In Nederland heeft de fietsstraat (nog altijd) geen juridische status. Hier zijn dan ook de normale regels van de Wegenverkeerswet van kracht. Fietsers houden dan ook zoveel mogelijk rechts op de fietsstraat en rijden met maximaal twee personen naast elkaar, mits ze geen andere weggebruikers hinderen.
Je mag met de auto een fietsstraat inrijden, maar je mag er niet sneller rijden dan 30 km/u. In een fietsstraat mag je met de auto of andere motorvoertuigen geen fietsers inhalen.
De algemene voorrangsregel, de voorrang aan rechts, is ook van toepassing voor fietsers. Deze regel geldt ook in de fietsstraat en bij uitbreiding in een fietszone, voor alle bestuurders, tenzij een verkeersbord de voorrang bepaalt. Fietsers in een fietsstraat moeten dus de voorrang aan rechts respecteren.
Een fietsstraat is een straat die ingericht is als fietsroute, maar waarop tevens auto's zijn toegestaan. Dit autogebruik wordt echter beperkt door het karakter en de inrichting van de fietsstraat.
In de fietsstraat geldt een maximum snelheid van 30 kilometer per uur. Voor automobilisten is er in de straat geen ruimte om fietsers te passeren zonder daarmee tegemoetkomend verkeer te hinderen. De auto moet dus achter de fiets blijven totdat verkeer in de tegengestelde richting gepasseerd is.
In een fietsstraat is de snelheid beperkt tot 30 km/u. Dat geldt voor al het verkeer, ook voor de fietsers zelf dus. De snelheidslimiet geldt altijd, dus ook als er geen fietser te zien is. Fietsers mogen er de hele breedte van de rijbaan gebruiken als het een eenrichtingsstraat is.
Een fietsstraat kun je herkennen aan het bord 'fietsstraat – auto te gast'. Dit bord geeft dus aan dat de automobilist er te gast is. De kleur van het asfalt is rood, ook wel de rode loper genoemd en de maximale snelheid is hier 30 KM per uur.
Hoe herken je een fietsstraat? Een fietsstraat is vooral te herkennen aan het verkeersbord aan het begin van de straat. Dit is een blauw bord met een witte fietser op, gevolgd door een rode auto. Aan het einde van de fietsstraat zie je hetzelfde verkeersbord met een streep door.
In de fietszone mogen fietsers niet ingehaald worden door gemotoriseerde voertuigen. Dit inhaalverbod geldt voor alle gemotoriseerd verkeer, dus ook voor motorfietsen en bromfietsers klasse A en B. De Speed pedelec wordt wel als fietser gezien en mag andere fietsers inhalen.
Een fietssuggestiestrook is geen fietspad. Het geeft de plaats op de rijbaan aan waar fietsers rijden. Het maakt de automobilisten ook duidelijk dat er fietsers op de rijbaan aanwezig kunnen zijn. Auto's mogen er echter op rijden en, indien niet verboden door andere signalisatie, ook op stilstaan of parkeren.
Wie een fietser aanrijdt, moet niet alleen diens lichamelijke schade vergoeden, maar ook de eventuele schade aan kleding en bril. Deze regel geldt altijd, ongeacht wie schuld heeft aan het ongeval. Alleen als de fietser ouder is dan 14 jaar en het ongeval bewust heeft uitgelokt, moet hij zelf voor de kosten opdraaien.
Inmiddels is de wet al weer jaren terug veranderd. Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.
Bestuurders zijn alle weggebruikers, behalve voetgangers. Dus een fietser die links afslaat, moet een auto die dicht achterop komt en rechtdoor gaat, voor laten gaan.
de snelheid in de straat beperkt is tot 50 km/uur. er geen openbaar vervoer door de straat rijdt. er geen belangrijk doorgaand verkeer door de straat rijdt. de omliggende straten na de invoering van de speelstraat bereikbaar blijven.
Oorspronkelijk is een woonerf een doodlopende weg, waar alleen auto's komen die het erf als bestemming hebben. Tegenwoordig zijn vaak ook doorlopende wegen omgebouwd tot erf. De in- en uitgangen zijn dan verhoogd. Je herkent een erf aan zijn eigen verkeersborden.
Een belangrijke misvatting betreft de snelheid: binnen een woonerf is de snelheid voor alle gebruikers beperkt tot 20 km per uur, en niet tot 30 km per uur zoals velen denken. Voetgangers mogen er immers de volledige breedte van de openbare weg gebruiken; bovendien is spelen op de openbare weg eveneens toegelaten.
De Wegcode stelt immers dat binnen de bebouwde kom bestuurders van een auto of een motorfiets ten minste 1 meter zijdelingse afstand moeten houden tussen hun voertuig en een (brom)fietser. Buiten de bebouwde kom bedraagt die afstand zelfs 1,50 meter.
Fietsstraten spelen een rol in het fietsvriendelijker maken van steden en gemeenten. Ze maken duidelijk dat in woonkernen de auto niet het meest geschikte vervoersmiddel is, en geven fietsers de bevestiging dat ze van harte welkom zijn.
Een fietszone is een fietsvriendelijk gebied dat bestaat uit een netwerk van fietsstraten die met elkaar zijn verbonden. De maximumsnelheid in een fietszone is 30 km/u voor alle weggebruikers.
Gemiddeld fietsen Nederlandse mannen 26,92 kilometer per uur en vrouwen 21,36 kilometer per uur. Ter vergelijking; Het een-na-snelste land ter wereld is Engeland waar mannen gemiddeld 25,61 kilometer per uur en vrouwen gemiddeld 20,74 kilometer per uur fietsen. In Nederland ligt de gemiddelde snelheid dus al vrij hoog.
Op de rijbaan is de maximumsnelheid 45 kilometer per uur. Op het fiets/bromfietspad buiten de bebouwde kom is de maximumsnelheid 40 kilometer per uur. Op het fiets/bromfietspad binnen de bebouwde kom is de maximumsnelheid 30 kilometer per uur.
70 km/u. Buiten de bebouwde kom is de maximumsnelheid 70 km/u. Er moet dus geen verkeersbord geplaatst worden om je aan deze limiet te doen herinneren. Let op, in Wallonië en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is de maximumsnelheid buiten de bebouwde kom nog steeds 90 km/u.
Wettelijk mag alles. Als een wegbeheerder (meestal de gemeente, de provincie of het waterschap) het blauwe ronde bord met de witte fiets plaatst bij een pad is het een fietspad. Dan moeten fietsers er gebruik van maken, hoe smal dat pad ook is.
Geschiedenis. In 1996 verscheen in Nederland de eerste fietsstraat: in Utrecht werd de Burgemeester Reigerstraat tot fietsstraat omgebouwd.
In een fietsstraat is het verboden om fietsers in te halen en moeten alle gemotoriseerde voertuigen dus altijd achter de fietsers blijven. Enkel prioritaire voertuigen (met sirene en zwaailicht) mogen fietsers inhalen. Fietsers gebruiken de volledige breedte van (hun deel van) de rijbaan.