De kennis (informatie en ervaring) die iemand in huis heeft. De vaardigheden die iemand bezit. Hiermee bedoelen we vooral de fysieke en geestelijke handelingen die iemand goed beheerst. De attitudes en karaktertrekken die typerend zijn voor een persoon.
een uitgebreide kennis hebbend.
Weggeman (2000) omschrijft het begrip kennis met de formule: K = f(I * E V A). Kennis als het totaal van Informatie maal Ervaring, Vaardigheden en Attitude. Informatie wordt dus pas kennis op het moment dat het bewerkt is met ervaring, vaardigheid en houding.
Kennis komt bij hem voort uit de waarneming, en Aristoteles kan dan ook beschouwd worden als de eerste empirist. Hij schreef systematische verhandelingen, gebaseerd op de waarneming (empirie), over de biologie en de fysica.
'Wat is waarheid? ' is de kernvraag van de epistemologie. Het Griekse ἐπιστήμη (epistèmè) betekent 'weten' of 'kennis'. Epistemologie is dan de leer van het weten of de kennis en richt zich op de vraag naar waarheid of zekerheid.
Rationalisme: alleen het verstand is de basis voor betrouwbare kennis.
Impliciete kennis is de kennis die mensen op basis van hun specifieke ervaring, vaardigheden en attitude toepassen in hun dagelijks werk. Impliciete kennis wordt in het Engels ook wel tacit knowledge genoemd, wat kan worden vertaald met stilzwijgende kennis.
Het verschil tussen data en informatie: data bestaat uit gegevens en informatie bestaat uit data die in een bepaalde context geplaatst wordt. Vanuit data wordt er iets waargenomen zonder dat er een betekenis aan de gegevens zit. Dit is bij informatie niet het geval.
De mate waarin organisaties en individuen in staat zijn kennis te ontwikkelen om nieuwe vraagstukken tot een oplossing te brengen, kennis te verspreiden in de organisatie en tevens te benutten in de verbetering van haar processen, producten en diensten, bepaalt steeds meer hun succes en concurrentiekracht.
Algemene kennis komt in veel gevallen goed van pas. Het houdt in dat je over veel verschillende aspecten van het leven waardevolle informatie hebt. Algemene kennis valt te koppelen aan veel zinvolle eigenschappen, zoals intelligentie en het vermogen om probleemoplossend te denken.
'Kennis hebben van' is het gewoonst. 'Kennis over' is meer: wat er in het algemeen over iets bekend is.
Informatie, van Latijn informare vormgeven, vormen, instrueren, ook wel afgekort tot info, is alles wat kennis toevoegt en zo onwetendheid, onzekerheid of onbepaaldheid vermindert. Kenmerkend aan informatie is dat het interpreteerbaar is. Interpreteren en integreren van informatie resulteert in kennis.
Informatie moet aan drie eisen voldoen, namelijk: Betrouwbaar. Relevant. Tijdig.
In de Nederlandstalige vakliteratuur wordt vaak, net als in de Engelstalige vakliteratuur, het begrip "data" gebruikt als alternatief voor "gegevens". Het Nederlandse "gegevens" komt veelal overeen met het Engelse data.
Latente kennis is parate kennis waarover iemand, indien nodig, kan beschikken.
Expliciet is een bijvoeglijk naamwoord dat met andere woorden: duidelijk, letterlijk zo gezegd, uitdrukkelijk betekent.
bijv. naamw. niet uitdrukkelijk gezegd of erbij geschreven, maar wel in het gezegde of geschrevene opgesloten liggend.
Een belangrijk onderdeel van Aristoteles' kennisleer is zijn uitgangspunt: datgene wat we in de werkelijkheid zien, kan op een bepaalde manier in ons hoofd terecht komen, waardoor het kennis wordt. Natuurlijk komt de steen die we zien niet als zodanig in ons hoofd, maar wel z'n 'idee', of 'vorm'.
De ontologie (van het Grieks ὀν = zijnde en λόγος = woord, leer) of zijnsleer is de filosofische tak die het wezen onderzoekt dat achter de waargenomen werkelijkheid schuilgaat.
Solipsisme is de naam voor de filosofische opvatting dat alleen je eigen ik bestaat, en dat al het andere in de wereld uitsluitend uit het denken van dat ik voortkomt. Anders gezegd: er bestaat niets buiten je eigen geest, of in elk geval kun je niet weten dat daar iets bestaat.
De filosofie of wijsbegeerte is de oudste theoretische discipline die het verlangen en het streven uitdrukt naar kennis en wijsheid. Zij kwam voor het eerst echt op in de 6e eeuw v. Chr. Een beoefenaar van de filosofie wordt een filosoof of wijsgeer genoemd.