De methode is geschreven conform het document 'Loopbaan en burgerschap in het mbo'. In dit document worden vier dimensies van burgerschap onderscheiden: - de politiek-juridische dimensie; - de economische dimensie; - de sociaal-maatschappelijke dimensie; - de dimensie vitaal burgerschap.
Een mens kan het beste worden gekarakteriseerd op basis van de vier dimensies lichaam, hoofd, hart en ziel. Ongeacht religie, cultuur, geografische locatie of levensfilosofie hanteert men over het algemeen deze vier dimensies om de mens te beschrijven, al dan niet in andere bewoordingen.
De dimensie vitaal burgerschap gaat over de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op de eigen leefstijl en zorg te dragen voor de eigen vitaliteit als burger en werknemer. Hierbij gaat het om de zorg voor de eigen vitaliteit en fitheid.
Vragen die te verdelen zijn in vier dimensies: psyche, gezondheid, zingeving en sociale context. Deze zogenoemde palliatieve fase vraagt veel aandacht uit de diverse werkvelden. Samenwerking tussen verschillende professionals en vrijwilligers vergroot de kans dat alle vragen voldoende aandacht krijgen.
In onderstaande casus word je gevraagd om een korte beschrijving te geven van wat er speelt op de vier verschillende dimensies (lichamelijk, psychisch, sociaal, zingeving).
Met fysische dimensie kijk je naar natuurlijke dingen van dat onderwerp. Zoals klimaat of de bodem.
De sociaal-maatschappelijke dimensie heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren.
De emotienele dimensie
De emotionele dimensie heeft alles te maken met het feit dat we voelen. Blij, bang, boos en bedroefd. Emoties. En deze emoties worden door van-alles en nog-wat aangesproken.
1D: beschreven door een lijn of twee onderling verbonden punten. 2D: gemodelleerd door een plat vlak, zoals op een grafiek, waarbij objecten naar links, rechts, omhoog en omlaag kunnen bewegen. 3D: gemaakt door lengte, breedte en diepte om een kubus te maken. 4D: gemodelleerd door één extra coördinaat om een hyperkubus te maken.
In onze maatschappij zijn er vier belangrijke domeinen die elk een specifieke rol spelen: het politieke domein, het economische domein, het sociale domein en het culturele domein.
De sociaal-maatschappelijke, politiek-juridische en economische dimensie, en de dimensie vitaal burgerschap. Deze vier dimensies vormen de ruggengraat van het vak burgerschap in het mbo, de basis van de lesstof.
De basiswaarden zijn: vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Dit betekent dat kinderen kennis moeten krijgen over verschillen in godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, afkomst, geslacht, handicap of seksuele gerichtheid en dat iedereen gelijk behandeld moet worden.
- de sociaal-culture dimensie; waarbij het gaat om de cultuur van een groep mensen, de wijze waarop ze met elkaar samenleven. - politieke dimensie; waarbij de politieke invloed van overheden en belangengroepen centraal staat.
De sociale dimensie verwijst naar de interpersoonlijke relaties en interacties tussen individuen binnen een maatschappij of gemeenschap . Het omvat verschillende aspecten van menselijk gedrag zoals communicatie, samenwerking, conflictbemiddeling en sociale normen.
Bij de dimensie vitaal burgerschap gaat het om een gezonde en actieve levensstijl. Dat bereik je door goed voor lichaam en geest te zorgen. En is belangrijk in het privéleven, maar ook op het werk. Deelnemers krijgen informatie over gezonde voeding en voldoende beweging.
De vierde dimensie is voor driedimensionale wezens, zoals de mens, niet waarneembaar. Eventueel is de tijd te interpreteren als een vierde dimensie (zie ruimtetijd). Roterende schaduw van een tesseract, die rond een enkele as en een enkel vlak roteert.
Het gaat over hoe oud we gemiddeld worden, hoeveel kinderen we kunnen verwachten, en waar en hoe we ons leven leiden.
Onze Grondwet stelt dat we die duurzaamheid moeten nastreven in drie dimensies: ecologisch, sociaal en economisch. De ecologische dimensie is de bekendste en betreft het behoud van natuurlijke hulpbronnen, bescherming en behoud van het leefmilieu. De sociale dimensie gaat over de sociale impact van menselijk handelen.
De vijfde en laatste fase van palliatieve zorg staat ook bekend als de " rouwfase ". Deze vindt plaats na het overlijden van de patiënt en familieleden en dierbaren kunnen een rouwplan krijgen. Dit kan vele maanden duren, afhankelijk van de persoonlijke behoeften en situaties van de betrokken personen.
Omdat het bloed zich meer en meer terugtrekt naar de borst- en buikholte, kunnen handen, armen, voeten, benen en neus koud aanvoelen. Op de benen kunnen paarsblauwe vlekken ontstaan. De gelaatskleur wordt grauw en bij de laatste ademtocht trekt de kleur helemaal uit het gezicht weg ('doods - bleek').
Mensen in de palliatieve fase kunnen op vier dimensies vragen hebben: sociaal, psychisch, fysiek of over zingeving.