We vinden dat op school alcohol, drugs, wapens en gokken niet thuishoren. We vinden dat er geen plaats is voor racisme, discriminatie en geweld. We staan voor een positieve houding, correct gedrag en net taalgebruik. We doen altijd melding bij de politie in geval van diefstal, vernieling of geweld.
Regels: leidraad en toetssteen
Vanaf dag één leren de kinderen om hun jas aan de kapstok te hangen, niet te hollen in de gangen, elkaar niet te storen in de klas, et cetera. Net als in het verkeer zorgen deze regels ervoor dat kinderen en medewerkers op school samen kunnen leven en werken.
Maak de regels zo duidelijk mogelijk en stel ze op in termen van concreet gedrag. Kinderen weten dan beter wat er van hen wordt verwacht. Bespreek ook wat de sancties zullen zijn als de regel wordt overtreden. Daarmee weten de leerlingen ook precies waar zij aan toe zijn, indien zij zich niet aan een regel houden.
Dankzij heldere regels en grenzen snapt een kind wat je van hem verwacht en hoef jij minder vaak boos te worden. Dat geeft hem zelfvertrouwen. Grenzen en regels zijn ook belangrijk voor de ontwikkeling van een kind, omdat hij leert dat er een consequentie volgt als hij ze overtreedt.
De schoolregels kunnen onderscheiden worden in algemeen geldende regels en klassenregels. De regels hangen op school in de ruimte waar de regels gelden. Zo zijn er klassenregels die in de klassen hangen, pleinregels die op de pleinen hangen en gangregels hangen op de gangen op school.
We vinden dat op school alcohol, drugs, wapens en gokken niet thuishoren. We vinden dat er geen plaats is voor racisme, discriminatie en geweld. We staan voor een positieve houding, correct gedrag en net taalgebruik. We doen altijd melding bij de politie in geval van diefstal, vernieling of geweld.
De school vindt jassen in de klas onveilig. Bij lessen als scheikunde of techniek kan een overdaad aan jassen gevaren opleveren voor de leerlingen. Bovendien moeten de scholieren tegen elkaar beschermd worden. Mevrouw Bloem: ,,In jassen kun je ook voorwerpen verbergen om klasgenoten mee te bedreigen.''
Reacties. Waar het zo is dat in de regels staat dat in de klas geen hoofddeksel mag worden gedragen is de reden: dat zowel het uiterlijk als de manier van kleden van een leerling zodanig dient te zijn dat goed oogcontact tussen leerling en personeel mogelijk is.
Leraar24 is er voor alle leraren in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en lerarenopleidingen. Onze praktische en deskundige informatie kun je direct toepassen. Zo groei jij in je vak en sta je met plezier voor de klas.
Daar moet het duidelijk zijn wat er wel of niet mag en kan, en dat moet ook consequent worden nageleefd. Dat is de basis van een 'strenge' opvoeding. Streng zijn heeft niets te maken met onvriendelijkheid of op een luidere toon gaan praten, maar alles met duidelijkheid: dit zijn onze afspraken, daar houden we ons aan.
Zo is één uur voor de meeste veertien- en vijftienjarigen een heel acceptabele tijd en gaan oudere tieners minstens tot twee á drie uur uit (zie tabel). Die tijd wordt doorgaans (47 procent) in overleg met het kind vastgesteld volgens de 'schippermethode': onderhandelen en een beetje water bij de wijn doen.
Leerkrachten of directieleden mogen iets dat in je schooltas of broekzak zit op te vragen als ze vinden dat je de les stoort. Maar ze mogen er zelf niet in kijken. Ze hebben ook niet het recht om jou te fouilleren. Dit geldt ook bij het doorzoeken van jouw locker of op schoolexcursies.
Nee, een docent mag een telefoon niet 'fysiek' afpakken. Hij of zij mag het toestel dus niet uit de hand van een leerling grissen of loswrikken. De docent kan wél eisen dat het toestel wordt afgegeven op straffe van schorsing van de leerling (Art.
Praat niet te luid of te snel. Geef geen instructies tot iedereen stil is. Betreed het domein van de leerlingen: loop door de klas, spreek babbelaars van dichtbij rustig aan. Breng rustmomenten in je les: lezen, individuele oefeningen, videofragment …
Organisatorische vaardigheden zijn onmisbaar bij het managen van een klas. Naast het organiseren zelf gaat het om het plannen, coördineren, leidinggeven en het controleren van leeractiviteiten. De leerkracht moet het onderwijs zo organiseren dat alle leerlingen voldoende aandacht en tijd krijgen om te leren.
Maak af en toe eens een praatje, los van de schoolopdrachten. Hiermee stel je leerlingen wat meer op hun gemak. Wanneer leerlingen toch een keer een negatieve emotionele uitbarsting hebben, benader ze dan rustig en vraag wat er aan de hand is.
De studenten lezen samen een inleidende tekst. Vervolgens stellen ze zelf de vragen op die beantwoord moeten worden om tot de kern van de stof te komen. Tijdens de volgende bijeenkomst discussiëren zij samen over hun bevindingen. De tutor speelt daarbij een ondersteunende rol.