De belangrijkste ontwikkelingsgebieden zijn de lichamelijke-, motorische-, cognitieve-, sociale-, emotionele– en de spraak- en taalontwikkeling.
In het schema ontwikkelingsaspecten en om- gevingsinteractie worden de volgende ontwik- kelingsgebieden onderscheiden: lichamelijke ontwikkeling, motorische ontwikkeling, cogni- tieve ontwikkeling, seksuele ontwikkeling, per- soonlijke ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Ontwikkelingsfases van kind
Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier. Maar in grote lijnen maken kinderen wel allemaal dezelfde stappen door in hun ontwikkeling. Die ontwikkeling is in te delen in 11 fases.
Gangbaar is een onderscheid tussen lichamelijke, cognitieve, sociaal-emotionele (of psychosociale) en morele ontwikkeling.
Cognitieve functies of vaardigheden zijn onder meer geheugen, intelligentie, taal en concentratie. Dankzij die functies bent u in staat om informatie en kennis op te nemen en te verwerken.
Met verstandelijke of cognitieve ontwikkeling bedoelen we de ontwikkeling van het denken. Ons denken staat nooit stil en ook het denken van een kind ontwikkelt zich voortdurend. Het leert verbanden leggen , begrijpen en redeneren.
Zintuiglijke ontwikkeling
Horen, voelen, zien, ruiken en proeven. Je ontwikkelt door je omgeving te mogen ontdekken. De zintuiglijke ontwikkeling is een onderdeel van de lichamelijke ontwikkeling.
We kennen twee verschillende soorten motoriek: de grove motoriek; dit zijn alle grote bewegingen die je met je lichaam maakt, zoals het kruipen, lopen en fietsen. En de fijne motoriek; dit zijn alle kleine bewegingen die je maakt met je handen en vingers, zoals tekenen en schrijven.
Het zijn vier fases geworden. De leeftijd 0-6 jaar, baby-dreumes-peuter, de leeftijd 6-12 jaar, het kind.De leeftijd 12-18 jaar, de adolescent, en dan nog de leeftijd 18-24 jaar, de volwassene. Deze fases heeft zij in een schema verwerkt.
Volgens Jean Piaget is de cognitieve ontwikkeling van mensen een voortdurende reorganisatie van mentale processen van biologische rijping en hun ervaringen met de omgeving. Biologische rijping houdt verband met de ervaringen die mensen tijdens de levensfases opdoen.
Waarom is Sensomotoriek zo belangrijk? Door sensomotoriek leert het jonge kind het eigen lichaam kennen en de wereld om hem heen. Het is de start van het verkennen, ontwikkelen en leren. Als de sensomotorische ontwikkeling van een kind verstoord is, kunnen er verschillende problemen ontstaan.
De psychologische ontwikkeling gaat over het denkvermogen, leren verbanden leggen, redeneren en de werkelijkheid begrijpen. Vroegtijdig betrokken ouders kunnen deze psychologische ontwikkeling voor een flink stuk verzekeren door hun kind te stimuleren en een veilige omgeving te creëren.
De cognitieve ontwikkeling is de ontwikkeling van het denken, de waarneming, en de fantasie. Ook de begrippen intelligentie en geheugen horen hierbij.
Zelfregulerend leren kan in drie hoofdcategorieën worden onderverdeeld: cognitie (het mentale proces van weten, begrijpen en leren); metacognitie (vaak omschreven als 'leren leren'); motivatie (de bereidheid om onze (meta)cognitieve vaardigheden in te zetten).
De cognitieve stoornissen kunnen verschillende domeinen betreffen: complexe aandacht, executieve functies, leervermogen en geheugen, taal, perceptueel-motorisch en sociaal-cognitief.
Cognitieve functies worden ook wel 'kennende functies' genoemd. Hiermee bedoelen we functies die te maken hebben met het verwerken van informatie en je in staat stellen tot leren, intelligent gedrag.
Depressie, burn-out, angststoornissen, gebrek aan zelfvertrouwen of zelfs persoonlijkheidsstoornissen kunnen het gevolg zijn van parentificatie. Het is van essentieel belang om parentificatie los te laten om hiervan te kunnen herstellen.
Bij sociaal-emotionele ontwikkeling gaat het om de ontwikkeling van het gevoelsleven en de persoonlijkheid, het leren omgaan met anderen en het aanleren van sociale vaardigheden.
Hij kan gemakkelijk van houding wisselen, dus van zitten naar staan, naar hurken en in andere volgorde. Een kind van 4 jaar kan goed zijn evenwicht bewaren en kan hinkelen. Hij kan een kleine bal vangen en hij begint te oefenen met activiteiten als fietsen (zonder zijwieltjes) en rolschaatsen.