Je bepaalt de haardikte door één haar tegen het licht te houden, als je de haar haast niet ziet, heb je dun haar.Wanneer je de haar goed ziet heb je dik haar. ≋ Dun haar: het haar is dun, gebruik geen zware producten. ≋ Medium haar: je kan zowel zware als lichte producten gebruiken, kijk wat voor jou het beste werkt.
Het enige wat je hiervoor hoeft te doen is één haar tussen je duim en wijsvinger vasthouden. Wanneer je je haar tussen je vingers rolt en je hem niet voelt is je haar dun, voel je de haar wel dan heb je medium haar en voel je de haar duidelijk zitten dan heb je dik haar.
Heb jij op de dag dat je je haren hebt gewassen of de dag daarna al vet haar? Dan is jouw haartype vet haar. Druk op de dag dat je je haar hebt gewassen of de dag daarna, met schone vingers of een stukje tissue op je hoofdhuid.
Op basis van de etniciteit wordt de vorm van het haar ingedeeld in vijf typen; blond haar, bruin- zwart haar, rood haar, Afrikaans haar en Aziatisch haar. Tussen de haartypen wordt er een verschil gezien in het totale aantal haarfollikels op de hoofdhuid en de dikte van het haar.
Deze test gaat als volgt: leg de haarstreng in het glas water en kijk wat er gebeurt. Als je haar binnen vijf minuten naar de bodem zakt, heb je poreus haar. Dit komt doordat je haar zo snel mogelijk al het vocht opslurpt, net als een spons. Hierdoor wordt het zwaar en zakt het naar de bodem van het glas.
Doe de test!
Als je haar naar de bodem zakt, is het hoog poreus (het neemt snel water op en zinkt daardoor). Als je haar blijft drijven, is het laag poreus, en als je haar in het midden van het glas blijft hangen, is het normaal poreus.
Vul een glas met water en leg je haar in het glas. Als het haar blijft drijven is je haar gezond en gehydrateerd. Blijft je haar niet drijven dan is er werk aan de winkel!
De structuur van je haar ontstaat al bij het haarzakje (onder je huid dus). Door een klein gangetje komt je haar naar buiten. En afhankelijk van de vorm van dát gangetje, wordt je haarstructuur bepaald: steil, golvend, krullend of kroezig.
' Maar hoe kom je erachter of je natuurlijk krullen hebt? Daar is volgens de krullenkapper een simpel trucje voor. Kneed je vochtige of handdoek droge haar omhoog met je handen. Als je haar dan de vorm van krullen of slag aanneemt, weet je dat ook jij natuurlijke krullen hebt.
4C – kroeshaar met zeer kleine krullen
4C heeft nóg kleinere krullen. Deze krullen zijn vaak zo dicht, dat je ze bijna niet kunt onderscheiden. Ook is krultype 4C nog wat meer vatbaar om te krimpen.
Vet en droog haar zegt iets over de hoeveelheid talg (huidolie) je huid aanmaakt. Als je je haar elke 1 à 2 dagen moet wassen heb je vet haar, terwijl je haar droog is als je minder dan 1 keer per week hoeft te wassen. Je kunt vet haar, maar tegelijkertijd droge punten hebben.
Je kunt droog haar herkennen aan de volgende kenmerken: Je haarpunten zijn gespleten en voelen droog en ruw aan. Je hebt vaak last van statisch haar. Je haar is niet flexibel en breekt daardoor snel af.
Haartype 2A & 2B
Dikke kans dat je haartype 2A of 2B hebt. In de praktijk betekent dit dat je haar vrij dun is en dat het moeilijk is om er volume in te krijgen. Je kunt je haar een handje helpen door er wat mousse in te verdelen wanneer het handdoekdroog is en het vervolgens te föhnen met een diffuser.
Een beetje oneerlijk, maar dik haar heeft gewoon iets meer verzorging nodig dan dun haar. Het is belangrijk dat je regelmatig je puntjes laat knippen, zodat het mooi gezond blijft. Gespleten puntjes kunnen – zeker bij dik haar – heel lelijk worden. Wees er dus op tijd bij!
Pak een haartje tussen je duim en wijsvinger en glij met je vingers naar boven over het haartje (van punt naar hoofdhuid). Als je makkelijk naar boven glijd zonder dat je bobbeltjes voelt, duidt dit vaak op low porosity haar. Als je wel bobbeltjes voelt, en ze zitten niet vlak na elkaar heb je medium porositeit.
Fijn haar is een soort haarstructuur waarbij de haarstrengen een kleine omtrek hebben. Als je dunner haar hebt weet je dat vast al wel! Fijn haar heeft vaker klitten en wordt ook sneller vet.
"Er is een bepaalde marge, en binnen die marge kan je haar gaan krullen. Dit gebeurt in de vroege jeugd bij baby's of in de puberteit. Bij vrouwen op oudere leeftijd komt het door hormoonveranderingen."
Bij scrunchen ga je met je hoofd ondersteboven hangen. Je maakt een kommetje van je hand en houdt ze onder je haarpunten. Vervolgens ga je met je hand naar boven en vang je je haar op, van de haarpunten tot zo ver mogelijk naar de hoofdhuid toe, vervolgens knijp je in je haar.
Zwaar haar is dik en heeft totaal geen volume. Zwaar haar oogt vaak vol omdat het niet op de juiste manier geknipt is. Het is belangrijk om dan te kiezen voor verzorgingsproducten die het haar niet verzwaren. Zwaar haar kan haarpijn veroorzaken.
Dit zijn de kenmerken van normaal haar
Het glanst van nature. Er zijn geen gespleten uiteinden en het haar breekt niet snel. De hoofdhuid kriebelt niet, is niet gespannen en er zit geen roos in het haar.
Dit komt omdat haarzakjes een substantie produceren dat melanine heet; een pigment dat haar zijn kleur geeft. Naarmate je ouder wordt produceren je haarzakjes minder melanine, waardoor de kleur langzaam vervaagt.
Als je haar ongeveer 20% oprekt en dan breekt, heb je vocht én proteïne nodig. Als je haar nog iets verder uitrekt, niet afbreekt, maar ook niet terugveert in de oorspronkelijke staat, dan heb je extra proteïne nodig.
De balans tussen proteïne en vocht bepaalt onder andere de elasticiteit van je haar, dus hoeveel rek er in je haar zit. Bij te veel vocht en te weinig proteïne, rekt je haar te veel mee. Je krullen zakken uit en kunnen droog aanvoelen. Bij te veel proteïne en te weinig vocht, rekt je haar te weinig mee.