Een onveilige hechting heeft invloed op het empathisch vermogen en sociale vaardigheden van kinderen. Kinderen die niet geleerd hebben om rekening te houden met anderen of zich moeilijk kunnen inleven, komen in de problemen in sociaal contact.
Niet alle kinderen die onveilig gehecht zijn ontwikkelen hechtingsproblemen. Maar is dat wel het geval, dan is het belangrijk om te weten dat aan betere hechting gewerkt kan worden. Het vertrouwen van het kind kan hersteld worden door te werken aan de band tussen ouder en kind.
Hechtingsproblematiek kenmerken
Een onveilige hechtingstijl kan invloed hebben op je zelfbeeld. Ook kan het uitwerking hebben op je vermogen om vol vertrouwen in het leven te staan. Je kunt als volwassene bijvoorbeeld last hebben van faalangst, een laag zelfvertrouwen, en gevoelig zijn voor stress.
Een onveilige gehechtheid is een risicofactor, wat vanuit het gewone dagelijkse leven te herstellen is. Door nieuwe (wel goede) ervaringen op te doen. Een periode behandeling is ondersteunend om oude pijn op te ruimen en nieuwe goede ervaringen binnen te laten komen.
Als de baby de moeder niet kan bereiken, ontstaan er spanningen van angst en paniek bij de baby. Dit kan resulteren in traumatisering in de liefde en het ontstaat een hechtingstrauma. Binnen een veilige hechting spiegelt de moeder precies aan haar baby wat hij voelt.
Bij een reactieve hechtingsstoornis is er een patroon van geremd emotioneel teruggetrokken gedrag naar opvoeders. Het kind maakt geen emotioneel contact en trekt zich emotioneel terug. Het kind zoekt geen troost als het bang of overstuur is.
Onveilige hechting kan een risicofactor zijn voor het ontstaan van andere stoornissen op latere leeftijd, zoals slaap-‐ en eetstoornissen, angst-‐, stemmings-‐ en gedragsstoornissen. Wanneer onveilige gehechtheid samengaat met ervaren trauma's is de kans op psychische problematiek op latere leeftijd veel groter.
Drie vormen van onveilige gehechtheidsrelaties. Onder de noemer van 'onveilig gehecht' worden drie verschillende vormen van onveilige gehechtheidsrelaties onderscheiden: vermijdende, ambivalente en gedesorganiseerde gehechtheid. Deze vormen van onveilige gehechtheid resulteren in verschillend gedrag.
Wat wel werkt: een veilige en stabiele plek
Uit onderzoek blijkt dat voor kinderen met een hechtingsstoornis een veilige en stabiele plek in een gezin positief werkt. Verder moet er een emotioneel beschikbare, betrouwbare opvoeder zijn, bij wie het kind zich veilig voelt en op wie het kind leert vertrouwen.
Type C: Onveilig-afwerend gehechte kinderen
De afwezigheid van de opvoeder leidt tot angst terwijl de terugkeer van de ouder begroet wordt met boosheid en verontwaardiging. De opvoeder is vaak inconsequent sensitief, onvoorspelbaar voor het kind en afwezig op cruciale momenten.
Stap #1 in omgaan met een vermijdende hechtingsstijl is erkenning. Erken en herken jezelf in patronen. Je bent je nu bewust van patronen en weet nu waardoor je je op deze manier opstelt naar anderen. De grootste stap!
Hechting zegt iets over de band die iemand met speciale mensen in zijn of haar leven heeft. De Britse psychiater John Bowlby ontwikkelde een theorie over hechting. Volgens deze gehechtheidstheorie heeft elk mens, en ook elk dier, de innerlijke drijfveer om zich aan anderen te hechten.
Angstige hechting ontstaat als je ouders inconsequent waren in hoe ze op jouw behoeften als kind reageerden. In je latere leven betekent het dat je weliswaar hunkert naar intimiteit, maar dat je tegelijkertijd ook vaak piekert over je relatie en het vermogen van je partner om jouw liefde te beantwoorden.
Hieruit blijkt dat tussen de 60 en 70 procent van alle gezonde, thuiswonende kinderen in de leeftijd van 1 tot 12 jaar, een veilige gehechtheidsrelatie heeft met hun ouders. Tussen de 30 en 40 procent van alle gezonde, thuiswonende kinderen is onveilig gehecht.
Een hechtingsstoornis is een psychiatrische stoornis die ontstaat wanneer het kind geen duidelijk aanwijsbare gehechtheidsfiguur heeft op wie het zich kan richten, en aangetoond is dat de stoornis niet veroorzaakt wordt door een ontwikkelingsstoornis bij het kind.
Veilige hechting
Bij een goede hechting ontwikkelt het kind basisvertrouwen en basisveiligheid. Een kind dat veilig gehecht is, zoekt de nabijheid van de opvoeder. Het kind voelt zich vrij om nieuwe dingen te onderzoeken en te leren. Het kind heeft er vertrouwen in dat de opvoeder beschikbaar is.
Tips voor ouders met een kind met hechtingsstoornis
Je kind wil graag de controle houden op de wereld door bijvoorbeeld te manipuleren. Door te zorgen voor veel structuur in huis, neem je al een angst bij je kind weg. Gebruik geen strenge regels, maar zorg ervoor dat je kind weet waar het aan toe is.
Ambivalent gehechte kinderen
Ze proberen constant bij de ouder in de buurt te zijn en reageren heftig als de ouders afwezig is. In de periode dat ze alleen zijn, zullen deze kinderen amper spelen of hun omgeving onderzoeken. Deze kinderen vertonen tweezijdig ambivalent gedrag.
Kunnen we onze hechtingsstijl veranderen? Gelukkig kun je je hechtingsstlijl veranderen, en is het geen verloren zaak als je geen zekere hechtingsstijl hebt. Zo blijkt uit onderzoek dat mindfulness een positief effect heeft op je hechtingsstijl en je relatie.
Als je uit een opvoeding met een narcistische ouder komt, kan het echter zo zijn dat je onveilig gehecht bent geraakt. Er zijn drie verschillende onveilige hechtingsstijlen; vermijdend, angstig en ambivalent. Een vermijdende hechting komt vooral bij verwaarloosde of misbruikte mensen/kinderen voor.
Een angstig vermijdende hechting ontstaat wanneer ouders/verzorgers emotioneel te belastend zijn geweest ten koste van jou. Of juist zo (emotioneel) afwezig en onbetrouwbaar, dat je niet meer op emotionele steun van je ouders/verzorgers rekent.
Als je veilig gehecht bent, zult je authentiek zijn, ben je niet bang voor intimiteit, en vertrouw je op de ander en op jullie relatie. Ben je onveilig gehecht, dan is dat voor jou allemaal niet zo vanzelfsprekend. Je kunt het dan in de relatie echt moeilijk met jezelf hebben.
Je kindje is gezond gehecht als hij zich veilig voelt en voldoende zelfvertrouwen heeft. Hoe meer hij de onvoorwaardelijke liefde en steun van jullie als ouders ervaart, hoe meer hij zal durven ondernemen.