Dat blijkt uit cijfers van NVM. Kijk je naar woningen die een vraagprijs tussen de € 300.000 en € 400.000 hebben, dan zien we dat op maar liefst 61% van de woningen minimaal € 25.000 wordt overboden. Bij 21% van de woningverkopen in deze prijsklasse is de overbieding meer dan een halve ton.
Cijfers van het NVM laten zien dat in 2022 op ruim 61% van de woningen met een vraagprijs tussen de € 300.000 en € 400.000 minimaal € 25.000 wordt overboden. Bij 21% is de overbieding zelfs € 50.000.
Jawel. Hoewel de bedragen die huizenkopers bieden nog altijd flink boven de vraagprijs liggen, zien we voor het eerst sinds lange tijd een afname als we kijken naar de gemiddelde overbieding als percentage van de vraagprijs. Zo werd er in Q1 2022 gemiddeld 9,23% van de vraagprijs overboden en het kwartaal ervoor 9,39%.
Voor sommige huizen is 2% overbieden al voldoende, bij andere huizen kan de prijs tot wel 20% boven de vraagprijs stijgen. Voordat je meegezogen wordt in een biedingen oorlog moet je het volgende weten: Sinds 2018 mag je niet meer lenen dan de waarde van een woning.
Overbieden in Amsterdam
Ook in Amsterdam werd in 2021 vaak overboden. Sterker nog, Amsterdam behoort tot de gemeenten waar gemiddeld 10 procent wordt overboden. De gemiddelde prijs voor een woning in Amsterdam in 2021 was 569.890 euro. Dat wil zeggen dat er dus gemiddeld bijna 57.000 euro overboden werd.
In 2023 stijgen de huizenprijzen beduidend minder hard. Economen houden rekening met een prijsstijging 2,5% tot 4,5%. Een daling van de huizenprijzen wordt vooralsnog niet verwacht, maar wordt ook niet uitgesloten. Als de rentes blijven stijgen, kan dit wel degelijk leiden tot een prijsdaling.
De gemiddelde Nederlandse huizenprijzen stijgen tot 2025 minder snel dan vroeger: zo'n 2% per jaar. De verschillen tussen provincies en binnen provincies worden steeds groter. Drie grote steden, Amsterdam, Utrecht en Den Haag en de regio's daar omheen ontwikkelen zich het meest positief.
Veel mensen geven uiteindelijk toch de voorkeur aan het kopen van een eigen huis als dat financieel mogelijk is, want ondanks de crisis stijgen veel huren gewoon door. Door een slimme keuze te maken wat betreft de rentevaste periode, kun je bij een koopwoning juist je woonlasten relatief zeker maken.
Huizenprijzen blijven stijgen, maar minder hard
De afgelopen maanden hebben verschillende economische bureaus hun verwachting gegeven (en ook weer bijgesteld). Rabobank verwacht een huizenprijsstijging in 2022 van 16,1%. De meest recente verwachting van ABN AMRO is een prijsstijging van 15,2%.
Sinds 2018 mag je nog maar 100 procent van de waarde woning lenen. De kosten koper en alles wat je boven de taxatiewaarde van het huis biedt, moet je met eigen geld betalen. Je moet dus extra spaargeld of overwaarde op je huis hebben voor bieden boven de vraagprijs.
In april 2022 staan er meer huizen te koop dan het laatste kwartaal van 2021. Dit betekent dat prijzen nog steeds dalen. Kopers die in 2021 en 2022 hebben gekocht zullen een groot gedeelte van het overboden bedrag als sneeuw voor de zon zien verdwijnen. In een onstabiele huizenmarkt is de vraag minder.
In de provincies Groningen, Flevoland en Utrecht wordt het vaakst meer dan 50.000 euro overgeboden. In Groningen ging dit het laatste kwartaal van 2021 om 44 procent van alle woningen met een vraagprijs tussen de 300.000 en 400.000 euro.
Zo publiceerde de Rabobank in september 2020 een prognose van 0,6 procent daling in 2021 en zelfs 2,6 procent daling in 2022. In juni 2021 voorspelden ze een stijging van 10,9 procent voor dit jaar en een verdere stijging van 4,6 procent in 2020.
In 2021 lag het gemiddelde op ruim 13 bezichtigingen per te koop staand huis. Dat is aanzienlijk meer dan het jaar daarvoor, want in 2020 was het gemiddelde nog iets minder dan 10 bezichtigen. Dit was te verklaren door de gekte op de huizenmarkt.
Moet je flink overbieden op een huis en betaal je meer dan het huis volgens de taxateur waard is? Dan moet je dit verschil zelf betalen. Je kunt dit niet meefinancieren in je hypotheek.
Mag de makelaar het bod vertellen? Nee, de makelaar mag jou niet concreet vertellen wat andere partijen hebben geboden. Hij kan wel aangeven dat er meerdere geïnteresseerden zijn, maar jij moet zelf uiteindelijk jouw bod bepalen.
Verwachting huizenprijzen 2030
Als we kijken naar een huizenprijzen grafiek die tot 2030 gaat, dan zien we nog steeds een grote vraag naar koopwoningen. Met name doorstromers en starters voeren de druk op waarbij de woningen tot 250.000 euro het meeste in trek zijn.
Kopen blijkt lastig, ook voor Korten. De kans op een huis is in veel gemeentes namelijk nihil voor alleenstaande starters met een modaal salaris (dat is rond de 38.000 euro) en zonder enorme spaarrekening of vermogende ouders, aldus Kassa. Korten verdient 42.000 euro bruto per jaar.
Kortom: ja, het is financieel een gunstige tijd om uw huis te verkopen, maar u behaalt alleen een financieel voordeel als uw toekomstige woning gunstig geprijsd is en/of de maandelijkse lasten van uw toekomstige woning gunstiger zijn.
Samen een huis kopen op één salaris, kan dat? Dat kan. U kunt er zelfs voor kiezen de woning op één salaris te kopen maar wel allebei de hypotheekakte te tekenen. U bent dan alsnog beiden verantwoordelijk voor het betalen van de hypotheek.
Toch is de verwachting dat de huizenprijzen in 2022 gemiddeld met 12,5 procent stijgen, terwijl een eerdere prognose rond de 17% aangaf. We zien dus dat de stijgende huizenprijzen stagneren. Ook voor 2023 wordt nog steeds een stijging van rond de 5% verwacht.
Dit zijn de maanden mei, juli, oktober, november en december. Als de gemiddelde verkooptijd tot aan de overdracht gemiddeld 3 maanden is kun je concluderen dat er meer huizen in de lente en de herfst te koop worden gezet. In de maand december zijn er verreweg de meeste overdrachten.
De krapte houdt aan, wat betekent dat er nog steeds veel vraag en weinig aanbod is. De prijzen zullen daarom zeker nog even doorstijgen. Het aantal transacties gaat voor ook in 2022 weer dalen door het steeds minder wordende aanbod. Ook het percentage huizen dat van eigenaar gaat wisselen zal hierdoor lager uitvallen.
De huidige prijsstijging op de huizenmarkt doet meer dan de helft van de consumenten denken aan zeepbelvorming. Toch is er in Nederland – gemiddeld genomen – geen sprake van een zeepbel, aldus het ING Economisch Bureau.
Voor de tweede maand op rij is de gemiddelde huizenprijs daar gezakt. Tot slot noemen we Nieuw-Zeeland. Daar gingen de prijzen het afgelopen kwartaal met 2,3 procent achteruit. Dat is de grootste daling in 13 jaar tijd.