Met anorexia raak je uiteindelijk ernstig ondervoed en dat heeft grote gevolgen voor het lichaam. Denk aan extreme uitputting, huidproblemen, botontkalking, onvruchtbaarheid, hartritmestoornissen en een lage lichaamstemperatuur. Door ondervoeding en braken kan er een tekort ontstaan aan kalium.
Een eetstoornis is een ernstige psychische aandoening die niet vanzelf over gaat. In sommige gevallen wordt te laat hulp ingeschakeld, waardoor mensen niet meer genezen of zelfs overlijden. Omdat het erg ingrijpend is een eetstoornis te hebben, is het belangrijk om in behandeling te gaan.
Eetstoornissen kunnen leiden tot ernstige lichamelijke, psychische en sociale problemen. De gevolgen kunnen merkbaar zijn op allerlei gebieden: werk, gezin en sociaal leven. De groei en lichamelijke ontwikkeling kan verstoord raken. De belasting voor de directe naasten zoals ouders, partners, en familie is erg hoog.
Problemen met hart- en bloedvaten. Je kunt daardoor last hebben van beven, wazig zien, duizeligheid, hartkloppingen en hartritmestoornissen en zelfs een hartstilstand. Na verloop van tijd kunnen botafbraak, oedeem en spierzwakte optreden. Een krimpende maag, waardoor je steeds minder kunt eten.
Er werd gekeken naar verbanden tussen BMI en sterfgevallen met verschillende oorzaken. Mensen van alle leeftijden met ondergewicht (een BMI van 18,5 of lager) bleken 1,8 keer zo veel kans op overlijden te hebben als mensen met een gezond gewicht (een BMI tussen 18,5 en 25,9).
Tussen de 5 en 10% van de patiënten overlijdt aan de gevolgen van deze ziektes (door slechte lichamelijk conditie of suïcide). Van alle psychiatrische ziekten overlijden de meeste mensen aan Anorexia Nervosa. De ziektes duren gemiddeld 6-7 jaar, met een spreiding van een half jaar tot een tiental jaren.
Door ondergewicht of ernstige tekorten in de voedingsstoffeninname kan een depressie optreden, waarvan lichamelijk reacties het gevolg kunnen zijn zoals; vermoeidheid, concentratiezwakte, slaapproblemen en dagschommelingen in stemming; Tanden kunnen aangetast raken door maagzuur als gevolg van veelvuldig braken.
Misschien is je eetprobleem ontstaan door een nare gebeurtenis. Denk bijvoorbeeld aan scheiding van je ouders, pesten, mishandeling, seksueel misbruik of het verlies van een vriend. Misschien heb je een vervelende ervaring gehad met eten. Je hebt je bijvoorbeeld een keer heftig verslikt.
Bij anorexia vermager je meestal, terwijl je gewicht bij boulimia dikwijls niet veel verandert. Bij boulimia wisselen diëten, eetbuien en braken of laxeren elkaar af. Tijdens een eetbui eet je in een korte tijd overmatig veel. Hierna voel je je vaak schuldig.
anorexia nervosa. boulimia nervosa. eetbuistoornis (BED) eetstoornis Niet Anders Omschreven (NAO)
Genezen van een eetstoornis is wel degelijk mogelijk. Wie niét in herstel gelooft, kán niet optimaal herstellen. En uit geen enkel onderzoek blijkt dat een eetstoornis chronisch, onbehandelbaar, hopeloos, te complex of wellicht enkel genetisch bepaald is.
Je metabolisme raakt in de war, je schildklier gaat langzamer werken en je lichaam gaat veel minder verbranden. Te weinig eten kan er ook voor zorgen dat je diverse klachten krijgt. Denk aan haaruitval, slechte nagels, droog haar, slapeloosheid, duizeligheid etc.
Anorexia is de dodelijkste van de psychische aandoeningen: 5 tot 10 procent van de patiënten overlijdt.
Ze voelen zich schuldig en schamen zich. Daarom blijven de symptomen vaak lang geheim, en is een behandeling moeilijk bespreekbaar.
Voor de ontwikkeling van een eetstoornis is geen eenduidige oorzaak aan te wijzen. Men gaat uit van een combinatie van erfelijke, karakteristieke, psychologische, biologische of lichamelijke, opvoedkundige, familiaire en sociaal-culturele factoren.
De APA-richtlijn beschrijft dat bij het starten van de behandeling of bij starten van gewichtstoename 30-40 kcal per kg lichaamsgewicht per dag (gemiddeld 1000-1600 kcal/dag) wordt gehanteerd. Vervolgens wordt dat opgehoogd tot 70-100 kcal/kg/dag.
Afhankelijk van de criteria, kan een 'genezing' of gunstig verloop in veertig tot zestig procent van de gevallen worden verwacht. Dit betekent dat bij ten minste een derde van de patiënten de eetstoornis chronisch wordt (niet verandert of geleidelijk verslechtert).
De anorexiapatiënten bleken een grotere orbitofrontale cortex en insula te hebben. De orbitofrontale cortex heeft te maken met het krijgen van een verzadigd gevoel na het eten van een bepaald type voedsel. Vermoedelijk zorgt een grotere orbitofrontale cortex ervoor dat mensen met Anorexia sneller stoppen met eten.
Mensen met anorexia hebben een vervormd beeld van hun lichaam. Ze vinden zichzelf te dik en eten zo min mogelijk om af te vallen. Ze proberen hun eetproblemen zo veel mogelijk te verbergen voor hun omgeving. Er ontstaat een dubbelleven met uitvluchten, trucs en leugens.
Anorexia is een psychische stoornis die niet van de één op de andere dag ontstaat. Vaak begint het onschuldig: iemand wil een paar kilo kwijt en gaat daarom lijnen of laat het lekkers staan. Een eetprobleem sluipt er vervolgens stilletjes in. Ook kan anorexia nervosa ontstaan vanuit psychische problemen.
Wanneer je geen vetreserves meer hebt, kunnen andere weefsels worden aangetast zoals spieren, lever, nieren, hart en zenuwweefsel. Bij zeer ernstig ondergewicht worden op den duur alle organen aangetast en kun je uiteindelijk overlijden. Ondergewicht kan ernstige gevolgen hebben.
We speken van anorexia als iemand consequent het lichaamsgewicht op of onder de 85% houdt van het gewicht dat normaal verwacht mag worden. Bij volwassenen komt dit neer op een Body Mass Index (BMI) van maximaal 17,5. Eten en gewicht zijn een obsessie voor je.