Een slechte hygiëne of onvoldoende kennis van hygiëne kan besmettingen en infecties veroorzaken bij cliënten, medewerkers en derden. Een infectieziekte-uitbraak kan grote gevolgen hebben voor een organisatie; bepaalde activiteiten kunnen wellicht (tijdelijk) niet worden gecontinueerd.
Slechte hygiëne en vervuild water veroorzaken ook parasitaire ziektes als wormen, schurft en trachoom (een ontsteking in het bindvlies van het oog). Het dragen van zware emmers water over lange afstanden kan bij kinderen bovendien ernstige hoofd-, schouder- en nekblessures veroorzaken.
Door het uitvoeren van hygiëne wordt voorkomen dat ziekteverwekkers worden verspreid, dat ze kunnen overleven en dat iemand besmet. Voorbeelden van hygiëne zijn: Handen wassen voor en na het bereiden van eten en na toiletbezoek; Schoonmaken van plekken die u vaak met uw handen aanraakt zoals lichtknopjes en deurklinken.
Hygiëne kan verdeeld worden onder drie categorieën namelijk persoonlijke hygiëne, levensmiddelenhygiëne en bedrijfshygiëne.
Medewerkers en cliënten hebben veel contact met elkaar. Hierbij kunnen ziekteverwekkers zich gemakkelijk verspreiden via de handen, kleding en gedeelde materialen. Een goede persoonlijke hygiëne verkleint het infectierisico.
Via de handen kunnen makkelijk ziekteverwekkers worden verspreid. Door regelmatig je handen te wassen met water en zeep, verklein je de kans dat je zelf of iemand in je omgeving ziek wordt.
hygiënische maatregelen, bijvoorbeeld goed schoonmaken, eten bewaren in afsluitbare bakken of potten. bedrijfsmatige maatregelen, bijvoorbeeld het controleren van binnenkomende producten op (sporen van) plaagdieren.
In een hygiënecode staan praktische werkinstructies om te zorgen voor veilig eten en drinken. Voor alle organisaties en bedrijven geldt dat goede persoonlijke hygiëne, hygiënisch werken en een keuken met goed werkende apparatuur de basis is voor voedselveiligheid. Dit worden 'de basisvoorwaarden' genoemd.
In de Warenwet staat aan welke eisen voedingsmiddelen en andere producten moeten voldoen. Zo staan in de wet regels voor hygiënische bereiding en voor etikettering van levensmiddelen.
Persoonlijke hygiëne is de verzorging van je lichaam. Een goede persoonlijke hygiëne en hiermee bedoelen wij je eigen lichaamshygiëne en handhygiëne, is een erg belangrijk onderdeel bij het voorkomen van ziektes en infecties.
Een schoon en verzorgd lichaam speelt namelijk een belangrijke rol in de gezondheid van je kind. Lekker badderen, poedelen en poetsen voorkomt de ophoping van bacteriën, waardoor je kind minder vaak ziek wordt. Ook belangrijk: dankzij goede persoonlijke verzorging blijf hij lekker ruiken.
Dagelijks warm douchen kan tot huidproblemen leiden en als je overdreven hygiënisch leeft zorg je voor een slechte immuunsysteem. Het is belangrijk om te douchen als je zichtbaar vuil op je lichaam hebt of mensen in je omgeving allergisch zijn, voor bijvoorbeeld pollen of huisdieren.
Géén sieraden en accessoires dragen tijdens het werk is de basis voor goede hygiëne en infectiepreventie. Sieraden en accessoires aan handen en onderarmen zijn niet toegestaan. Dus draag geen ringen (ook geen gladde trouwring), armband of polshorloge.
Een slechte keukenhygiëne verhoogt het risico op kruisbesmetting, doordat ziekmakende bacteriën gemakkelijk van het ene op andere product terecht kunnen komen. Zo kan de legionellabacterie ernstige (soms wel dodelijke) longziektes veroorzaken wanneer o.a. tappunten niet regelmatig worden gespoeld en gecontroleerd.
In iedere productieruimte zijn medewerkers de grootste bron van bacteriën en virussen. Zij werken met hun handen en raken de voedingsmiddelen aan, eten in de pauze een broodje of gaan naar het toilet, en thuis komen ze in contact met andere mensen. Daarom is persoonlijke hygiëne enorm belangrijk.
Als je na toiletbezoek je handen niet wast, kun je darmbacteriën en virussen verspreiden. Meestal kunnen die geen kwaad, maar soms zitten er ziekmakers tussen. Als je met je vieze vingers je mond, neus of ogen aanraakt, wandelen de ziekteverwekkers zo je lichaam in.
'Elke dag onder de douche is prima als je alleen zeep gebruikt op de plaatsen waar bacteriën het meest voorkomen: het kruis, de anus, de voeten en onder de oksels,' zegt hij. 'Maar je hele lichaam moet je hooguit 1 tot 2 keer per week inzepen, anders ontvet je de huid te veel,' legt hij uit.
Slechts 30% wast de handen met zeep na een toiletbezoek.
Deze regels hebben namelijk als doel om bescherming te bieden voor jezelf én voor de zorgvrager. Zo is het van uiterst belang dat jij jouw nagels kort en ongelakt houdt. Waarom? Hiermee voorkom je dat je onbedoeld de cliënt schaaft door de scherpe nagels of bacteriën overdraagt via eventuele viezigheid onder je nagels.
Houd je nagels schoon en kort
Lange nagels zijn moeilijker schoon te houden en kunnen handschoenen beschadigen. Gebruik geen nagellak, gelnagels of kunstnagels, daar kunnen bacteriën onder groeien.