opleggen van een correctie of bij het afhandelen van bezwaarschriften moet voldoende duidelijk zijn op basis waarvan en waarom we een bepaalde beslissing nemen.
Regels voor besluitvorming
Het besluit moet zorgvuldig en deugdelijk tot stand zijn gekomen. De belangen van alle partijen moeten tegen elkaar worden afgewogen. Daarbij mogen de nadelige gevolgen voor belanghebbenden niet onevenredig groot zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.
Een strafblad betekent dat er strafbare feiten van jou of iemand anders geregistreerd zijn in de registers van politie en justitie. Dat gebeurt als de officier van justitie of rechter een straf geeft.
De vier belangrijkste onderdelen van de rechtsstaat zijn de grondrechten, de scheiding der machten, het legaliteitsbeginsel en onafhankelijke rechtspraak.
Wat is een democratische rechtsstaat? De Nederlandse staat is democratisch, omdat de burgers kiezen wie het land regeert. En de Nederlandse staat is een rechtsstaat, omdat iedereen zich aan het Nederlandse recht moet houden: burgers, organisaties en overheid.