Palestina maakte in de oudheid deel uit van het gebied dat Kanaän heette en waar de koninkrijken Israël en Juda lagen. De term 'Palestina' was oorspronkelijk een aanduiding van een gebied in het zuiden van Kanaän waar het volk dat de Filistijnen werd genoemd een heel klein deel van bezette.
In de oudheid werd Palestina bewoond door Semitische volkeren, waarvan de eerste van Kanaänitische oorsprong waren. Volgens de overlevering kwam Abraham, de gemeenschappelijke stamvader van joden en Arabieren, uit Ur naar Kanaän.
In november 1947 besliste de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een einde te stellen aan het na WO I aan Groot-Brittannië toevertrouwde mandaat over Palestina en dat land (27.000 km²) te verdelen in twee onafhankelijke staten, een joodse en een Arabische, de eerste 14.500 km² groot, de tweede 12.500 km².
Vanaf 1517 tot na de Eerste Wereldoorlog maakte Gaza deel uit van het Ottomaanse Rijk. Na 1917 viel het onder het Britse Mandaatgebied Palestina, waarin later de staat Israel werd opgericht. Tijdens de daarop volgende Arabisch-Israelische Oorlog van 1948 bezette Egypte de strook.
Op 15 mei 1948 liep het Britse mandaat voor Palestina af. In anticipatie hierop riep het Jewish Agency een dag eerder de staat Israël uit.
De term 'Palestina' was oorspronkelijk een aanduiding van een gebied in het zuiden van Kanaän waar het volk dat de Filistijnen werd genoemd een heel klein deel van bezette. Onder andere de Kanaänieten, Kanaänitische Feniciërs en de Israëlieten vestigden zich al veel eerder in het gebied.
De naam Palestina verwijst naar de Filistijnen, een volk dat zich hier aan het eind van de Bronstijd vestigde. Hun cultuur is verloren gegaan. Een oudere benaming voor dit gebied is Kanaän, de inwoners ervan waren Kanaänieten.
Het gebied werd niet geannexeerd door Israël, maar Israëlisch-joodse kolonisten stichtten er onder bescherming van het Israëlisch defensieleger in totaal 21 nederzettingen. In 2005 ontruimde Israël de nederzettingen in de Gazastrook.
Andere opties waren Palestina of Zion. Uiteindelijk werd toch de Bijbelse naam Israël gekozen. Sommige mensen vinden dat het gebied waar Israël ligt eigenlijk Palestina heet. Ook wordt Israël door joden en christenen soms het Beloofde Land of het Heilige Land genoemd.
Het land is heilig voor gelovige Joden. Hun verbondenheid met het land wordt beschreven in de Tora, het heilige boek van het Joodse geloof. Veel Joden zien het land ook als een veilige plek. Ze willen hier geen last meer hebben van de Jodenhaat die ze in Europa eeuwenlang hebben ondergaan.
In 1988 werd tijdens de bijeenkomst van de Palestijnse Nationale Raad in Algiers de oprichting van de staat Palestina afgekondigd .
Bij de wapenstilstand van 1949 besloeg de nieuwe staat Israël 77% van het grondgebied van het voormalige mandaatgebied Palestina. Transjordanië hield 22% van het gebied bezet (de Westelijke Jordaanoever inclusief Oost-Jeruzalem) en annexeerde dit in 1950, waarbij de naam Transjordanië gewijzigd werd in Jordanië.
Het Palestijnse volk of de Palestijnen is de inheemse bevolking van de regio Palestina in de Levant. Dat gebied had geen eenduidige geografische grenzen, maar kwam grotendeels overeen met de later gevormde Palestijnse gebieden, het gebied van het huidige Israël en Jordanië.
Zij stammen af van Arabieren die de afgelopen eeuwen in de landstreek Palestina zijn gaan wonen, vooral vanaf de negentiende eeuw. Tot de twintigste eeuw hadden de Arabieren in Palestina geen vastomlijnde nationale identiteit: natiestaten bestonden destijds immers nog niet in het Midden-Oosten.
Het land zette de deuren open voor Joodse vluchtelingen uit alle windstreken: elke jood had het recht het land binnen te komen en het staatsburgerschap te verwerven. Tijdens de eerste vier maanden na de onafhankelijkheidsverklaring kwamen er zo'n 50 000 nieuwkomers aan in Israël.
De aanleiding van de oorlog was een verrassingsaanval door de militante tak van Hamas vanuit de Gazastrook op nederzettingen in Israël. Onder de naam Operatie Al-Aksa-storm werd een groot aantal mensen mishandeld, vermoord en gekidnapt. Als reactie daarop volgde een Israëlische militaire invasie in de Gazastrook.
In 1946 stond Palestina onder het bewind van het Verenigd Koninkrijk. Dat had aan het einde van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) het Ottomaanse Rijk – dat heeft bestaan van 1299 tot uiteindelijk 1922 – verslagen. De Ottomanen hadden het gebied ruim 400 jaar eerder veroverd op de van oorsprong Egyptische Mammelukken.
Van 1517 tot 1917 werd het huidige Israël, samen met een groot deel van het Midden-Oosten, geregeerd door het Ottomaanse Rijk.
De oude Israëlieten worden beschouwd als nakomelingen van de oorspronkelijke Kanaänitische bevolking die lange tijd woonden in de zuidelijke Levant, Syrië, het oude Israël en de Transjordaanse regio.
Oorspronkelijk een Kanaänitische nederzetting, kwam het ongeveer 350 jaar onder controle van de oude Egyptenaren voordat het werd veroverd en een van de belangrijkste steden van de Filistijnen werd. Gaza werd rond 730 v.Chr. onderdeel van het Assyrische Rijk.
Het noordelijke deel, dat tien van de twaalf stammen omvatte, nam de naam "Israël" mee, maar werd ook wel het "Tienstammenrijk" of "Efraïm" genoemd, naar de meest dominante stam. Het rijk hield stand tot 722 v. Chr.. Het zuidelijke deel na de splitsing werd het koninkrijk Juda genoemd.
De staat Israël moet ervoor zorgen dat alle inwoners van Gaza kunnen beschikken over voedsel, medische voorraden, humanitaire hulp en elektriciteit.
Van 1917 tot 1947
Tot september 1922 bleef Jeruzalem en de rest van Palestina onder Brits militair bestuur. Door de Volkerenbond werd in 1922 het mandaat aan de Britten gegeven om Palestina te besturen en de lokale bevolking voor te bereiden op zelfstandigheid.
Zij beloven in 1916 de Fransen het Midden-Oosten onderling te verdelen en de Arabieren 'onafhankelijkheid', en in 1917 de joden een 'nationaal thuis' in Palestina. Op het moment dat de Britten hun zeggenschap over Palestina beëindigen roept de voorlopige joodse regering in 1948 de staat Israël uit.
Hoe is het jodendom ontstaan? Volgens joodse verhalen werd omstreeks 1813 voor Christus Abram geboren in Kanaän, een stuk land waar nu Israël, de Palestijnse gebieden en Libanon liggen. Op het moment dat Abram één god ging aanbidden in plaats van de vele goden die zijn vader vereerde, begon het jodendom.