De Kelten waren volkeren en stammen die gedurende het millennium voor het begin van de jaartelling en de eeuwen daarna een Keltische taal spraken. Het is dus primair een linguïstisch begrip. Een Kelt was en is een spreker van een Keltische taal.
Machtig volk in het oude Europa
In het eerste millennium voor Christus waren de Kelten een machtig volk in het midden van Europa. Zij woonden eerst in Zwitserland, Oostenrijk en het zuiden van Duitsland, maar verspreidden zich uiteindelijk over een gebied dat zich uitstrekte van Ierland tot in Roemenië.
Oorsprong en verspreiding
In de eenentwintigste eeuw wordt er nog alleen Keltisch gesproken in Ierland, Noord-Ierland, Schotland, het eiland Man, Wales, Cornwall, en Bretagne.
In het noorden woonden Germanen, in het zuiden woonden Kelten. Ze waren boeren en woonden in houten boerderijen. Wat moeten ze opgekeken hebben toen ze voor het eerst de Romeinse soldaten zagen met hun blinkende helmen, pantsers, zwaarden en schilden!
De Keltische mythologie was polytheïstisch: de Kelten kenden honderden goden en godinnen. Daarnaast is er ook sprake van elfen, heksen, reuzen en fabeldieren. De religie is op te vatten als een natuurgodsdienst, omdat de meeste godheden verbonden zijn aan een specifieke locatie, zoals een boom, berg of meer.
De Keltische religie was nauw verbonden met de natuurlijke wereld en ze aanbaden goden op heilige plaatsen zoals meren, rivieren, kliffen en struiken . De maan, de zon en de sterren waren vooral belangrijk - de Kelten dachten dat er bovennatuurlijke krachten in elk aspect van de natuurlijke wereld waren.
Verspreiding. Op den duur verspreiden de Kelten zich over heel Europa. Tot aan de Rijn. Wat de Nederlanden betreft, vestigen zich in het zuiden stammen, zoals de Eburonen, Nervii en Treveri.
Germaans heeft betrekking op de oude Germani of de bredere Germaanse groep . In het moderne Duits worden de oude Germani Germanen genoemd en hun land Germania is Germanien, en er zijn duidelijk verschillende termen voor moderne Germanen (Deutsche) en modern Duitsland (Deutschland).
Een grote (taal)familie
Het Duits en Nederlands lijken zoveel op elkaar doordat ze tot dezelfde taalfamilie behoren. Het Duits en het Nederlands zijn namelijk Germaanse talen. Dat betekent dat ze allebei uit dezelfde taal zijn ontstaan: het Germaans.
De Kelten waren meerdere volken en stammen die Keltische talen spraken, zoals de Galliërs, de Ieren en de Britten. Ze bewoonden vanaf de zevende eeuw voor Christus grote gebieden in Europa en waren zeer bekwaam in de bouwkunst en smeedkunst.
De traditionele verklaring voor het gebrek aan Keltische invloed op het Engels, ondersteund door onkritische lezingen van de verslagen van Gildas en Bede, is dat het Oudengels voornamelijk dominant werd omdat Germaanse indringers de vorige bewoners van de gebieden waar zij zich vestigden, doodden, verjoegen en/of tot slaaf maakten .
Het uiterlijk De Kelten waren bij de andere volken bekend. Dit was niet alleen door hun moordlustig en weerzinwekkend gedrag, maar ook vanwege hun kennis. Ze werden omschreven als lange mensen en onder hun blanke huid kon je hun spieren zien bewegen. Hun lichtblonde haar bleekten ze door ze in gipswater te wassen.
De oude Belgen waren hoofdzakelijk Keltische stammen en deels Germanen.
De Nederlanden werden langzamerhand gekerstend en door verschillende Germaanse stammen gekoloniseerd. In het oosten vestigden zich de Saksen, in Midden- en West-Nederland vormden de Friezen een sterke macht, en in het binnenland woonden de Franken. Die verdeling is vandaag nog in de Nederlandse dialecten te vinden.
Het Gallische dorpje is volgens velen gebaseerd op het Franse vissersdorpje Erquy (Bretagne), dat tegenwoordig de titel De geboorteplaats van Asterix draagt. Tekenaar Uderzo gaf wel aan de omgeving van Erquy goed te kennen, maar wenste in het midden te laten waar het dorpje van Asterix zich precies bevindt.
Of het Nederlands nu komt uit Turkije, Duitsland, Engeland, Frankrijk, of uit Verweggistan. Het komt er uiteindelijk op neer dat de Nederlandse taal is ontstaan door invloeden van al deze landen en door de eeuwen heen heeft het zich ontwikkeld tot het Hedendaagse Nederlands.
Homo erectus
Meer dan 300.000 jaar geleden verscheen de neanderthaler, Homo neanderthalensis, de eerste mensachtige die we ook uit Nederland kennen. Hij ontwikkelde zich in Eurazië uit de Homo heidelbergenis. Omstreeks dezelfde tijd ontstond in Afrika Homo sapiens (anatomisch moderne mens).
Naar huidige inzichten stammen de tegenwoordige Friezen niet af van de Frisii van Tacitus, maar van landverhuizers uit de 5e en 6e eeuw die de kust van Nederland en Duitsland koloniseerden.
De Franken waren Germaanse heidenen die zich in het noorden van Gallië vestigden als laeti tijdens de Romeinse tijd. Ze bleven over de Rijn stromen vanuit het huidige Nederland en Duitsland tussen de 3e en 7e eeuw.
Oostenrijkse taal
Over het algemeen wordt er in Oostenrijk Duits gesproken. Omdat het Duits verwant is aan het Nederlands en beide talen Germaanse talen zijn, is dit een taal dat veel Nederlanders redelijk goed beheersen.
Nee, de Galliërs waren geen Germaanse . Ze waren Kelten. De Germaanse en Keltische talen vormen twee aparte takken van de Indo-Europese taalfamilie. De Gallische taal is nu uitgestorven.
In die tijd woonden er een paar stammen in Nederland. Zo had je de Friezen, de Bataven, de Cananefaten, de Tubanten en nog veel meer. Al die stammen van Keltische en Germaanse afkomst hadden geen algemeen leider en in Nederland was het dan ook een zooitje.
In tegenstelling tot Romeinen die waren gericht op internationale handel en steden, waren Germanen en Kelten vooral gericht op de landbouw en op kleinschalige handel. Elke stam had zijn eigen relatie met de Romeinse overheersers. Sommige stammen werden bondgenoten, andere stammen juist onverzoenlijke vijanden.
Nederland is een belangrijke Noord-Europese natie en in feite een van de dichtstbevolkte landen ter wereld. Etnisch gezien is ongeveer 79-80% van de totale bevolking Nederlands, wat zelf een mix is van Germaanse en Keltische afkomst .