90 – 110: normaal. 80 – 89: beneden gemiddeld. 70 – 79: laag begaafd/moeilijk lerend. 50 – 69: lichte verstandelijke beperking.
Het gemiddelde IQ in Nederland is 100, volgens de zogeheten normaalverdeling. Iemand met een score van 130 of hoger geldt als hoogbegaafd. Dit geldt voor ongeveer 2,5 procent van de Nederlanders. Circa 68 procent heeft een IQ tussen de 85 en 115.
Als je IQ onder de 80 is, noemen we dit een lichte verstandelijke beperking. Veel mensen hebben geen idee hoe hoog hun intelligentie is. Als je in je leven al veel problemen hebt, en je vond school vroeger erg moeilijk, dan zou het kunnen dat je een verstandelijke beperking hebt.
Daarnaast kan ook een IQ-score iets zeggen over een mogelijke lvb of zwakbegaafdheid. Een IQ tussen de 50 en zeventig duidt op een lvb, een IQ tussen de 70 en 85 duidt op zwakbegaafdheid.
lager dan 80 LWOO of praktijkonderwijs 80 t/m 90 vmbo bbl of vmbo bbl/kbl 90 t/m 100 vmbo kbl of vmbo kbl/tl 100 t/m 105 vmbo-tl of vmbo-tl/havo 105 t/m 110 vmbo tl/havo 110 t/m 115 havo vanaf 115 havo/vwo vanaf 130 vwo (gymnasium, TTO etc.)
Niet iedereen kan even slim zijn. Naast heel slimme mensen bestaan er ook mensen die laag scoren op een IQ-test.
Iemand met zwakbegaafdheid heeft een IQ tussen de 70 en 85. Iemand met een lichte verstandelijke beperking heeft een IQ tussen 50-70 en beperkingen in het aanpassingsvermogen die zijn ontstaan gedurende de ontwikkelingsperiode.
Het gemiddelde IQ van universitaire studenten was met 119 punten duidelijk hoger dan de 109 van hbo-studenten. Mannen scoren hoger op IQ, terwijl vrouwen een hoger EQ hebben.
ernstige verstandelijke beperking (IQ 20-34 / ontwikkelingsleeftijd tussen de 3 en 5 jaar); matige verstandelijke beperking (IQ 35-49 / ontwikkelingsleeftijd 6-9 jaar; milde verstandelijke beperking (IQ 50-70 / ontwikkelingsleeftijd 9-12 jaar).
Het gemiddelde IQ is 100. Van 85 tot 115 spreek je van een normaal IQ. Boven de 115 is het IQ bovengemiddeld en boven de 130 spreek je van hoogbegaafd. Een IQ onder de 85 is beneden gemiddeld maar wordt ook wel zwakbegaafd genoemd.
Ter vergelijking: een gemiddeld IQ is 100, en Albert Einstein had een IQ van 160.
Het betreft een indeling in zeven intelligentiecategorieën: hoger dan 130 (zeer begaafd); van 121 tot en met 130 (begaafd); van 111 tot en met 120 (hoog normaal/boven gemiddeld); van 90 tot en met 110 (nor- maal/gemiddeld); van 80 tot en met 89 (laag normaal/bene- den gemiddeld); van 70 tot en met 79 (debiel); beneden ...
De andere helft van de studenten op een mbo heeft een hoger IQ. Bij studenten op een universiteit is het gemiddelde IQ 115. Ook voor deze groep geldt dat er studenten zijn die lager scoren dan het gemiddelde.
110-119: Bovengemiddeld. 90-109: Gemiddeld. 80-89: Benedengemiddeld. 70-79: Laag.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107. Om het IQ van je kind te achterhalen is het nodig om een IQ test te doen.
Het gemiddelde IQ van mensen met een mbo opleiding ligt tussen de 86 en 110 met een gemiddelde van 98. Mensen met een wetenschappelijke opleiding hebben doorgaans een IQ dat ligt tussen de 103 en 128 met een gemiddelde van 115.
Van de bevolking heeft 2,5 procent een IQ van boven de 130 (ter vergelijking: het gemiddelde IQ van een havo-leerling bedraagt 103.8, voor een vwo-leerling 115). Ofwel: gemiddeld 1 kind per schoolklas van 30 leerlingen.
We spreken af dat een 'gemiddelde mens' een IQ van 100 heeft. We respec- teren die afspraak in elke leeftijdsgroep. Zo heeft een 'gemiddeld intelligent' kind van 6 jaar een IQ van 100, een 'gemiddeld intelligent' kind van 10 jaar een IQ van 100, een 'gemiddeld intelligente' dertiger een IQ van 100 enz.
Matig verstandelijke beperking
In sociaal en communicatief gedrag kan duidelijk een verschil te merken zijn maar ze kunnen relaties met anderen aangaan. Uitvoeren van de persoonlijke verzorging, huishoudelijke taken en bepaalde banen is mogelijk maar er is meer tijd nodig om hierin zelfstandig te worden.
Van zwakbegaafdheid wordt gesproken als een persoon een IQ heeft van tussen de 70 en 85. Iemand die zwakbegaafd is heeft meer moeite met leren en heeft een vertraagde ontwikkeling. Het begrip zwakbegaafdheid is een andere term voor laagbegaafdheid of voor minder dan gemiddeld begaafd.
80 – 89: beneden gemiddeld. 70 – 79: laag begaafd/moeilijk lerend. 50 – 69: lichte verstandelijke beperking. 35 – 49: Matige verstandelijke beperking.
Toch bleek de beste voorspeller voor intelligentie het IQ van de moeder te zijn. Desondanks willen onderzoekers benadrukken dat genetica niet de enige bepalende factor voor intelligentie is. Slechts 40 tot 60 procent van de intelligentie zou genetisch worden doorgegeven, de rest hangt af van de omgeving.
Lang werd gedacht dat dit stabiel bleef. Natuurlijk kan je trainen om je IQ te verhogen maar enkel door je vaardigheden in het maken van intelligentietesten te vergroten. Je daadwerkelijke intelligentie kan niet veranderd worden door training.