Het zijn bedrijven met een gemiddelde economische omvang van circa 31 nge. In deze categorie kleine bedrijven is een nevenberoep of een aanvullend inkomen vaak pure noodzaak. De grote boerenbedrijven bestaan uit grofweg 24 duizend bedrijven van een gemiddelde grootte en 25 duizend grote bedrijven.
De grote boerderijen worden steeds groter. Vooral in de glastuinbouw en in de intensieve veehouderij neemt het aantal grote bedrijven sterk toe. Inmiddels zijn glastuinbouwbedrijven met meer dan 7 hectare glas en varkensbedrijven met meer dan 6000 varkens geen uitzondering meer.
Het gemiddelde bedrijf telt 25 hectare…
De gemiddelde grootte van onze boerderijen in 2013 bedroeg zo'n 25 hectare. Een decennia geleden was dat nog 18 hectare, in 1980 zelfs nog maar 8,4 hectare. De gemiddelde oppervlakte grond die een boer bewerkt, is dus gestegen (+40% sinds 2004 en +300% sinds 1980).
Binnen coalitiepartijen wordt erop gewezen dat veel boeren staan te trappelen om te stoppen, bijvoorbeeld omdat ze de pensioenleeftijd naderen en geen opvolger hebben. Als je die boeren verleidt zo snel mogelijk hun bedrijf te verkopen, kun je meteen een grote slag slaan met het besparen van stikstof, is de redenering.
Aantal boeren
In 2016 waren er 55.680 boeren in Nederland. Daarvan waren 10.820 boeren akkerbouwers en hadden 760 boeren een gemengd bedrijf met akkerbouw en veeteelt. In 2000 waren er nog veel meer boeren: in totaal 97.390, waarvan 14.800 akkerbouwers en 1765 boeren met een gemengd bedrijf (Bron: Statline.CBS.nl).
Het gemiddelde loon binnen de sector Agrarisch & Milieu ligt op € 2.859 bruto per maand. Het minimale of startsalaris begint bij € 1.200 en het maximale loon is € 9.000 bruto per maand.
De boeren is gevraagd hoeveel uur zij gemiddeld per week werken. Ruim de helft van de boeren werkt meer dan 60 uur per week.
Er is tot 270 miljoen euro voor het stoppen met melkvee, 115 miljoen voor kippen en kalkoenen en 115 miljoen voor varkens. Daarnaast komt er een aparte regeling voor provincies die gericht veehouders in de buurt van door stikstofneerslag overbelaste Natura 2000-gebieden willen uitkopen.
In een vandaag gepubliceerde internetconsultatie worden de details van de eerste twee regelingen onthuld: veehouders die een bepaald minimum aan stikstof uitstoten - ten minste 50 mol stikstof per jaar - krijgen honderd procent van de marktwaarde van hun bedrijf vergoed.
Het stikstofplan moet ertoe leiden dat de totale stikstofuitstoot in 2030, over acht jaar dus, 50 procent lager is. Voor de boeren geldt dat hun uitstoot volgens de plannen met 40 procent omlaag moet. Dat betekent dat er dan rond de 30 procent minder vee zal moeten zijn.
Een boer of boerin is iemand die leeft van de landbouw of veeteelt. Een boer die zich alleen maar bezighoudt met veeteelt wordt een veehouder genoemd; een akkerbouwer of agrariër is een boer die zich uitsluitend bezighoudt met het verbouwen van gewassen, maar een tuinder of kweker wordt in de regel geen boer genoemd.
Agrimatie - informatie over de agrosector
Deze bedrijfsomvang is een goede afspiegeling van de gemiddelde bedrijfsomvang (ongeveer 60 hectare) van de akkerbouwbedrijven in de Landbouwtelling (bedrijven > 25.000 euro Standaardopbrengst).
Het gemiddelde aantal melkkoeien per melkveebedrijf is, op basis van het Bedrijveninformatienet, tussen 2000 en 2021 toegenomen van 57 tot ruim 108 stuks. Uit de CBS landbouwtelling blijkt dat er in 2021 per saldo 414 melkveebedrijven zijn gestopt (3%).
In de zomer is de boer druk met het maaien van het gras, omdat ze een wintervoorraad aan moeten leggen. In de winter bestaat het werk vooral uit onderhoud van onder andere de stal. Om vier uur krijgen de koeien weer te eten en worden de koeien nog een keer gemolken.
In de zomer bereidt de boer zich voor op de winter en verzamelt deze eten voor de dieren. De boer maakt bijvoorbeeld hooi en kuilgras van het gras in het weiland. In de winter eten de koeien en schapen dit dan op.
Wat ook van belang is, is dat onteigening niet kan plaatsvinden als de boer in kwestie de beoogde nieuwe bestemming zelf wil en kan realiseren. 'Als de nieuwe bestemming natuur moet worden, dan moet het ook echt natuur worden.
De plek waar stikstof neerslaat maakt uit
Vooral in de Peel en in de Gelderse vallei heeft de natuur veel last van stikstof, zie het kaartje 'Stikstofdepositie'. Daar stoot de intensieve veehouderij veel ammoniak uit, wat relatief dicht bij de bron weer neerslaat.
Door schaalvergroting en waardestijging van duurzame productiemiddelen nam het gemiddelde vermogen op een agrarisch bedrijf toe van €1,5 miljoen in 2001 tot €3,5 miljoen in 2018.
De inschatting van de minister is dat in 2030 ongeveer 30 procent van de 50.000 boerenbedrijven verdwenen zal zijn. Vooral in bepaalde regio's is de opgave groot. Zo zitten er rond de Veluwe – een groot en kwetsbaar natuurgebied – veel veebedrijven.
Boeren krijgen meestal inkomenssteun op basis van de bedrijfsomvang in hectares. Alle EU-landen moeten een basisbetaling, een vergroeningspremie (als beloning voor duurzame landbouwmethoden) en een premie voor jonge landbouwers geven. Dit zijn verplichte betalingen voor alle EU-landen.
Lees door over het huidige stikstofprobleem
Die condities zijn in Nederland nog altijd zeer matig. De depositie is sinds 1990 met circa 45% gedaald (zo'n 40% voor ammoniak en ruim 50% voor stikstofdioxide). Maar op ongeveer driekwart van het Nederlandse natuuroppervlak komt nog steeds te veel stikstof terecht.
Het beroep boer is een mooi beroep, echter is het beroep boer tegenwoordig ook aan te merken als zwaar beroep. Dit heeft vooral betrekking op de economische omstandigheden. Het werken op een boerderij is tegenwoordig een stuk makkelijker geworden dan in het verleden, door de komst van moderne tractors en machines.
Niet elke Boer heeft een opleiding gevolgd, sommigen erven het bedrijf en worden dus als het ware intern opgeleid.
Het inkomen van melkveebedrijven is in de periode 2013-2017 uitgekomen op gemiddeld 1.085 euro per hectare. Grotere boeren weten, met 1.227 bij 200 koeien en 1.047 euro bij rond de 100 koeien, meer inkomen per hectare te genereren dan kleinere boeren (761 euro bij gemiddeld 25 en 889 bij gemiddeld 50 koeien).