De economie kan doorgaans worden verdeeld in vier soorten economische sectoren: de primaire sector, secundaire sector, tertiaire sector en quartaire sector.
Primaire sector: Bedrijven die grondstoffen maken (produceren), zoals landbouw en visserij. Beroepen: pluimveehouder, boordtechnicus en parkbeheerder. Secundaire sector: Bedrijven die grondstoffen verwerken tot een eindproduct, zoals de bouw en de metaalindustrie.
De 10 sectoren zijn: Economie. Gezondheidszorg. Gedrag & Maatschappij.
De primaire sector is het gedeelte van de economie dat gericht is op het verbouwen en produceren van eten. Ook houdt deze sector zich bezig met het opgraven van grondstoffen. Een voorbeeld van een bedrijf in deze industrie zou een boerderij kunnen zijn: zij verbouwen veel eten of houden vee waar ons vlees vandaan komt.
In de secundaire sector bewerken mensen en bedrijven de producten uit de primaire sector. Hierbij horen vooral alle fabrieken, of ze nu diepvriespizza's of landbouwmachines maken. Daarom heet de secundaire sector ook wel de industrie. Ook mensen die buiten fabrieken dingen maken horen bij de secundaire sector.
De zakelijke dienstverlening (inclusief uitzendkrachten) is de grootste bedrijfstak, met 2,4 miljoen banen in 2021. De zorg is goed voor 1,8 miljoen banen en de handel voor 1,7 miljoen banen.
Adam Smith maakte gebruik van de term productiefactoren, waarbij er onderscheid werd gemaakt tussen drie verschillende productiefactoren, namelijk land, arbeid en kapitaal. Hierbij vallen land en kapitaal onder het begrip productiemiddelen.
Tot de primaire sector horen de bedrijven die grondstoffen voortbrengen die voor verdere verwerking in aanmerking komen. De secundaire sector verwerkt deze grondstoffen tot eindproducten voor de consument.De tertiaire sector zorgt voor de distributie en handel van de producten.
Onder de detailhandel vallen bedrijven die fysieke goederen voor persoonlijk gebruik aan de consument leveren. In de spreektaal gaat het dus om winkels. Denk hierbij aan kledingwinkels, bakkerijen, supermarkten, bouwmarkten, meubelwinkels, enzovoorts.
Economieën zijn doorgaans verdeeld in vier sectoren, namelijk: Land- en mijnbouw. Bewerkings- en verwerkingsindustrie. Detailhandel, entertainment en financiële dienstverlening.
sec·tor (de; m; meervoud: sectors, sectoren) 1(meetkunde) gedeelte van een cirkel tussen twee stralen en een deel van de omtrek2afdeling van een gebied3onderdeel van het economisch leven: de primaire sector landbouw; de secundaire sector industrie; de tertiaire sector dienstverlening; de quartaire sector door de ...
In totaal zijn meer dan 50 sectorfederaties lid van het VBO. Samen vertegenwoordigen ze ruim 50.000 ondernemingen of 75% van de tewerkstelling in de privésector.
Om ook binnen een sector verschillen te kunnen duiden, heeft de inspectie de tien CROHO-sectoren verder ingedeeld in subgroepen, de zogenaamde subsectoren. Bij elk sectorbeeld wordt een sector opgedeeld in 5 tot 8 subsectoren.
sector (zn) : -wezen, bedrijfstak, branche, tak, wezen. sector (zn) : district, gebied, gedeelte, zone.
ABN AMRO denkt dat sommige sectoren in 2023 toch gaan groeien. Dat geldt voor de transportsector (+1 procent), technologie-, media-, entertainment- en telecommunicatiebedrijven (+4 procent) en de zakelijke dienstverlening (+2 procent). De schoonmaaksector valt onder die laatste.
Een primaire bron wordt ook wel een oorspronkelijke bron genoemd, en hierin wordt bijvoorbeeld een originele, empirische studie beschreven. Een secundaire bron is een bron over een bron, bijvoorbeeld een literatuuronderzoek over die originele empirische studie.
Tot de tertiaire sector rekent men onder andere winkels, horeca, theaters, kappers, groothandels, transportbedrijven, verhuurders, uitzendbureaus, accountants, advocaten, adviseurs en ICT-bedrijven.
Eenmaal je je diploma secundair onderwijs op zak hebt, kan je kiezen om te gaan werken maar je kan ook verder studeren. Dat wil zeggen dat je naar een hogeschool of een universiteit kan gaan om een bachelor en/ of een master te behalen.