Het betreft ernstig dwars en opstandig gedrag, prikkelbaar, boos of woedend gedrag, anderen ergeren, agressief gedrag en/of antisociaal gedrag. Een uniforme richtlijn voor diagnostiek en behandeling van ernstige gedragsproblemen is om meerdere redenen van belang.
De twee belangrijkste gedragsstoornissen zijn de ODD (oppositional defiant disorder) en CD (conduct disorder). Een gedragsstoornis moet niet worden verward met een ontwikkelingsstoornis. Dan verschilt de ontwikkeling van een kind overduidelijk van die van andere kinderen én er zijn gedragsproblemen.
Meest voorkomende gedragsstoornissen:
ADHD. ODD/oppositioneel opstandige gedragsstoornis. CD / antisociale gedragsstoornis. Agressie en woede uitbarstingen.
Een gedragsstoornis is een psychische stoornis bij kinderen. Kinderen met een gedragsstoornis vertonen voor langere tijd afwijkend en zeer lastig gedrag. Alle kinderen hebben weleens een periode waarin ze zich opstandig, boos, dwars en agressief gedagen.
ODD is een afkorting van het Engelse Oppositional Defiant Disorder. In Nederland spreken we van een oppositioneel-opstandige gedragsstoornis. CD is een afkorting van het Engelse Conduct Disorder. De Nederlandse term hiervoor is (antisociale) gedragsstoornis.
Het gaat dus om een combinatie van aanleg en omgeving. De kans op ODD of CD is groter als er sprake is van alcohol- of drugsmisbruik van de ouders of als de ouders huwelijksproblemen hebben, crimineel gedrag vertonen en als het kind uit een groot gezin komt.
Kinderen met ODD spelen ouders vaak tegen elkaar uit. Probeer als ouders op 1 lijn te staan, maar blijf wie je bent. Leer wenselijk gedrag te belonen. Geef grenzen aan ten aanzien van het gedrag, zonder het kind zelf af te wijzen.
Bij kinderen en jongeren met ODD en CD nemen de symptomen over het algemeen in de loop der tijd af, ook zonder behandeling. Sommige kinderen en jongeren blijven symptomen vertonen, bij anderen nemen de symptomen af en verdwijnt de diagnose (Bunte e.a., 2014; Lahey e.a., 1995).
Een gedragsstoornis is aangeboren en niet te genezen; iemand vertoont gedrag dat voortkomt uit een aandoening, zoals autisme, ADHD, een verstandelijke beperking of een persoonlijkheidsstoornis. Een gedragsstoornis kan voorkomen bij kinderen, jongeren en volwassenen.
Gedragsproblemen zijn niet aangeboren, maar worden veroorzaakt door de omstandigheden. Mogelijke oorzaken voor gedragsproblemen zijn een niet-stabiele opvoeding of het meemaken van ingrijpende gebeurtenissen zoals geweld of seksueel misbruik. Gedragsproblemen kunnen voorkomen bij kinderen en bij volwassenen.
Emotionele stoornissen kunnen gepaard gaan met lichamelijke klachten, verhoogde prikkelbaarheid, eetproblemen, slaapproblemen, concentratietekort, verminderd zelfvertrouwen, motivatieverlies en slechte schoolprestaties. Emotionele stoornissen hebben een grote impact op het functioneren van de kinderen en hun omgeving.
Bij probleemgedrag gaat het vaak om een ingewikkeld samenspel tussen uw lichamelijke toestand en de wisselwerking met andere personen in uw directe omgeving. De oorzaak van probleemgedrag kan liggen in ziektebeelden zoals een delier, depressie of dementie. Ook de medicijnen die u gebruikt kunnen van invloed zijn.
Kinderen in de leeftijd van zo'n 2 jaar krijgen een eigen willetje, zijn vaak ongehoorzaam (willen niet luisteren) en kunnen dwars doen. Ze zijn grenzen aan het verkennen. Ze willen vaak ook alles zelf doen. Het probleem is dat het kind feitelijk nog niet zoveel kan, en dat is ook nog eens frustrerend voor het kind.
Kinderen met ADD vallen vaak niet op in de klas. ADD wordt daarom een internaliserende stoornis genoemd. De problemen richten zich als het ware naar binnen; je merkt er in de omgeving vaak weinig van. Als deze kinderen erg intelligent zijn, compenseren ze hun tekortkomingen.
Gedragsstoornissen gaan vaak gepaard met andere psychische of ontwikkelingsstoornissen, zoals ADHD, dyslexie, depressie, aandachtsstoornissen e.d. In dergelijke gevallen zullen deze stoornissen prioritair aangepakt worden, omdat de gedragsstoornis wordt gezien als onderdeel van een bredere, oorzakelijke afwijking.
Boosheid uiten
Er zijn kinderen die de neiging hebben om snel kwaad te worden. Ze voelen frustratie, bijvoorbeeld als iets niet lukt of mag, en uiten dat door te schoppen en te slaan of met spullen te gooien.
Als je een antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) hebt, vertoon je antisociaal gedrag. Je kunt roekeloos, agressief, prikkelbaar, impulsief en onverschillig overkomen. Rekening houden met (de gevoelens van) anderen is lastig en regels worden vaak niet nageleefd.
Bij het verminderen van gedragsproblemen en stoornissen zijn twee behandelprincipes het meest effectief, namelijk gedragstherapie en cognitieve gedragstherapie (CGT). Uitgangspunt bij gedragstherapie is dat gedrag bepaald wordt door wat eraan voorafgaat, en wat erop volgt.
zelf-contact: in contact staan met je eigen waarden, kwaliteiten en intrinsieke drijfveren en idealen. autonomie: eigen keuzes maken en zorgen dat je dagelijks leven congruent is met waar je in gelooft.
Op jonge leeftijd wordt ODD meer waargenomen bij jongens, maar bij oudere kinderen komt het net zoveel voor onder jongens als onder meisjes. Bij ODD lijkt er sprake te zijn van een combinatie van erfelijke factoren en omgevingsfactoren die samen zorgen voor het ontstaan van ODD.
Farmacotherapie heeft in de behandeling van odd en cd een vaste plaats ingenomen, in het bijzonder bij comorbiditeit met adhd en bij ernstige agressie. Bij comorbiditeit met adhd worden psychostimulantia zoals methylfenidaat gebruikt.
Er is nog geen duidelijke aanwijzing voor de oorzaak van ODD. Er wordt uitgegaan van een combinatie van een bepaalde aanleg en omgevingsfactoren. Een aangeboren temperament van een kind kan een rol spelen, maar ook aandachtsproblemen, impulsiviteit, pesten en wellicht gepest worden of een inconsistente opvoeding.