Hierdoor kunnen de prestaties op school afnemen. Daarnaast heeft ADHD grote gevolgen voor het gezin. Voornamelijk directe gezinsleden (ouders, broertjes en zusjes) ondervinden vaak grote emotionele last. ADHD maakt het lastig om normaal te functioneren binnen het gezin.
Snel afgeleid zijn; moeite met concentreren. Erg druk zijn (hyperactief). Dingen doen zonder na te denken (impulsief). Problemen in het dagelijks leven, zoals thuis, op het werk en in het omgaan met anderen.
Volwassenen met ADHD hebben een ander klachtenpatroon dan kinderen of adolescenten. Ze hebben vooral een gebrek aan organisatievermogen en planningsvaardigheden. Dit geeft problemen bij het beheer van financiën en administratie, in het functioneren in het verkeer, op school, het werk, in relaties en ouderschap.
Problemen waar volwassenen met ADHD tegenaan lopen voordat ze de diagnose ADHD krijgen zijn bijvoorbeeld woedeaanvallen, chaotisch zijn, mislukken op school of op het werk, wisselende stemmingen, verslaving, relatieproblemen, faalangst of depressie.
Voorbeelden hiervan zijn vroeggeboorte, vroege traumatische ervaringen en een tekort aan voedingsstoffen. Slaaptekort leidt ook tot ADHD-kenmerken. Slaap en ADHD is eigenlijk een soort kip-en-het-ei-verhaal. Door ADHD heb je een grote kans op slaapproblemen, maar door slaapproblemen verergeren ook je ADHD-klachten.
Ernstige gevolgen
30-60% vaker ongelukken (overal, en in het verkeer) 2x zo hoge sterfte door ongelukken. Verhoogd voorkomen van andere psychiatrische stoornissen: depressie, angststoornissen, antisociaal en oppositioneel gedrag, slaapproblemen, eetstoornissen. Verhoogd alcohol en drugsmisbruik, vaker roken.
In tegenstelling tot wat vroeger werd gedacht, blijft echter een groot deel van de mensen bij wie ADHD in de jeugd is vastgesteld ook in de volwassenheid nog lichte tot ernstige beperkingen houden, vaak tot op hoge leeftijd. De ernst van de aandoening kan wisselen.
Als er sprake is van de stoornis ADHD, moet de impact op het participeren in het maatschappelijk leven aangetoond worden volgens de basisdefinitie van een handicap (langdurige en belangrijke beperking van de kansen tot sociale integratie). Die impact kan zeer wisselend zijn.
Kenmerken ADHD
De kenmerken van ADHD zijn te verdelen in 3 gebieden: aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit.
Impulsiviteit: eerst doen en dan denken, anderen veelvuldig in de rede vallen, ongeduldig zijn, impulsief geld uitgeven, impulsief relaties en werk betrekkingen beginnen en beëindigen, voor de omgeving onbegrijpelijke beslissingen nemen.
Mensen die de stoornis hebben, hebben echter vrijwel alle symptomen en worden vanaf de kindertijd al belemmerd in hun functioneren. De problemen worden erger naarmate iemand ouder wordt, omdat er steeds meer verantwoordelijkheden bijkomen in het leven.
Er wordt veel onderzoek gedaan naar de genen die de kans op ADHD doen toenemen. Voorlopig zijn dat er steeds meer, maar elk gen draagt maar voor een klein deel bij aan het risico. Als je zelf ADHD hebt is er een kans van 30% dat je broer of zus het ook heeft, en 50% dat je kind het zal hebben.
Iedereen is weleens druk of snel afgeleid, maar mensen met ADHD hebben hier constant last van. Het gaat om een structureel en levenslang patroon, waardoor je op meerdere levensgebieden in de problemen raakt. De stoornis komt voor bij zowel kinderen als volwassenen en valt onder de ontwikkelingsstoornissen.
Er is lang verondersteld dat ADHD een rijpingsprobleem was dat vanzelf zou verdwijnen met het ouder worden. Het blijkt echter gecompliceerder. Bij één op de drie jeugdigen verdwijnen de symptomen vrijwel helemaal.
De hersenen van mensen met ADHD reageren sneller op prikkels (impulsen, stemmingen en gebeurtenissen). Dit kan er toe leiden dat je je moeilijk kunt concentreren en snel afgeleid raakt. Je kunt ook impulsief gedrag vertonen. Vaak ben je lichamelijk overactief of onrustig (hyperactiviteit).
Het overwegend onoplettende beeld: er is vooral sprake van ernstige en aanhoudende aandachtsproblemen. Het overwegend hyperactieve/impulsieve beeld: er is vooral sprake van ernstige en aanhoudende impulsiviteit en hyperactiviteit. Het gecombineerde beeld: beide soorten problemen komen samen voor.
Autisme en ADHD komen vaak gezamenlijk voor, hoe vaak precies is nog onbekend. Wat betreft gedrag kennen de twee diagnoses opvallend veel overlap. Dit maakt het stellen van de juiste diagnose vaak lastig. De oorzaken van het gedrag kunnen totaal verschillend zijn.
Wetenschappelijk onderzoek
Dat betekent dat iemand een grotere kans op ADHD heeft als ouders en broers of zussen de stoornis ook hebben. Daarnaast kunnen omgevingsfactoren zoals roken of drinken tijdens de zwangerschap ook leiden tot een verhoogde kans op Attention Deficit /Hyperactivity Disorder.
Dus als je je niet herkent in "druk" zijn kan het toch zijn dat er sprake is van hyperactiviteit. Daarnaast is het zo dat als je ADD hebt (het overwegend onoplettendheidtype), je weinig tot geen hyperactiviteitsklachten zal herkennen, al valt ook dit subtype onder de noemer ADHD.
Comorbiditeit. De comorbide stoornissen die besproken worden, komen veel vaker tegelijk voor bij ADHD dan op grond van toeval te verwachten is. Het gaat hier om autismespectrumstoornissen, gedragsstoornissen, hoogbegaafdheid, motorische stoornissen, genetische stoornissen, tics, leerstoornissen en verslaving.
Soms zijn de gedragsproblemen zo aanwezig dat er sprake is van een oppositioneel-opstandige stoornis of normoverschrijdend-gedragsstoornis. Ook angst- en stemmingsproblemen, slaapproblemen (bijvoorbeeld verlate slaapfase), leer- en motorische problemen, autisme en tics komen bij mensen met ADHD regelmatig voor.
Een leerling met ADHD kan gedrag laten zien dat past bij de volgende omschrijvingen: Vooral veel moeite met het vasthouden van de aandacht. Vooral erg druk en/of impulsief gedrag. Druk en/of impulsief gedrag én moeite met het vasthouden van de aandacht.