Daarop staan de ontwikkelpunten van de school: (1) Leesonderwijs en leesplezier, (2) optimaal leer- en leefklimaat, (3) thematisch werken, (4) goede instructies en hoge verwachtingen, (5) elke dag samen een beetje beter. Dit zijn de speerpunten van een heel schooljaar.
De leerlingen snappen wat de kern van de les is en liefst ook waarom het belangrijk is om te leren. Het lesdoel staat van begin tot einde van de les centraal. Bij een goede uitleg legt de leraar de focus op de aanpak om het antwoord te vinden of het probleem op te lossen.
Kenmerken die ze noemen zijn 'Kind centraal', 'Wederzijdse betrokkenheid' 'Sociale vaardigheden', 'Zelfvertrouwen en zelfstandigheid' en 'Kwaliteit van onderwijs'.
Praten is heel belangrijk in het aangeven van je grenzen. Benoem wat je niet fijn vindt en zeg wat je wil. Bijvoorbeeld: 'Wil je me loslaten', 'Wil je niet meer zo'n opmerking maken' of 'Ik vind het niet fijn als je dit doet'. Het doel van deze stap is de situatie de-escaleren zodat je jezelf weer comfortabel voelt.
De vraag is hoe dit nu tot uiting komt in de klas. Als u goed kijkt naar het gedrag van leraren die ruim boven het gemiddelde scoren, dan ziet u dat hun gedrag te herleiden is naar vijf verschillende rollen: de gastheer, de presentator, de didacticus, de pedagoog en de afsluiter.
Uit onderzoek (van Gennip) gepubliceerd onder de titel "Wat is de ideale leraar?" vonden de leerlingen dat goede leraren: ervoor zorgen dat leerlingen hun werk maken. de klas onder controle hebben. bereid zijn om leerlingen die hulp nodig hebben te helpen.
Unieke leraren behouden hun eigen persoonlijkheid, hebben hun eigen manier van interactie met leerlingen, van reageren op situaties en leerlingen. Zij houden vast aan hun eigen standpunten en gedragen zich consequent in hun rol. Ten slotte is er afstand, een begrip dat conceptueel verschillend is van de vorige drie.
Overzicht over de klas hebben. Aandacht over meerdere zaken tegelijk verdelen. Duidelijk en consequent zijn en evenwichtig reageren. Lesgeven vanuit een visie en op een manier die bij je past.
Als leerkracht ben je verantwoordelijk voor het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces in jouw eigen groep en in de school. Je bereidt zelfstandig lessen voor en voert deze uit. Ook ben je als leerkracht verantwoordelijk voor het beoordelen van de onderwijsprestaties van leerlingen.
Geef in elke les een positieve boodschap en oefen met het positief belonen van leerlingen. Oefen met de drieslagregel: je zegt wat je hoort of ziet, daarna wat de regel is en tot slot wat je verwacht van de leerling. Bijvoorbeeld: 'Ik hoor je praten. De regel is dat je stil bent.
GUT-model: binnenste cirkel is thuis voelen, tweede cirkel vormt de uitdaging en de buitenste cirkel staat voor gevaar. Gevaar: grensoverschrijdend gedrag dat de veiligheid van de groep en/of de individuele leerling schaadt. Thuis: regels & intenties waarbij we ons thuis voelen.
Met De zes rollen van de leraar kunnen beginnende en ervaren leraren zich heel concreet in bepaalde rollen verder ontwikkelen. Het geeft houvast om met elkaar in gesprek te gaan over het onderwijs: welke rollen zijn al zichtbaar en welke mogen meer aandacht krijgen?
Kies een paar concrete afspraken. Formuleer regels positief. ...
Geef regelmatig positieve feedback. Volg de afspraken consequent op, bijvoorbeeld: 'Ik vind merk dat jullie in stilte werken, zoals we hebben afgesproken. ...