Context van je scriptie De inleiding start met de context van je onderzoeksvraag. Je geeft de lezer de context die het nodig heeft om je onderzoeksprobleem goed te kunnen begrijpen. Daarnaast introduceer je, als dit van toepassing is, de opdrachtgever.
Introductie en context
Ten eerste introduceer je de lezer in het onderwerp. Plaats je onderwerp in een context. Meestal gaat een scriptie over één specifiek onderwerp.
De context van het probleem: de perceptie van de klant over de wijze waarop de context, de geschiedenis, de cultuur, de heilige huisjes in een organisatie een rol spelen bij het in stand houden van het probleem.
Wat is een aanleiding? In de aanleiding geef je antwoord op de vraag: waarom is het belangrijk dat hier nu onderzoek naar gedaan wordt? Vaak ontstaat de aanleiding vanuit een probleem, een wens of een gebeurtenis.
Gaat niet alleen om begrijpen maar ook om kennis om te kunnen handelen. Onderzoekscontext is beroepspraktijk, aan het beroep gelieerd kennisinstituut of een hogeschool. Evidence-based-practise: Gaat het om met het bewijs (kennis van wetenschappelijk onderzoek) onderbouwen van beroepsmatig handelen.
Wie, wat, waar, wanneer, waarom? Er zijn een aantal vragen die je kunnen helpen bij het maken van de probleemanalyse voor je scriptie, de zogenoemde 6W-vragen (Verhoeven, 2007). Deze vragen zijn een leidraad, niet alle vragen zijn even relevant voor jouw probleem.
De context is de achtergrond of referentie van een uitdrukking, idee of gebeurtenis waaraan het zijn betekenis ontleent. Taalkundig wordt met context de zinsdelen, het hoofdstuk of de publicatie bedoeld waarin een woord of passage voorkomt en waaraan het zijn specifieke betekenis ontleent.
Geef in je probleemstelling duidelijk aan waar en wanneer het probleem zich afspeelt, wie betrokken is bij het probleem en wie er last van heeft. Je beschrijft ook welke informatie over het probleem bekend is en wat al tevergeefs geprobeerd is om het probleem op te lossen.
Een journalist probeert altijd een zo volledig mogelijk verhaal te vertellen. Daarvoor wordt in de journalistiek een ezelsbruggetje gebruikt: de 5W1H-methode. Ze geven antwoord op de vragen: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.
Een probleemstelling bevat dan drie onderdelen: waar zit het probleem, wat is het probleem, en waarom is het een probleem. Voorbeeld: “de afdeling klachtafhandeling (waar) slaagt er niet in om binnen een week de klachten af te handelen (wat).
contexts zelfstandig naamwoord, meervoud.
De contextanalyse in de nieuwe ISO 9001 norm bestaat naast de stakeholderanalyse uit de risicoanalyse. Risicomanagement gaat over de gebeurtenissen in de organisatieomgeving (issues en factoren) en de kansen en bedreigingen die hieruit voortkomen. Dit zijn zowel interne- als externe kansen en bedreigingen.
De contextanalyse geeft een beeld van de omgeving waarin de organisatie zich bevindt. Relevant hierbij zijn drie onderdelen: De interne analyse van de organisatie: Wat is de interne strategie? Zijn er interne problemen of uitdagingen?
Beschrijvende vragen dragen bij aan het in kaart brengen van het onderwerp. Een voorbeeld van een beschrijvende vraag is: 'Hoe werkt dit hier?', 'Op welke plekken lukt het al?' ' Waar zien we hier vandaag al goede voorbeelden van?' of 'Wat is hier nu eigenlijk aan de hand en wie heeft daar last van?
De volgende vragen kunnen je helpen het probleem te analyseren: Wat is het probleem?Wat is de aanleiding van het probleem? (onderzoek hoe het probleem is ontstaan.Wie heeft het probleem? (onderzoek wie de betrokkenen zijn)
wiskundig of ander probleem om op te lossen Voorbeelden: 'De oplossingen van de vraagstukken staan achter in het boek. ' , 'het vraagstuk van de uitbreiding van de Europese Unie' Synoniemen: kwestie opgaaf opgave probleem raa...
context (zn) : configuratie, kader, omstandigheid, sfeer, situatie. context (zn) : perspectief, samenhang, verband, zinsverband.
De context van een organisatie betekent de omgeving van een organisatie. De omgeving bestaat uit belangrijke partijen die invloed op de organisatie (kunnen) uitoefenen. Je kunt de contextanalyse uitvoeren door in kaart te brengen wie deze partijen zijn en wat hun invloed op jouw organisatie is.
Bij het schrijven van een probleemanalyse maak je twee dingen duidelijk: wat het probleem precies is en waarom het opgelost moet worden. Door hierover na te denken kom je tot een goede probleemstelling. Daarnaast kom je tot een doelstelling. Hierin beschrijf je wat je precies met je onderzoek wilt bereiken.
Een praktijkvraagstuk kan aan de hand van verschillende onderzoeksfuncties onderzocht worden. Hiervoor worden kennisvragen en/of ontwerpvragen geformuleerd.
Onderzoek kan worden onderverdeeld in drie verschillende categorieën: verkennend, beschrijvend en causaal. Elk type onderzoek heeft een ander doel en kan alleen op bepaalde manieren worden gebruikt.