Een stichting mag geen commercieel doel hebben, maar wel winstgevend zijn. Het bestuur van een stichting is zelf niet hoofdelijk aansprakelijk voor mogelijke schulden. In plaats daarvan is de stichting zijn eigen rechtspersoon. De bestuurder moet volgens de wet zijn of haar taak wel naar behoren vervullen.
Over de eerste €200.000 winst betaal je 16,5% belasting. Dit wordt in 2021 verlaagd naar 15%. Over de winst boven de €200.000 betaal je in 2020 nog 25%. In 2021 wordt dit tarief verlaagd naar 21,7%.
Geen minimale kapitaaleis: voor het oprichten van een stichting is geen minimumkapitaal vereist. Hierdoor zijn de kosten voor het starten van een stichting erg laag. De nadelen: Winstuitkering: wanneer je een stichting opricht, kun je de winst niet naar jezelf uitkeren.
Je organisatie wordt namelijk officieel opgericht bij notariële akte of testament. De kosten hiervoor bedragen tussen de € 400 en € 1.000. Schrijf de stichting in bij de Kamer van Koophandel (KvK). De regels over de organisatie moet je vermelden in de statuten.
In tegenstelling tot een vereniging heeft een stichting geen leden. Wel kan er een raad van toezicht zijn aangesteld, die het handelen van de bestuursleden controleert. Een vereniging is democratischer, de leden controleren altijd het handelen van het bestuur.
Vaak bepalen de statuten hoe de stichting een bestuurder beloont. Bijvoorbeeld dat een bestuurder geen recht heeft op loon, maar alleen op een onkostenvergoeding en/of vacatiegeld. Vacatiegeld is een vergoeding die bestuursleden ontvangen voor het voorbereiden en bijwonen van vergaderingen.
Een stichting mag geld verdienen en winst maken en ook als doel hebben om winstgevend te zijn. Voorwaarde hiervoor is wel dat de winst wordt ingezet om het doel van de stichting te verwezenlijken. Winst maken met een commercieel ondernemingsdoel is niet toegestaan.
De stichting is volgens de wet namelijk een rechtspersoon, wat de stichting aansprakelijk maakt. Namens de stichting worden activiteiten opgepakt en de stichting kan eigenaar zijn van goederen, onroerend goed en zelf een bankrekening op naam hebben. Een stichting kent geen leden.
Bestuursleden van stichtingen en verenigingen die zijn opgericht zonder een notariële akte zijn elk hoofdelijk aansprakelijk. Elk bestuurslid kan dus aansprakelijk gesteld worden voor het volledige bedrag aan schulden.
Als stichting of vereniging bent u belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting als u een onderneming drijft. U betaalt dan vennootschapsbelasting over de winst van uw onderneming.
Als de stichting of vereniging voldoet aan de eisen van ondernemerschap, dan is zij ondernemer voor de btw. Als de stichting of vereniging personeel in dienst neemt, krijgt de stichting of vereniging te maken met loonheffingen.
Rechtsvormen zoals een bv en een nv moeten altijd aangifte vennootschapsbelasting doen. Een stichting, vereniging of vergelijkbare organisatie moet alleen in bepaalde situaties aangifte vennootschapsbelasting doen. Dit heet beperkte belastingplicht.
Het geld van een stichting komt binnen via donaties, leningen, subsidies en erfenissen. Een stichting heeft geen aandeelhouders.
Een stichting is een rechtsvorm die zelf de rechten en verplichtingen draagt, waardoor het bestuur privé beperkt aansprakelijk is. Een stichting oprichten geeft dus zekerheid dat de privé-eigendommen van de oprichter beschermd zijn voor eventuele schulden bij een faillissement.
Het bestuur is eindverantwoordelijk voor de stichting en maakt beleid. Bestuursleden zorgen dat de stichting zich houdt aan het doel van de stichting. Bestuursleden keuren beslissingen en belangrijke documenten van de stichting goed, zoals subsidieaanvragen, jaarverslagen en begrotingen.
Om de oprichting van een stichting toegankelijk te maken, zijn er diverse subsidies en fondsen beschikbaar. Dit betreffen voornamelijk subsidieregelingen van de overheid om activiteiten te stimuleren die een sociaal of ideëel doel hebben.
In principe onbeperkt, er is namelijk geen wettelijke bepaling over een maximale bestuurstermijn. In de praktijk zie je dat bij veel verenigingen een statutaire beperking is opgenomen, waarbij een voorzitter voor een periode van vier jaar benoemd wordt en daarna één of twee keer herkozen kan worden.
Stichtingen hebben weliswaar eigen vermogen, maar er zijn geen eigenvermogenverschaffers waarmee transacties gedaan kunnen worden. Slechts bij oprichting wordt het beginvermogen aangeduid als kapitaal.
Een btw-nummer aanvragen voor een vereniging of stichting is alleen mogelijk als de vereniging of stichting voldoet aan de eisen van het ondernemerschap. De Belastingdienst stelt uiteindelijk op basis van de inschrijving in het Handelsregister vast of er sprake is van een onderneming.
Een bestuur van een ANBI-stichting moet dan ook altijd uit minimaal drie personen bestaan. Er mag ook geen familiaire band zijn tussen een meerderheid van het bestuur. Het bestuur mag dus niet bestaan uit twee broers en een derde persoon. De meerderheid van het bestuur heeft in dit geval een familieband.
Een stichting heeft niet een echt democratisch karakter. Het bestuur bestuurt, en is de baas. Omdat er geen leden zijn, hoeft het bestuur geen rekening en verantwoording af te leggen aan haar leden. Er is dus ook geen sprake van een contributie; natuurlijk kunnen er wel donateurs zijn.
Het uitkeringsverbod is het verbod voor stichtingen om geld uit te keren aan de oprichters. Alsook aan bestuurders of andere personen die bij de organisatie betrokken zijn. Gelduitkeringen voor liefdadigheid en in het kader van het statutaire doel vallen hier natuurlijk niet onder.
Het gemiddelde salaris voor een bestuurder (m/v) in Nederland is € 5.376 per maand.
Wel schrijft de wet voor dat de statuten de wijze van benoeming en ontslag van bestuurders moeten bevatten. In veel statuten is opgenomen dat het bestuur zichzelf benoemt (coöptatie), dat de bestuurders zijn benoemd voor een periode van vier jaar en dat zij één- of tweemaal herbenoembaar zijn.