Kinderen met deze vorm kunnen cijfers lezen of schrijven, maar hebben moeite met het herkennen van cijfers wanneer deze verbaal worden genoemd of wanneer ze dit moeten uitleggen. Operationele dyscalculie: het hebben van problemen in het uitvoeren van rekenkundige bewerkingen en berekeningen.
Dyscalculie is meer dan 'niet goed zijn in rekenen'. Je bent letterlijk blind voor alles met cijfers en getallen. De impact op je dagelijks leven is dan ook best groot, want getallen kom je de hele dag tegen.
Een kind met dyscalculie heeft een zeer ernstig en bovenal hardnekkig rekenprobleem. Al op jonge leeftijd heeft je kind moeite met rekentaal. Denk aan: meer en minder, even lang, evenveel. Al op jonge leeftijd heeft het kind moeite met getallen en rekenen.
Wanneer dyscalculie tijdig vastgesteld wordt, heeft dat een hoop voordelen: De kans op het ontwikkelen van rekenangst zal verminderen. Het kan voor een kind met dyscalculie een enorme opluchting zijn te beseffen dat het niet 'dom' is, en dat hij/zij er niks aan kan doen dat het rekenen moeilijk is.
Kinderen met dyscalculie hebben moeite met automatiseren en moeten dus 'bewust' leren hoe ze moeten rekenen. Door veel oefenen en door in kleine stapjes aan te leren hoe ze een som moeten aanpakken, kunnen ze voor zichzelf het rekenen wat gemakkelijker maken.
Dyscalculie is erfelijk, dus de kans is groot dat er meerdere personen in de familie last hebben van rekenproblemen. Het is een leerstoornis, wat betekent dat het niet overgaat.
Gevolgen dyscalculie
De rekenproblemen kunnen leiden tot slechte leerprestaties, grote frustraties, een negatief zelfbeeld, faalangst en zelfs tot depressies. Dit kan nog versterkt worden als de omgeving het probleem niet erkent en niet weet hoe om te gaan met de gevolgen van dyscalculie.
"Bij kinderen met dyscalculie gaat 90 procent naar het vmbo, 10 procent naar de havo en 0 procent naar het vwo.
Dyscalculie is een langdurige leerstoornis, die zich levenslang manifesteert. De stoornis gaat ook vaak samen met andere stoornissen zoals dyslexie, ADHD, zwakke oog-handcoördinatie, zwak werkgeheugen, epilepsie, fragiele-X-syndroom, Williams syndroom en syndroom van Turner.
Dyscalculie wordt ook niet veroorzaakt door te weinig onderwijs. Er zijn aanwijzingen dat dyscalculie erfelijk is en dat de stoornis een neurologische achtergrond heeft. Deskundigen schatten dat 3 á 4% van de kinderen de stoornis in meer of mindere mate heeft. Jongens hebben drie keer zoveel dyscalculie als meisjes.
De oorzaak van dyscalculie is onbekend, maar uit hersenonderzoek blijkt dat bepaalde hersengebieden er iets mee te maken hebben. Wat deze er dan mee te maken hebben is onduidelijk. Dyscalculie komt vaak in families voor, dus waarschijnlijk is ook een erfelijke factor in het spel.
Er worden drie vormen van dyscalculie onderscheiden: geen cijfers en getallen kunnen lezen of op de juiste manier opschrijven; het op de verkeerde plek plaatsen van cijfers en getallen; de rekenregels niet (meer) beheersen.
Onderzoek naar dyscalculie
Het is mogelijk om een dyscalculie test te doen. Dit onderzoek bestaat uit een intelligentietest en een rekentoets. De kosten hiervoor zijn rond de 1000 euro en worden niet vergoed vanuit de basisverzekering of de aanvullende verzekering.
Bekende mensen met dyscalculie
Hans Christian Andersen, Leonardo da Vinci, Cher, Thomas Alva Edison laten zien dat je met dyscalculie net zoveel kunt bereiken als andere mensen. Het kost alleen meer doorzettingsvermogen.
Daarom moeten we voorzichtig zijn met het noemen van aantallen. Maar deskundigen schatten dat het bij dyscalculie, net als bij dyslexie, gaat om drie tot vier procent van de leerlingen. Dyscalculie wordt een complexe stoornis genoemd. Dat komt omdat, om goed te kunnen rekenen, meerdere hersengebieden worden gebruikt.
Dyslexie en dyscalculie wordt in sommige gevallen pas op latere leeftijd ontdekt. Dit bijvoorbeeld wanneer er meer verwacht wordt vanuit de professionele omgeving of een nieuwe opleiding gestart wordt. Soms ontdekken volwassenen het van zichzelf pas op het moment dat hun eigen kind lees- en/of rekenproblemen heeft.
Met de juiste begeleiding kan een leerling met dyscalculie gewoon wiskunde op een havo- of vwo-niveau volgen. Een bemoedigende rol van de wiskundeleraar is daarbij belangrijk. De leraar moet leerlingen helpen waar nodig, bemoedigen en zelfvertrouwen geven.
In de regel wordt een onderzoek naar dyscalculie niet vergoed door uw gemeente, maar in sommige gevallen is het wel mogelijk om een deel van de kosten vergoed te krijgen.
Dyscalculie komt bij ongeveer 2 à 3 procent van de bevolking voor. In ongeveer 10 procent van die gevallen gaat dyscalculie samen met een andere stoornis; het vaakst met dyslexie of leesproblemen, AD(H)D, DCD (stoornis in de ontwikkeling van de coördinatie van bewegingen) of ASS (Autisme Spectrum Stoornis).
De volgende kenmerken kun je vaak terugvinden bij kinderen en volwassenen met dyscalculie: Problemen met tellen (cijferreeksen) Problemen bij het begrijpen van de basis van de rekenkunde, zoals: breuken, waarde van de getallen, verbanden tussen getallen. Problemen met inzicht: hoofdrekenen en schatten.
Online rekenen oefenen
Dit kan ook goed zijn als je kind wel goed is in rekenen, blijven oefenen is altijd belangrijk. Online rekenspelletjes zijn een leuke manier om met rekenen te 'spelen'. Tijdens deze spelletjes komt alles aan bod: sommen maken, breuken, oefenen met procenten, tafels en redactiesommen.
Er is geen simpele test of hersenonderzoek waarmee je kan vaststellen of iemand dyscalculie heeft. Als rekenproblemen niet overgaan met extra oefening en een kind met andere vakken wel goed presteert, moet er op taakniveau onderzoek worden gedaan.
Dyscalculie komt voor bij zo'n 3 tot 6 procent van de basisschoolleerlingen. Het kan erfelijk zijn, maar soms komt dyscalculie voor het eerst in een familie voor. Steeds meer wetenschappers zijn het er over eens dat een belangrijke oorzaak van dyscalculie een gebrek aan getalinzicht is.
Dyslexie en dyscalculie zijn beide neurobiologische ontwikkelingsstoornissen. Gezien de verhoogde kans op het samengaan van dyslexie en dyscalculie is er sprake van 'comorbiditeit'. Ongeveer tienprocent van de kinderen met een leerstoornis heeft een dubbeldiagnose.