Als ondernemer met een holdingstructuur zorg je ervoor dat jij je activiteiten scheidt van de waardevolle zaken, zoals bijvoorbeeld je website, merkrecht en de winst van je BV. Door deze zaken onder te brengen in je holding, kan jij ze niet 'kwijtraken' als de werk-BV failliet zou gaan.
Als het geld in de holding wordt belegd, dan moet over de eventuele winst immers vennootschapsbelasting (VpB) worden betaald. Wordt de winst vervolgens naar privé uitgekeerd, dan moet over het dividend nog ab-heffing worden betaald.
Een holding kan één of meer werkmaatschappijen hebben. Dus de ondernemer is eigenaar van de holding en de holding is eigenaar van de werkmaatschappij. Zo spreidt u risico. De risicovolle bedrijfsactiviteiten zoals producten maken, opdrachten uitvoeren en personeel inhuren voert u uit met de werkmaatschappij.
1. De holding zelf Een holding draait geen omzet. Het is de bv waarin belangrijke vermogensonderdelen zoals geld, vaste activa als onroerend goed zijn ondergebracht. Meestal staan op de balans van een holding alleen financiële vaste activa.
Als een dga de behaalde winst wil uitkeren naar privé, betaalt hij hierover inkomstenbelasting (IB). Deze belasting, ook wel box 2 belasting of aanmerkelijkbelangheffing genoemd, bedraagt vanaf 2021 26,9% en blijft vooralsnog hetzelfde in toekomstige jaren.
Het DGA salaris was in 2020 vastgesteld op €46.000 (bruto) per jaar. Per 1 januari 2021 is het DGA salaris verhoogd naar €47.000.
Besloten vennootschap (BV)
Wanneer je onderneemt vanuit een BV, wordt er vennootschapsbelasting betaald over de winsten die het bedrijf maakt. Over de eerste € 245.000 is dat 15% en daarboven 25%. Als de winst wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders, wordt er over dit bedrag 15% dividendbelasting geheven.
75% van het loon uit een meest vergelijkbare dienstbetrekking (als dat hoger is dan 44k).
Stel je wilt privé een huis kopen, hierbij wil je het vermogen gebruiken dat in jouw holding zit. Om het huis vanuit de holding te betalen zijn er twee opties: Dividend uitkeren naar privé; Hypotheek vanuit de holding verstrekken aan jezelf.
In het oorspronkelijke, in 2020 ingediende wetsvoorstel is het drempelbedrag op € 500.000 gesteld. In het huidige coalitieakkoord is het drempelbedrag verhoogd naar € 700.000. Bij fiscaal partnerschap geldt het drempelbedrag voor partners samen en niet per persoon. De eerste peildatum is 31 december 2023.
In principe mag je altijd lenen uit je bv, tenzij er natuurlijk geen geld meer in je bv zit. Waar het echter om gaat is dat als je leent uit een bv je netto geld haalt uit een pot waar 'bruto' geld in zit. Oftewel, over het geld wat in de (stamrecht) bv zit dient nog belasting afgedragen te worden.
De kosten voor een enkele holding bedragen € 499,-. Dit is exclusief de kosten voor de uittreksels van de Kamer van Koophandel. Deze kosten bedragen € 15,60. Het is ook mogelijk om een holdingstructuur op te zetten, waarbij u direct een dochter BV, een werkmaatschappij, opricht.
De juridische route voor het tot stand brengen van een holdingstructuur bij omzetting van een eenmanszaak is de holding BV op te richten, waarbij deze tegelijkertijd de werk-bv opricht. De holding BV en werk-bv zullen vervolgens meteen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting aan gaan.
Een holdingstructuur houdt in dat één BV aandelen houdt in een andere BV. Deze andere BV wordt dochtervennootschap of werk-BV genoemd. Deze dochtervennootschap is hiërarchisch ondergeschikt aan de holding-BV. Als ondernemer houd je aandelen in de holding en de holding houdt op haar beurt weer aandelen in de werk-BV.
Conclusie. Het tarief (inkomstenbelasting en premies Zvw) over een salaris is maximaal 55% en over een dividenduitkering per saldo ruim 38%. Bij hogere salarissen en een belastbaar inkomen van meer dan € 25.000 is een dividenduitkering vaak voordeliger dan een salarisverhoging.
Het bruto cash dividend is namelijk puur het geld wat je vanuit de onderneming uitgekeerd krijgt, maar de belastingdienst wil hier graag een deel van ontvangen. Meestal is dit ongeveer 15%.
De dividenduitkering vanuit de werkmaatschappij komt in de holding terecht. Het uitgekeerde dividend is vrijgesteld van dividendbelasting in verband met de deelnemingsvrijstelling. Vaak bestaat de omzet van de holding enkel uit de verkregen managementfee van de werkmaatschappij.
Bij een eenmanszaak moet je jezelf geen loon uitbetalen, want de inkomsten van je zaak komen rechtstreeks bij jou terecht. Wél moet je personenbelasting betalen op alles wat via de zaak binnenkomt, wat dan weer hoog kan uitdraaien.
Van de Belastingdienst moet je jezelf in principe minimaal €48.000 DGA-loon betalen voor jouw werk als DGA voor de BV. Dit wordt ook wel het gebruikelijk loon of het DGA-salaris genoemd.
De Belastingdienst geeft namelijk een minimum DGA (Directeur Groot Aandeelhouder)-loon aan van €48.000 . De regels over het minimum DGA-salaris zijn in het leven geroepen door de Belastingdienst om ervoor te zorgen dat jij als DGA niet eerst dividend uitkeert voordat er eerst tenminste €48.000 aan loon is uitgekeerd.
De vuistregel voor veel ondernemers is dat een BV pas interessant is vanaf €100.000 winst. Dit is niet helemaal waar. Dit is namelijk geheel afhankelijk van het soort activiteiten, de branche waar je actief bent, en het aantal personeelsleden dat je hebt. De range loopt van €75.000 – €200.000.
De voordelen van een eigen persoonlijke holding zijn dat je met niemand iets te maken hebt. Jij bent de enige aandeelhouder en jij bepaalt het beleid. Jij bepaalt het eventuele loon van de directeur en dat ben je toevallig ook zelf. Je noemt die positie DGA, Directeur Groot Aandeelhouder.
Geen verplichte rol notaris. De oprichting is geregeld na de inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. De bv moet daar ook de oprichtingsakte (onderhands of via de notaris) deponeren. Voor 'eenvoudige' oprichtingen niet meer langs de notaris.