Leerdoelen zijn concrete doelstellingen die je wilt bereiken door middel van leren. Ze vormen de basis van leertrajecten en bieden een duidelijke richting en focus voor zowel de lerende als de facilitator van het leerproces.
Concrete doelen (subdoelen, doelen van lessen en lessenseries) dienen, willen ze als richtlijn kunnen fungeren voor het lesgeven, zo duidelijk mogelijk aan te geven naar welke kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes bij de leerlingen wordt gestreefd.
Soms wordt leerdoel gebruikt als synoniem van de term eindterm. Een leerdoel specificeert duidelijk en concreet wat men beoogt zichzelf of anderen eigen te maken op het gebied van kennis, inzichten en vaardigheden. Er is meestal in opgenomen hoe men zich dit eigen maakt en hoe men dit dient te tonen aan anderen.
Concrete doelen geven richting aan je beleid, duidelijkheid aan bedrijven en inwoners en helpen bij het monitoren van de voortgang van een circulaire economie. Sommige doelen zijn op dit moment nog niet volledig SMART te maken, maar laat dit geen rem zijn op je circulaire activiteiten.
Een SMART-doel omvat vijf elementen: het is specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden.
Concretiseren betekent: 'alles in de juiste vorm gieten'. Vaardigheden die daarbij kunnen horen zijn bijvoorbeeld: planning en organisatie.Ook het maken van concrete doelen of een stappenplan hoort bij de praktische vertaling van een idee. Uiteindelijk komt de to-do-lijst om de hoek kijken met zeer concrete acties.
Ik leg het uit met een voorbeeld. Jij zegt een woord, dan geef ik er een concretere variant voor in de plaats. Als jij bijvoorbeeld 'huis' zegt, kom ik met 'eengezinswoning'. Of nog concreter: een eengezinswoning in een rijtje van 5 en dan een van de tussenliggende huizen.
Leerdoelen formuleren; hoe doe je dat? Een goed geformuleerd leerdoel is specifiek (1), meetbaar (2), realistisch (3), relevant (4) en tijdgebonden (5), en dient als leidraad voor het ontwerp van de leeractiviteit en het meten van het leerresultaat.
Focusvragen opstellen
Het concretiseren van leerdoelen kun je doen door focusvragen en focusprestaties op te stellen. Een focusvraag gebruik je voor wat meer theoretische vakken, bij een prestatie moet je meer denken aan fysieke prestaties – zoals bij lichamelijke opvoeding of een praktijkvak.
Met behulp van de SMART-methode kun je concrete, richtinggevende en haalbare (leer)doelen formuleren die Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden zijn. Je gebruikt de SMART-methode voor kortetermijndoelen die binnen een bepaalde termijn behaald moeten worden en die meetbaar zijn.
Dat doel kan je concreter maken door te zeggen: “Ik wil assertiever worden tijdens het werkoverleg”. Beter nog: “Ik wil tijdens het werkoverleg van aanstaande dinsdag assertief reageren op de vragen van collega's”. Hoe concreter je je leerdoel maakt, hoe makkelijker het is om er écht mee aan de slag te gaan.
4 concrete vragen om je les goed voor te bereiden
Wat weten ze al?Wat wil ik ze leren?Hoe leer ik ze dat?Hoe weet ik dat ze leren?
Literaire theorie
Verhaalmotieven zijn motieven die verbonden zijn aan concrete gebeurtenissen. Soms worden verhaalmotieven daarom ook wel aangeduid als concrete motieven. Abstracte motieven komen niet expliciet in het verhaal voor, maar die moet je zelf afleiden en proberen te verwoorden.
Cognitief: Dit is het meest gebruikte domein. Het gaat over de intellectuele kant van leren. Affectief: Dit domein omvat doelstellingen met betrekking tot interesse, houding en waarden met betrekking tot het leren van de informatie. Psychomotorisch: Dit domein richt zich op motorische vaardigheden en acties die fysieke coördinatie vereisen.
Cognitieve doelstellingen benadrukken DENKEN,affectieve doelstellingen benadrukken VOELEN en . Psychomotorische doelstellingen benadrukken ACTEREN .
Je kunt een doel stellen voor alles wat je wilt bereiken. Om je op weg te helpen, zijn dit een aantal voorbeelden van persoonlijke doelstellingen: Een promotie bereiken op je werk. Een bepaald aantal kilometer hardlopen achter elkaar.
Deze afkorting staat voor specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. Ieder doel, of het nu een tussenstap is of het hoofddoel op zich, kunt u SMART maken.
Concrete voorbeelden zijn specifieke, echte voorbeelden die worden gebruikt om een idee te illustreren . Ze kunnen nuttig zijn om deelnemers te helpen abstracte concepten te begrijpen, omdat ze de conceptuele elementen in een herkenbare context presenteren. Concrete voorbeelden kunnen verbale beschrijvingen, verhalen, werkelijke objecten (realia) en modellen zijn.
Beton is de 'doe'-fase . Tijdens deze fase gebruiken leerlingen concrete objecten om problemen te modelleren. In tegenstelling tot traditionele wiskunde-onderwijsmethoden waarbij leraren laten zien hoe je een probleem oplost, brengt de CPA-benadering concepten tot leven door kinderen fysieke (betonnen) objecten te laten ervaren en hanteren.
Om een SMART-doel te schrijven, begin je met het definiëren van wat je specifiek wilt bereiken. Bepaal vervolgens hoe je succes meet en zorg ervoor dat je doelstelling haalbaar is. Zorg ervoor dat het doel relevant is voor je bredere levens- of carrièreambities. Voeg ten slotte een tijdsbestek toe om een gevoel van urgentie te creëren.
Het woord dat het beste beschrijft hoe waardevol het is om doelen te stellen in je vrije tijd, is motivatie .