Klachten die kunnen wijzen op darmkankerbloed of slijm in de ontlasting. vermoeidheid door bloedarmoede. darmkrampen, pijn.
De meest voorkomende klachten zijn: bloed of slijm bij de ontlasting, een veranderde stoelgang, buikpijn en gewichtsverlies. Deze klachten hebben echter lang niet altijd met darmkanker te maken. Ze kunnen ook een andere oorzaak hebben. Hoe eerder de darmkanker wordt ontdekt, hoe beter de behandelmogelijkheden zijn.
Aanhoudende pijn, krampen of een opgeblazen gevoel in de buik. Loze aandrang. Aanhoudende vermoeidheid. Het gevoel alsof de darm niet volledig wordt geleegd na de stoelgang.
Klachten die kunnen wijzen op darmkanker zijn bijvoorbeeld bloed in de ontlasting, buikklachten of plotseling gewichtsverlies. Met darmkanker wordt meestal een kwaadaardige tumor in de dikke darm bedoeld. Er bestaan nog meer vormen van darmkanker, zoals kanker in de endeldarm of dunne darm.
De oorzaken van dikkedarmkanker zijn vaak niet duidelijk. Gezonde voeding en voldoende beweging zijn belangrijk bij het voorkomen van darmkanker. Zo blijkt uit onderzoek dat overgewicht de kans op dikkedarmkanker vergroot. Ook het eten van rood en bewerkt vlees kan het risico op dikkedarmkanker vergroten.
Kanker is niet besmettelijk, ook darmkanker niet. Leefstijl is belangrijk bij darmkanker. Door ongezond eten en weinig beweging kan de kans op darmkanker groter worden. Overgewicht hebben, veel alcohol drinken en vaak bewerkt en rood vlees eten zijn risicofactoren voor darmkanker.
Darmkanker is een ernstige ziekte die vaak voorkomt. Poliepen en darmkanker komen vaker voor bij mensen die ouder zijn dan 55 jaar. Daarom krijgt iedereen van 55 tot en met 75 jaar elke twee jaar een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek. Dit onderzoek is bedoeld om darmkanker zo vroeg mogelijk te ontdekken.
Bloed en/of slijm in je ontlasting
Bloed of slijm in je ontlasting kan door darmkanker komen. Het bloed hoeft er niet altijd rood uit te zien, ook donkere (bijna zwarte) ontlasting kan betekenen dat er bloed in je ontlasting zit. Als er bloed bij je ontlasting zit, ga dan naar de huisarts.
“Niet voor niets hanteren artsen de 'regel van 10': werd er bijvoorbeeld darmkanker vastgesteld bij je moeder op haar 52ste, dan is het raadzaam dat jij je laat testen op je 42ste. Al mag dat al vroeger.”
Winderigheid is een symptoom dat kan wijzen op darmkanker: FABEL. Winderigheid wijst niet op darmkanker.
Let u verder op het volgende: Uw ontlasting is niet te vast en niet te dun: goede ontlasting heeft de vorm van een worst. Harde keutels zijn een teken van verstopping of obstipatie.Brijige of waterige ontlasting is te dun.
Door de groei van een tumor of bijvoorbeeld door een grote operatie kan uw stofwisseling verstoord raken. De voedingsstoffen die u binnenkrijgt, ook bij gewoon gezond eten, zorgen dan niet meer voor voldoende brandstof. Daardoor gaat het lichaam op zoek naar een andere bron. En dat zijn de spieren.
Klachten als buikpijn, maagkrampen, winderigheid, diarree, een opgeblazen gevoel of obstipatie zijn de duidelijkste aanwijzingen dat je darmen niet naar behoren werken en zetten je immuunsysteem onder druk.
Last van de onderrug kan gerelateerd zijn aan darmklachten of pijnlijke en opgezwollen darmen. Rugpijn en stekende of zeurende pijn in de buik kunnen bijvoorbeeld te wijten zijn aan opgezette darmen en winderigheid. De buik kan door allerlei redenen ongemakkelijk aanvoelen en meteen ook rugklachten veroorzaken.
De alarmsymptomen die zullen worden besproken zijn: orale en mondmotorische afwijkingen, dysfagie, odynofagie (=pijn bij slikken), spugen, recidiverende KNO- en luchtwegproblematiek, afwijkende defecatie zoals diarree, obstipatie, ontkleurde ontlasting, bloedbijmenging en neurologische symptomen zoals hoofdpijn, ...
Darmkanker begint meestal als een poliep, dat is een bultje in de wand van de dikke darm. De meeste poliepen zijn goedaardig en zullen dat ook altijd blijven. Sommige poliepen kunnen na een tijd uitgroeien tot een kwaadaardige tumor: darmkanker.
Symptomen. Darmpoliepen geven meestal geen klachten, maar klachten die kunnen voorkomen zijn: Bloed bij de ontlasting. Veranderd ontlastingspatroon.
Eet vezelrijk en gevarieerd: veel groente, fruit en volkorenbrood en peulvruchten. Sla vooral je vezelrijke ontbijt niet over, dat stimuleert de spijsvertering. Drink 1,5 tot 2 liter per dag: vezels werken als een spons: ze nemen vocht op en zorgen daardoor voor een soepele ontlasting.
Grofweg kan gezegd worden dat teveel verzadigd vet, transvet, suiker en zout ongezond is. Verzadigde vetten zijn met name dierlijke vetten en komen voor in vlees, boter, zuivel en gefrituurde producten. Ook gebak, koek, snacks, zoutjes en chips bevatten veel verzadigd vet en transvet.
Over het algemeen moet je proberen om dagelijks 25-30 gram vezels binnen te krijgen. Voorbeelden hiervan zijn broccoli, spruitjes, bloemkool, kool. Eet regelmatig salade. Overweeg om havermout of vezelrijke ontbijtgranen aan je dagelijkse routine toe te voegen .