Een foneem is het kleinste betekenisonderscheidende element en een morfeem is het kleinste betekenisdragende element op analyseniveau.
Het zijn geen verschillende fonemen. Een foneem kan worden gezien als een 'basisklank' van een taal. Het gemiddeld aantal fonemen per taal is 35. In het Nederlands zijn er ongeveer 40, en het Engels heeft er ongeveer 44.
Vrije morfemen zijn onderdelen van een woord die zelfstandig in een zin te gebruiken zijn. Voorbeelden hiervan zijn: 'bos' en 'deur'. Een gebonden morfeem is een woordonderdeel dat wel betekenis heeft, maar alleen gebruikt kan worden in combinatie met een vrij morfeem.
Een Nederlands woord kan echter uit meer dan twee morfemen bestaan. struik|rov|er|s heeft vier morfemen. De eerste twee zijn vrij.
Een foneem wordt weergegeven door een grafeem. Het Nederlands heeft 34 verschillende fonemen. Om die weer te geven hebben we slechts 26 letters tot onze beschikking. Dat tekort lossen we op door een aantal fonemen weer te geven met een lettercombinatie, bijvoorbeeld de ou, de ei, en de ui.
Een grafeem is een letter of combinatie van letters die geassocieerd is met een (1) foneem. Grafemen zijn a, oo, oe, ui, eu enz. Maar ook ch en ng zijn grafemen.
Nederlands. Het Nederlands kent 34 basisgrafemen. Daarnaast zijn er enkele grafemen, zoals q en x, die (ooit) aan andere talen zijn ontleend. Voorbeelden van gewone Nederlandse grafemen zijn: 'i', 'o', 'e', 'k', 'p' maar ook 'oe', 'ui', 'eu' en 'aa'.
In de morfologie onderscheidt men binnen woorden morfemen: de kleinste betekenisdragende eenheden in taal. Er zijn twee typen morfemen: vrije en gebonden morfemen. Een vrij morfeem vormt in zijn eentje een woord dat niet verder is op te splitsen in betekenisdragende delen, zoals huis.
De morfologie is het onderdeel van de taalkunde dat handelt over de verbuiging en vervoeging van woorden en de wijze waarop door afleiding en samenstelling woorden worden gevormd.
In de taalkunde is een morfeem of betekeniseenheid een woord of een deel van een woord met een eigen betekenis, dat niet in kleinere woorddelen met eigen betekenissen kan worden opgesplitst.
Het morfologisch principe gaat ervan uit dat niet de klank van het woord, maar de vorm ervan bepalend is voor de schrijfwijze van het woord. Het morfologisch principe kent twee regels: de regel van de gelijkvormigheid en de regel van de analogie.
Een hyponiem – het tegenovergestelde van een hyperoniem – is een woord waarvan een deel van de betekenis valt onder een algemener woord: een stoel is een hyponiem van meubels, een tulp is een hyponiem van bloem.
Fonemisch bewustzijn is het besef dat woorden uit afzonderlijke klanken zijn opgebouwd en dat die klanken gekoppeld kunnen worden aan geschreven letters of lettercombinaties. Het is daarom belangrijk om leerlingen vanaf de start bewust te maken van klanken en hun kenmerken; dat effent het pad voor het leren lezen.
Exemples de graphèmes complexes en français : ‹ au ›, ‹ eau ›, ‹ ou ›, ‹ oi ›, ‹ ch ›, ‹ on ›, ‹ an › et tous ceux impliquant une lettre finale silencieuse tels que ‹ op › dans le mot " te veel ". Voorbeelden van complexe grafemen in het Engels: ‹ea›, ‹ee›, ‹sh›, ‹ch›, ‹ow›, ‹ai›.
Onze gesproken taal heeft veel meer dan 26 letters aan klanken. Dat komt doordat letters niet altijd hetzelfde klinken. Letters krijgen vaak een andere klank aan het begin, midden of eind van een woord. Hoe letters klinken, hangt ook af van of het een lange of een korte klank is.
De morfologie van een taal levert daarmee over het algemeen betrouwbare informatie over de oudere fasen van een taal. Ook helpen deze kenmerken bij het verklaren van de meeste fonologische kenmerken van een taal. De opbouw van het woord wordt dus bekeken in de morfologie.
Omschrijving. Morfologie (of: vormleer) is de leer van de woordvorming, dat wil zeggen van de wijze waarop in een taal door afleiding en samenstelling woorden worden gevormd, alsook de leer van de verbuigings- en vervoegingsvormen van een taal.
Pragmatiek is het gedeelte van taalkunde waarin men de relatie tussen taaluitingen en taalgebruikers bestudeert. De grens tussen semantiek en pragmatiek is niet altijd duidelijk.
Semantische taalfouten bij kinderen:
Dan geven ze een knuffeldier bijvoorbeeld de naam “bal” of ze noemen een hond een “auto.” Dit komt niet zo vaak voor. Toch zijn ze het resultaat van het ontbreken van de overeenstemming tussen de betekenis en de aanduiding.
Syllabes of klankdelen van een woord zijn bepalend voor de spelling ervan. Eindigt een woorddeel op een lange klank, dan schrijf je die met één klinker, zoals in poot - poten (verenkelingsregel). Eindigt een woorddeel op een korte klank, dan volgen er twee medeklinkers, zoals in pot - potten (verdubbelingsregel).
De fonetiek onderzoekt de feitelijke realisering van klanken, de fonologie houdt zich bezig met het klanksysteem van een taal. Binnen de taalkunde worden twee disciplines onderscheiden die zich bezighouden met de uitspraak van een taal: de fonetiek en de fonologie.
Alfabetisch principe houdt in dat de klank van een woord overeenkomt met de weergave van deze klank in letters. De lettertekens (grafemen) van ons alfabetisch schrift verwijzen naar klanken (fonemen). Het leren van dit alfabetisch principe heeft een visuele en een auditieve kant.
Het Standaardnederlands kent ongeveer 40 verschillende fonemen. De Nederlandse klankinventaris is daarmee middelgroot en bestaat uit medeklinkers, affricaten, halfklinkers, klinkers en tweeklanken.