Er zijn 2 soorten grondrechten: Klassieke grondrechten: de burgerlijke en politieke rechten. Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod. Sociale grondrechten: de economische, sociale en culturele rechten.
Grondrechten zijn fundamentele rechten van de mens. Grondrechten worden ook wel mensenrechten genoemd. In Nederland zijn grondrechten vastgelegd in de Grondwet. Voorbeelden van grondrechten zijn de vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, kiesrecht en recht op gelijke behandeling.
Volgens de wet moet de overheid op het gebied van sociale grondrechten streven naar zorg en ontwikkeling van de burgers, onder meer door het zo mogelijk verschaffen van een recht op pensioen, voldoende woongelegenheid en werkgelegenheid, medische verzorging, een behoorlijke levensstandaard, sociale zekerheid en ...
De Staatsregeling voor het Bataafsche Volk van 1 mei 1798 is te beschouwen als de eerste Grondwet van Nederland.
Absolute grondrechten zijn grondrechten die niet beperkt kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn het verbod op foltering uit artikel 3 van het EVRM. Deze mogen dus nooit beperkt worden ook niet tijdens een noodtoestand.
Geen absolute vrijheid
De verschillende vrijheden en rechten zijn niet absoluut: een burger kan niet onbeperkt zijn gang gaan. Er bestaat bijvoorbeeld vrijheid van godsdienst, maar dat betekent niet dat een burger overal en altijd zijn geloof vrij kan uitoefenen.
Een lege huls
Huisvesting als recht is vastgelegd in de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens. Ook in de Nederlandse Grondwet staat dat de overheid de volksgezondheid in Nederland moet bevorderen en moet zorgen voor voldoende goede woningen. Maar dit recht is helaas niet afdwingbaar.
Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen, behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen.
De overheid moet de volksgezondheid in Nederland bevorderen en ze moet zorgen voor voldoende goede woningen. Verder schept de overheid voorwaarden voor ontplooiing en vrijetijdsbesteding. De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid.
Mensenrechten heten ook wel rechten van de mens of fundamentele rechten. Het zijn rechten die ieder mens toekomen en die geacht worden de grondslag te zijn voor alle rechten die door wet en gewoonte worden gesteld.
In Nederland heb je het recht om bij het bevoegd gezag een schriftelijk verzoek in te dienen. Bijvoorbeeld als je een klacht hebt over het optreden van de overheid. Ieder heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen.
Iedereen mag weggaan uit Nederland. Dat betekent dat iedereen recht heeft op een paspoort of ander reisdocument. Dit is alleen zo als er in de wet geen andere regels staan.
Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
Er zijn 2 soorten grondrechten: Klassieke grondrechten: de burgerlijke en politieke rechten. Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod. Sociale grondrechten: de economische, sociale en culturele rechten.
De scheiding der machten wordt ook wel trias politica genoemd. Dat betekent dat de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht in een land bij verschillende instellingen moeten liggen. De trias politica is bedacht door de Franse filosoof Charles baron de Montesquieu (1689-1775).
Artikel 10
1 Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.
Iedere beperking zal een schending van de grondrechten opleveren. Het grondrecht bevat een beperkingsclausule. De overheid is nu bevoegd te beperken. Voor een rechtmatige beperking, moet deze voldoen aan de voorschriften gegeven in de beperkingsclausule.
Beginselen van de rechtsstaat
Het rechtszekerheidsbeginsel (zaak C-212 tot 217/80, punt 10) Het verbod van willekeur (zaak C-46/87 en 277/88, punt 19) Het beginsel van de scheiding der machten (zaak C-477/16, punt 36; zaak C-452/16, punt 35; en zaak C-279/09, punt 58).
De grondrechten zijn te vinden in Hoofdstuk 1 van de Grondwet. De klassieke grondrechten zijn beschreven in artikel 1 tot en met artikel 18 lid 1, de sociale grondrechten in artikel 18 lid 2 tot en met 23. Dit artikel geeft een overzicht van de grondrechten.
Om de ontketening van een revolutie in de Nederlanden te vermijden stemt Koning Willem II van de een op de andere dag ermee in dat de koning minder macht krijgt en het volk juist meer. De bijpassende Grondwet van 1848, opgesteld door Johan Rudolph Thorbecke, wordt ook wel gezien als het begin van onze democratie.
Het Statuut voor het Koninkrijk vormt sinds 1954 een overkoepelend document van een hogere orde dan de Grondwet. Met het statuut staan Aruba, Curaçao, Nederland en Sint Maarten als gelijke landen binnen het Koninkrijk. De Grondwet dient het Statuut in acht te nemen.