Sinds enige jaren is sprake van een tweetarievenstelsel in de inkomstenbelasting. In 2023 bedraagt het basistarief 36,93% en het toptarief 49,50%. Per 1 januari 2024 stijgt het basistarief licht naar 36,97% en blijft het toptarief van 49,50% ongewijzigd (box 1-inkomen > € 75.518).
De inkomstenbelasting kent voor werkenden 2 schijven. Vanaf 2024 wordt het bedrag waarop de 2e belastingschijf begint minder geïndexeerd: met (afgerond) 3,41% in plaats van 9,49%. Hierdoor gaan mensen met een hoog inkomen er minder op vooruit.
In 2024 is het gecombineerd tarief in de 1e schijf 36,97% (was 36,03% in 2023).
Deze schulden hoeven mensen niet meer op te geven aan de belasting. Zo wordt de belasting op vermogen beter verdeeld. Tijdens de behandeling van het Belastingplan heeft de Tweede Kamer besloten het belastingtarief in box 3 na amendering te verhogen van 32% naar 36% per 1 januari 2024.
Dit brengt ons bij de vraag: "Hoeveel spaargeld mag ik hebben in 2024?" Het grensbedrag kan elk jaar veranderen, maar het heffingsvrije vermogen blijft voor 2024 gelijk aan dat van 2023, namelijk €57.000. Voor fiscale partners is het heffingsvrije vermogen voor 2024 vastgesteld op €114.000.
Vermogen is bijvoorbeeld spaargeld, dure sieraden of een auto. Als u alleen woont geldt een maximumbedrag van € 7.575, en als u met uw partner of met een kind (jonger dan 18 jaar) woont € 15.150 (bedragen voor 2024). Heeft u meer vermogen? Dan kunt u geen AIO-aanvulling krijgen.
In 2024 blijft het heffingvrije vermogen € 57.000 en € 114.000 bij fiscaal partnerschap. Dit is het vermogen dat vrijgesteld is van box 3-belasting. Het belastingtarief box 3 over het inkomen uit vermogen wordt 36% (32% in 2023).
Grondslag sparen & beleggen: € 200.000,- -/- € 50.000,- = € 150.000,- Rendementspercentage: € 5.700,- / € 200.000,- = 2,85% Voordeel uit sparen en beleggen: 2,85% * € 150.000,- = € 4.275,- Te betalen belasting in box 3: € 4.275,- x 31% = € 1.325,-
Over belastbaar inkomen tot € 73.031 betaal je het lage tarief van 36,93%. Over het inkomen daarboven betaal je het hoge tarief van 49,5%. In 2024 gaat dit drempelbedrag dus veranderen naar € 75.624. Lees meer over belastingtarieven en belastingschijven in 2023 en 2024.
De overheid verandert (bijna) elk jaar op 1 januari de tarieven. Gepensioneerden betalen in 2024 minder belasting over hun inkomen en houden netto meer over. Op 24 januari ontvangen alle pensioengerechtigden hun eerste pensioenuitkering van dit jaar.
Regels vervroegd pensioen versoepeld
Het gaat om een belastingheffing van maar liefst 52%. Gelukkig heeft de regering de regels tijdelijk versoepeld. Tot een jaarlijkse drempelvrijstelling van € 26.184 (2024) krijgt de werkgever geen boete als hij werknemers helpt de periode tussen ontslag en pensioen te overbruggen.
Als je met pensioen gaat, betaal je wel inkomstenbelasting over de pensioenuitkering die je dan krijgt. Hiervoor geldt vanaf je AOW-gerechtigde leeftijd een lager tarief. Daardoor houd je bij hetzelfde bruto-inkomen meer over dan wanneer je eerder met pensioen gaat.
Hoeveel loonheffing je over bijzonder tarief betaalt is afhankelijk van je jaarinkomen. Als je in 2024 tot €74.518,- verdient, betaal je 36,97% belasting.Verdien je meer dan dat?Dan betaal je 49,50% loonheffing.
Vermogen is de waarde van uw bezittingen min uw schulden. Wat u wel en niet als vermogen moet meetellen, is hetzelfde als bij uw belastingaangifte. Spaargeld, aandelen en een vakantiehuis in Nederland of het buitenland tellen bijvoorbeeld mee.Maar het huis waarin u woont en uw auto tellen níét mee als vermogen.
Grens vermogensbelasting 2023
Gelukkig hoef je niet gelijk belasting te betalen als je meer bezittingen dan schulden hebt. Er is namelijk nog een vermogensvrijstelling. Dit heet het heffingsvrije vermogen. Voor 2023 is de vrijstelling €57.000 (voor fiscale partners het dubbele, €114.000).
Hoeveel spaart het gemiddelde Nederlandse huishouden? Een gemiddeld Nederlands huishouden had aan het begin van 2023 ongeveer € 50.000 aan spaargeld. Dit klinkt als een flinke som. Toch had 20% van de huishoudens in 2012 nog helemaal geen buffer en 20% een te kleine buffer voor hun salaris en leefomstandigheden.
Over het belastingjaar 2022 geldt een heffingsvrij vermogen van 50.650 euro (voor fiscaal partners is dat 101.300 euro). Dat betekent dat als jouw vermogen op 1 januari 2022 lager is dan dit bedrag, je geen belasting hoeft te betalen over je vermogen.
Hier wordt uitgegaan van de werkelijke verdeling van spaargeld en beleggingen, maar elk van deze groepen heeft wel een forfaitair rendement. Spaargeld wordt belast op basis van de actuele spaarrente. Dit is 0,36% in 2023. Overige bezittingen / beleggingen worden belast op basis van het meerjarige gemiddelde rendement.
Ook de eigen woning valt in deze box. De hypotheekrente die u heeft betaald, trekt u af van uw inkomen. Het eigenwoningforfait, een percentage van de WOZ-waarde van uw woning, wordt erbij opgeteld. In box 3 belast de overheid vermogen.
Hoeveel eigen vermogen mag je hebben? Vermogen is de waarde van al je bezittingen zoals spaargeld, auto, aandelen, caravan, sieraden en antiek. Dit mag samen niet meer waard zijn dan € 7.605 als je alleen woont of € 15.210 als je met je partner of met een kind (jonger dan 18 jaar) woont (in 2023).
Als u alleenstaand bent mag u €31.140 spaargeld hebben voordat uw eigen bijdrage omhoog gaat. De eerste €31.140 is heffingsvrij. Voor echtparen ligt deze grens bij €62.280 in 2023. Heeft u minder dan dit bedrag, dan heeft het geen zin om uw vermogen te verminderen om zo uw eigen bijdrage proberen te verminderen.
Als je AOW ontvangt, heeft de hoogte van je spaartegoed geen invloed op de hoogte van je AOW-uitkering. Echter, als je naast AOW ook een aanvullende toeslag of bijstand ontvangt, kunnen er vermogenslimieten gelden. In 2024 is de vermogenslimiet voor alleenstaanden €7.605 en voor samenwonenden €15.210.