De verhouding tussen het aantal personen van 0 tot 20 jaar en het aantal personen van 20 tot 65 jaar. Dit cijfer geeft inzicht in de verhouding van de jeugd tot het werkende deel van de bevolking.
De groene druk is het aantal personen jonger dan 20 jaar als percentage van het aantal 20-64-jarigen. De grijze druk is het aantal 65-plussers als percentage van het aantal 20-64-jarigen. Personen jonger dan 20 jaar zitten vaak nog op school en werken daarom niet of minder. Ouderen zijn dikwijls gepensioneerd.
De verhouding tussen het aantal mensen dat werkten het aantal mensen dat niet werkt. Hoe meer kinderen en bejaarden, hoe (qua percentage) minder mensen er werken. De demografische druk stijgt dan.
De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar. Dit cijfer geeft inzicht in de verhouding van het niet-werkende deel van de bevolking tot het werkende deel van de bevolking.
Fase 5: Post Modern
In deze fase is het sterftecijfer hoger dan het geboortecijfer, de bevolkingsomvang neemt dus af in deze fase. Welvarende landen zoals Japan bevinden zich in deze fase, waarin de bevolking aan het krimpen is.
Fase 1: Het geboorte en het sterftecijfer zijn nagenoeg gelijk. Dat komt omdat er na de geboorte al veel kinderen overlijden, omdat er nog te weinig goede gezondheidszorg is. Eigenlijk zijn er op dit moment geen landen meer in de wereld die in fase 1 zitten, dus waarin dus het sterftecijfer nog heel erg hoog is.
Nederland heeft alle fasen van het demografisch transitiemodel al doorlopen. "Na het voltooien van de demografische transitie zien we een laag geboortecijfer en een laag sterftecijfer.
De verhouding tussen het aantal personen van 65 jaar of ouder en het aantal personen van 20 tot 65 jaar. Dit cijfer geeft inzicht in de verhouding van de ouderen tot het werkende deel van de bevolking.
De groene druk is de verhouding tussen het aantal 0-14-jarigen en de potentiële beroepsbevolking (15-64-jarigen), terwijl de grijze druk de verhouding is tussen het aantal 65-plussers en de potentiële beroepsbevolking.
De demografische druk is een getal wat uitdrukt hoe groot het verschil is tussen door de werkende klasse (dit wordt gezien als mensen tussen de 20 en 64 jaar oud) en de klasse die door deze mensen onderhouden moeten worden, de ouderen (65+'ers) en de jongeren van de samenleving (mensen tot de 20, gemiddeld gezien).
Ontgroening is het afnemen van het aandeel jongeren in de bevolking als gevolg van een afname van het geboortecijfer, vaak door het aflopen van een geboortegolf.
Vergrijzing houdt in dat het aandeel ouderen in de totale bevolking toeneemt. In de twintigste eeuw is het aantal 65-plussers in Nederland meer dan vertienvoudigd: van 0,3 miljoen in 1900 tot 3,4 miljoen in 2020. Daarmee nam het aandeel 65-plussers in de totale bevolking toe van 6% naar 19,5%.
Demografie behelst de studie van de omvang, structuur en spreiding van de bevolking, en hoe de bevolking in de tijd verandert door geboorten, sterfgevallen, migratie en veroudering. De demografische analyse kan op de gehele maatschappij, of op specifieke groepen betrekking hebben.
Demografische factoren zijn externe invloeden die te maken hebben met demografie, ofwel de opbouw en samenstelling van de bevolking. Denk hierbij bijvoorbeeld aan leeftijd en de hoogte van het inkomen.
Het geboorteoverschot van een land of een bepaald gebied is het verschil tussen het aantal levend geboren kinderen en het aantal sterfgevallen per 1000 inwoners. In landen met een hoog geboortecijfer kan dit geboorteoverschot 40 ‰ bedragen, maar het kan ook negatieve waarden aannemen.
Dit kan een 'jeugdbult' ('youth bulge') veroorzaken, een oververtegenwoordiging van jongeren in de leeftijd 18-24. Het gevolg hiervan is dat vrij plotseling een grote groep jongeren toetreedt tot een arbeidsmarkt die deze grote toevloed niet kan verwerken. De (jeugd)werkloosheid zal hierdoor explosief toenemen.
Er worden in Nederland steeds minder kinderen geboren, blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Hoewel de verklaring in eerste instantie altijd werd gezocht bij economische problemen, blijkt het kinderaantal ook te dalen omdat vrouwen langer studeren en steeds meer flexwerken.
De overgang van een hoge natuurlijke bevolkingsgroei naar een lage natuurlijke bevolkingsgroei.
Wat is het demografisch transitiemodel? Zoals je ziet worden de fases in het demografisch transitiemodel bepaald door de grootte van de totale bevolking, de hoogte van het sterftecijfer en de hoogte van het geboortecijfer. De totale bevolking groeit van fase 1 tot en met 4, waarna het in fase 5 iets afneemt.
Landen als Indonesië zitten in deze fase. Fase 2: Ook het geboortecijfer daalt door anticonceptie en het feit dat er minder kinderen nodig zijn. De bevolking groeit nog steeds, maar de snelheid van de groei neemt af. Voorbeelden van landen in deze fase is bijvoorbeeld China.
Een bevolkingspiramide is een grafiek of diagram van de leeftijdsopbouw van een bevolking in de vorm van een rug-aan-rug-histogram voor mannen en vrouwen.
Sociale bevolkingsgroei is het aantal immigranten minus het aantal emigranten in een gebied. Dit getal noem je ook wel het migratiesaldo.
Volgens de statistieken van het CBS is de gemiddelde leeftijd van de Nederlanders in 2017 41,6 jaar. De peildatum is 1 januari van dat jaar. Met de gemiddelde leeftijd wordt het gemiddelde van alle leeftijden van alle inwoners van Nederland bedoeld. Mannen en vrouwen, van baby's tot hoogbejaarden, iedereen telt mee.
“De invulling van de vrije tijd verandert met het ouder worden.” Bij de 65-plussers wordt televisiekijken wel iets belangrijker. Zij besteden 54 procent van hun vrije tijd voor de televisie. Voorts wordt het lezen van boeken, tijdschriften of kranten belangrijker met het ouder worden.