10 gulden in straattaal. sinds 2002* 10 euro.
Doni betekent dan 'biljet van tien euro; bedrag van tien euro'. Het komt vaker voor dat er woorden uit het Surinaams worden geleend en vooral in jongerentaal worden gebruikt, bijvoorbeeld doekoe 'geld' en patta's 'sportschoenen'. ← Fris als februari!
Een barkie (of Barky heeft in straattaal geen andere betekenis dan honderd euro. Deze 100 Euro wordt vaak gecombineerd met een ander getal. Het is kwestie van rekenen.
3) Een barkie (of Barky heeft in straattaal geen andere betekenis dan honderd euro. Deze 100 Euro wordt vaak gecombineerd met een ander getal. Het is kwestie van rekene...
20 Ekkies betekend 20 Euro.
Doezoe is straattaal voor 1000. De betekenis is dus gewoon duizend.
Ouleh wordt als antwoord gegeven aan iemand die een wens, een plan of een verwachting heeft uitgedrukt, en dan aanduidende dat hij zich met ijdele hoop vleit, in de zin van och kom / 't mocht wat! Maar het betekent ook gewoon 'zij' in het Arabisch.
10 gulden in straattaal. sinds 2002* 10 euro.
Ik ga dagga. = Ik ga slapen.
Wakka komt uit het Surinaams en is geblend in de wereld van de straattaal. Wakka heeft als betekenis 'lopen'.
Akka staat voor de kont van iemand anders. Als je dus in een of andere rap hoort dat iemand een “dikke akka” heeft, dan heeft hij of zij dikke billen.
Geld is od, saaf, money, paper of cash, en je hebt een jarra, lotto, donnie, bankoe, barkie, doezoe en millie.
"Vroeger had ik logopedie omdat ik stotter", aldus Donnie. "Tijdens de oefeningen moest ik de logopediste ook aankijken, maar dat ging niet. Het voelt zo onnatuurlijk, mensen aankijken." Zijn stotteren heeft hij inmiddels geaccepteerd.
Fascia of fascie – weefsel is eeuwenlang weggeschrapt door wetenschappers om de werking van de spieren en botten beter te begrijpen. Er werd gedacht dat de fascia een soort “sok/kous” was om de spieren zonder enige verdere functies.
Dat relschoppen nog altijd nieuwe woorden oplevert, bewijzen moderne uitdrukkingen uit de straattaal, zoals 'rwina zetten' (rotzooi trappen; ) en 'herres gooien/zetten' (idem), die gevormd zijn met Nedermarokkaanse woorden rwina (chaos – er is een verband met ons woord ruïne) en herres (chaos, eigenlijk: kapot).
Vijf donnies bij elkaar opgeteld werd een bankoe (50 euro).
Straattaal voor 1000 euro.
De naam is afgeleid van diezelfde ton, maar dan met de betekenis 1000 keer het bankbiljet met de grootste waarde (dat wil zeggen, tijdens het ontstaan van het woord), het briefje van 100. Een ton is dus 1000 briefjes van 100.