de resolutie van de PET-scan wordt steeds beter, maar hele kleine tumoren zijn er niet mee te zien. Die kleine tumoren nemen de isotoop wel op, maar ze zijn kleiner dan het kleinste object dat zichtbaar gemaakt kan worden op de foto. Daarom zijn tumoren kleiner dan ongeveer 5-10 mm moeilijk te zien op een PET-scan.
Een PET-CT-scan, is een onderzoek waarmee we met een radioactieve stof kunnen kijken hoe weefsels of organen werken. De afkorting 'PET' staat voor 'positron emissie tomografie'. De afkorting 'CT' staat voor 'computer tomografie'. Een PET-CT-scan doen we om te zien of iemand een bepaalde aandoening heeft.
Op de PET-scan zie je alleen de plekken waar de radioactieve stof zit. Deze plekken worden zwart. Maar daardoor weet je meestal niet waar in je lichaam die zwarte punten zitten. Met CT wordt er tegelijkertijd een afbeelding van je lichaam gemaakt.
Terwijl de tafel verschuift, maakt de CT-scan een aantal foto's. Op een foto is telkens een ander stukje van het orgaan of weefsel afgebeeld. Deze foto's maken een tumor en eventuele uitzaaiingen zichtbaar. Ze laten ook zien hoe groot de tumor is en welke vorm deze heeft.
De nieuwe PET/CT-scan onderscheidt zich van zijn voorgangers in die zin dat het gedeelte van het lichaam dat in één keer gescand kan worden, bijvoorbeeld een orgaan, groter is. Dat levert een betere kwaliteit op, waardoor kleine afwijkingen, zoals uitzaaiingen van tumoren en kleine infectiehaarden, beter te zien zijn.
Een MRI-scanner is een apparaat dat met een magnetisch veld, radiogolven en een computer gedetailleerd foto's van de binnenkant van uw lichaam maakt. De scan maakt lengte- en dwarsdoorsnedes van uw lichaam. Hij laat een eventuele tumor of uitzaaiing zien.
Uitslag. De uitslag van het onderzoek is niet direct bekend. De afdeling Nucleaire geneeskunde stuurt de uitslag van het onderzoek naar uw behandelend arts, die u erover zal informeren.
De huisarts of specialist kan een aantal onderzoeken voorstellen om vast te stellen of het om uitzaaiingen gaat, zoals een bloedonderzoek, PET-CT-scan, longfoto of CT-scan van de borstkas, echografie van de lever of CT-scan van de buik, botscan of MRI-scan.
Uitzaaiingen die mogelijk kunnen genezen zijn: uitzaaiingen in de lever, of. 1 of een paar uitzaaiingen in de longen, of. uitzaaiingen in het buikvlies en de buikholte.
Een CT-scanner geeft via röntgenstraling informatie over de structuur van weefsels. Een PET-scan brengt juist de stofwisseling van weefsels in beeld. Met de PET/CT-scan kan zowel de aard als de plaats van de afwijking nauwkeurig worden vastgesteld.
Een echografie is een onderzoek met geluidsgolven. Deze golven hoor je niet. De weerkaatsing (echo) van de golven maakt organen en weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Zo kan de arts de organen in het lichaam beoordelen en een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.
Lange tijd hoesten is vaak de eerste klacht bij longkanker. Andere klachten die u kunt krijgen: bloed ophoesten, moe zijn, geen zin in eten en afvallen als u dat niet wilt. Longkanker komt vaak door lang en veel roken. Soms ontstaat het bij mensen die nooit gerookt hebben.
Bij sarcoïdose in de longen raakt het longweefsel langzaam vol met littekens, waardoor de longen na verloop van tijd blijvend beschadigd raken. Op longfoto's ziet deze ernstige vorm eruit als een patroon van streepjes en vlekjes, meestal in het midden van de longen.
Je krijgt in één keer een PET-scan en een CT-scan. Op een PET-scan kan de arts de kankercellen onderscheiden van de gezonde cellen. Op een CT-scan zijn organen en weefsels heel precies te zien. Met een PET-CT-scan is daarom goed te zien waar in het lichaam de kankercellen precies zitten.
PET-CT-scan
Je krijgt in 1 keer een PET-scan en een CT-scan. Zo is goed te zien waar in het lichaam de kankercellen precies zitten. Met de CT-scan wordt duidelijk of er uitzaaiingen in andere botten zitten. Met de PET-scan kan de arts uitzaaiingen op andere plekken van het lichaam opsporen.
Hiermee kan de scan de tumorcellen en mogelijke uitzaaiingen in beeld brengen. Martijn: “Door deze PET-component van de nieuwe techniek te verbinden met een MRI kunnen we de precieze locatie van een tumor bepalen en zichtbaar maken, ook van zeer kleine en beweeglijke tumoren in buik- en borstholte.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Voordat zo'n uitzaaiing zichtbaar wordt moeten er enkele jaren verstrijken. Na vijf (of soms tien jaar) tumorvrij te zijn, gaat men ervan uit dat er geen uitzaaiingen waren. In feite was iemand dus al genezen op het moment dat de behandeling was gestopt. Het kan ook dat de kanker 'terugkomt'.
Nee, kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, kan niet. Als een arts een bepaalde kanker vermoedt, kan hij in een aantal gevallen wel (proberen) die op te sporen in het bloed. Meestal volstaat een bloedonderzoek echter niet.
Ook de vormen van de tumoren verschillen. Een goedaardige tumor kenmerkt zich vaak door een ronde vorm. Een kwaadaardige tumor daarentegen groeit meer als een aardappel die begint uit te lopen. Deze 'sprieten' groeien door de wanden van omliggend weefsel en organen heen.
Uitzaaiingen zijn kwaadaardige tumoren die ontstaan uit een bestaande kanker. Een uitzaaiing is geen nieuwe soort kanker. Maar de tumoren ontstaan wel op een andere plek in het lichaam dan de eerste tumor.
Helaas is kanker niet altijd te genezen. Dat komt doordat kanker een ingewikkelde ziekte is die voor iedereen anders verloopt. Hoe kanker ontstaat verschilt per persoon en alle soorten kanker zijn anders.
De röntgenstralen geven een zwart, grijs of wit computerbeeld: weefsels die veel röntgenstralen absorberen geven witte beelden, terwijl weefsels die weinig straling absorberen zwarte beelden laten zien.
Het onderzoek
Het is van groot belang dat u op tijd bent, omdat de radioactieve vloeistof zeer snel vervalt en zeer duur is. De kosten van het onderzoek bedragen ongeveer € 1.200.
De werking van beide apparaten berust deels op hetzelfde principe: met behulp van een computer kunnen dwarsdoorsneden van het menselijk lichaam worden gemaakt. De CT-scan maakt gebruik van röntgenstraling om deze dwarsdoorsneden te maken, terwijl bij een MRI-scan de patiënt in een groot magneetveld ligt.