Een nawoord is een terugblik op de periode van het schrijven van je scriptie of onderzoek. Je vertelt over je ervaringen en wat je hebt geleerd.In je nawoord kun je tevens mensen bedanken als je dit nog niet hebt gedaan in een voorwoord of dankwoord.
Verschil tussen nawoord en voorwoord
Inhoudelijk is er geen verschil tussen een voorwoord en een nawoord. Het enige verschil is dat het op een andere plek staat in het boek. Een voorwoord komt voorafgaand aan het verhaal en staat dus voorin het boek. Het nawoord komt na het verhaal en staat achterin het boek.
Nawoord. Het schrijven van een nawoord is optioneel, maar niet verplicht. Het nawoord is bedoeld om terug te kijken op de scriptie. Er wordt beschreven wat de schrijver heeft geleerd van het schrijven en onderzoeken, wat de schrijver had willen leren en hoeverre dit is gelukt.
Het voorwoord eindig je altijd met je naam en de plaatsnaam en datum ten tijde van het schrijven. Je schrijft het voorwoord in een persoonlijke, maar professionele, stijl. Let op Op welke onderdelen je precies ingaat, is afhankelijk van jouw studierichtlijnen.
Het is gebruikelijk om het voorwoord te beginnen met een korte beschrijving of vermelding van de context (opleiding, onderwerp). Vervolgens bedankt je de mensen die op enigerlei wijze hebben bijgedragen aan jouw onderzoek of scriptie, zoals de scriptiebegeleider of stagebegeleider.
Introductie conclusie
Je conclusie begint met het herhalen van je onderzoeksvraag en/of hoofdvraag en je deelvragen. Vervolgens geef je beknopt aan hoe je die vragen hebt onderzocht. Kijk hiervoor terug naar de drie vragen die je jezelf hebt gesteld in het opzetten van je methodologie (zie onderzoek).
Een nawoord wordt vaak gebruikt aan het eind van schoolopdrachten zoals: een scriptie een profielwerkstuk of een verslag. In een nawoord schrijf je wat je geleerd hebt tijdens het schrijven en onderzoeken aan uw verslag.Ook is er in het nawoord de ruimte om mensen te bedanken voor hun bijdrage en werkzaamheden.
Het nawoord is een kort hoofdstuk in je scriptie waarin je reflecteert op het proces. Je kijkt dus terug op wat je gedaan hebt en beschrijft bijvoorbeeld wat je hebt geleerd. Daarnaast kun je beschrijven wat er wel en niet goed ging en wat je de volgende keer anders zou doen.
Na de conclusie en aanbevelingen komt het nawoord (epiloog). Hierin vertel je wat je hebt geleerd tijdens het maken van de scriptie en of je de vooraf bepaalde leerdoelen hebt behaald. Daarnaast kunnen er mensen bedankt worden die een bijdrage hebben geleverd aan de scriptie.
Het doel van een conclusie is je belangrijkste bevindingen te presenteren aan je lezers, een antwoord te geven op de hoofdvraag en je onderzoek af te ronden. Een conclusie is meestal 200 tot 400 woorden lang, maar afhankelijk van de lengte van je scriptie kan je conclusie ook langer zijn.
Einde. De terminus is de laatste passage van een verhaal. Een verhaal kan op twee manieren eindigen: met een open einde of met een gesloten einde.
Luister respectvol, onderbreek elkaar niet. Geef iedereen de kans om te spreken. Gebruik geen provocerende, uitlokkende of kwetsende taal. Stel verdiepende vragen als je iets niet begrijpt: ga er niet vanuit dat je de gedachten van een ander kan lezen.
In je discussie evalueer je op je onderzoeksresultaten en bespreek je de beperkingen en implicaties van die resultaten. Je kunt hier je resultaten kritisch interpreteren en suggesties voor vervolgonderzoek uitwerken.
Uiteindelijk beantwoord je je hoofdvraag op basis van jouw onderzoek. Hierin moet je duidelijk uitleggen hoe je tot deze conclusie bent gekomen en sluit je je conclusie af met een krachtige slotzin waarin je laatste keer kort samenvat wat het antwoord op je hoofdvraag was of dat de hypothese klopt of niet.
Maak er een goed en lopend verhaal van waarin je een sluitende conclusie geeft van je onderzoek en antwoord geeft op je onderzoeksvraag. Zet dus niet letterlijk de vraag en het antwoord neer! Houd het verder bij een beschrijving: de conclusie is niet de plek om te gaan verklaren en interpreteren.
Het doel van de conclusie is om, op basis van de onderzoeksresultaten, antwoord te geven op de hoofdvraag. Het gaat hierbij nog steeds om kennis en niet om het geven van meningen en adviezen. Bij kwalitatief onderzoek achterhaal je achterliggende meningen, attitudes en inzichten in woorden.
Het voorwoord van een scriptie komt na de samenvatting, maar vóór de inhoudsopgave. De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en komt meteen na de inhoudsopgave.
Marjon Sarneel geeft beknopt het verschil weer tussen een voorwoord en een inleiding: 'Het voorwoord is een persoonlijke mededeling van de schrijver aan zijn lezer over de keuzes die hij maakte en waarom. Een introductie gaat over de tekst die de lezer op het punt staat te lezen en is meer inhoudelijk van aard.
Een scriptie wordt geschreven over een bepaald onderwerp op basis van een eigen onderzoek. In de scriptie beschrijft de student hoe het onderzoek is uitgevoerd en wat de resultaten zijn op de centrale vraag. Op hbo- en wo-opleidingen is een scriptie vaak praktijkgericht en loopt de student een afstudeerstage.